Een AH-erlebnis

Zodra ik de Albert Heijn binnenloop zoek ik haar. Ik weet dat ze er is, haar Mercedes SL Roadster stond weer op dezelfde plaats. Het duurt niet lang of ik zie haar verschijning. En gedurende de ronde door de AH kom ik haar geregeld tegen. En elke keer bewonder ik haar stiekem.

Ik, de columnist

Op een van mijn columns reageerde een, naar ik meen, dame, die schreef, dat ze mij geen columnist vond. Daar moest ik even over nadenken. Wat is eigenlijk een columnist?
Ze schreef trouwens ook, dat ze vond, dat mijn column weinig wol bevatte, zoals ze dat wel vaker bij mijn columns had. Nu heb ik er maar één eerder geschreven en het woordje ‘vaker’ duidt in mijn optiek niet op ‘één’, maar op meer. Dus of ze eigenlijk een ander bedoelde, weet ik niet.
Ben ik een columnist? Ik vind van wel, want ik schrijf een column. En dat is míjn definitie. Nu kan iemand mij een goede of slechte columnist vinden, maar ik ben er wel één. Van Dale is het met mij eens:

Ga ik nu dood?

Ik ben 40. Op deze leeftijd maken mannen zich zorgen over hun uitdunnende haar. Over hun bierbuik, zonder dat ze bier drinken. Mannen denken na over sportscholen en joggen. Over motorrijden, jonge vrouwen, dure auto’s. Over dat hun zestienjarige dochter toch wel erg laat thuis komt, te weinig huiswerk maakt, te rare muziek luistert en te vreemde vriendjes heeft. En ze vragen zich af, waarom ze in hemelsnaam met hun echtgenote zijn getrouwd.
Dat zou het lot moeten zijn van elke 40-jarige man.

Demonisering

Ik had niks met Andre Hazes. Ik had niks met Theo van Gogh. Hoewel ik niemand dood wens, zal ik ze geen van beiden missen.
Hazes kende ik van TV, van de roddelbladen en de radio. Nou ja, radio…zodra ik hem hoorde kwelen, zette ik een andere zender op.