Algemeen
‘Dood Spoor’
Op een zonnige morgen rijd ik op m’n fiets naar school. De dertig minuten durende tocht voert me door bossen en door weiden. Vogels fluiten, lammetjes springen vrolijk rond, in de verte remt een trein en hoor ik het zachte gezoef van voorbij razende auto’s op de snelweg. Na een kwartier fietsen kom het fietspad parallel aan het treinspoor te liggen.