Roodkapsel

Roodkapje, wie kent haar niet? Dat kleine, lieve, zorgzame meisje uit het gelijknamige sprookje. Met haar rode mutsje op en dat mandje met koekjes in haar handje beleefde zij één van de meest vertelde verhalen uit sprookjesland. Decennia na haar avontuur met oma en de wolf woonde ze zelf in het bos. Ze was ingetrokken bij de zeven dwergen. En het achterkleinwolfje van de Grote Boze Wolf woonde daar ook.

Spetters

Naakt loop ik naar de spiegel en hoop een soort Doutzen Kroeze te ontmoeten. Die verwachting heb ik elke keer als ik in de spiegel kijk. En weer word ik teleurgesteld. De teleurstelling wordt wel minder naarmate de tijd vordert. Je went aan desillusie.
Wat ik tegenkom in de spiegel is een beetje ribbelige blubberbuik. De potloodproef doorsta ik ook niet meer en de armen, die vroeger zo gespierd en mijn blikvangers waren, zijn veranderd in vel dat het heel langzaam verliest van de zwaartekracht. De benen zijn nog wel fier. Bij een bepaalde lichtinval zie je de putjes niet eens zo erg.

Operatie Petticoat

Het belooft een mooie dag te gaan worden en ik heb d’r zin an.
Goed geluimd en met een klein wormpje dat bij mijn ingewanden tekeer gaat, spoed ik mij naar mijn werk. Eindelijk weer eens een vroege dienst.
Het wormpje wordt veroorzaakt doordat ik die avond mijn eerste afspraakje met een mooie jongeman heb staan.
Heel modern opgedoken via internet.

Wat zien ik?

‘Wat is dat hier voor een klotezooi!? Laat me eruit! Rot op!!’
‘Meneer, gaat u alstublieft even liggen’. Met zachte dwang probeerde ik de verwarde patiënt terug in positie te krijgen, maar zijn verwoede pogingen om de benen uit bed te zwaaien verhinderde dat.