‘Wat is dat hier voor een klotezooi!? Laat me eruit! Rot op!!’
‘Meneer, gaat u alstublieft even liggen’. Met zachte dwang probeerde ik de verwarde patiënt terug in positie te krijgen, maar zijn verwoede pogingen om de benen uit bed te zwaaien verhinderde dat. Aangezien ik fysiek gezien duidelijk het overwicht had, zou ik hem met iets meer dwang zo weer in het horizontale gareel kunnen krijgen. Maar ik wilde voorkomen, dat ik met meer kracht iets in zijn fragiele lijfje zou breken. Dat staat niet goed op je CV als verpleegkundige, maar bovenal was hij acuut opgenomen op de afdeling Oogheelkunde en had ik deze patiënt niet door mijn schuld willen delen met de gipskamer.

‘Haal die man weg hier! En alle beesten! Hahaha. Opgedonderd allemaal!’, moest het tot ver buiten de kamer hebben geklonken. En tijdens het schreeuwen toonde hij zijn enige overgebleven, afgesleten tandje. De suppletie van zijn tandenpark lag naast hem op het nachtkastje. Hij had de ogen zo stijf dichtgeknepen, dat er uit zijn linkeroog een klein straaltje pus sijpelde.

Terwijl ik hem voorzichtig in bed terugduwde, blies hij in een poging wat op spugen leek, een paar zielige sliertjes vocht mijn richting uit.
Zijn dunne, witte armen sloeg hij ongecontroleerd alle kanten heen. Hij was geenszins van plan om mee te werken aan hetgeen ik gedaan wilde krijgen bij hem.

De patiënt in kwestie was een 95-jarige man die ik een paar dagen daarvoor met spoed had ingeschreven op de afdeling.
Hij had de pech ‘gezegend’ te zijn met een fikse oogontsteking. In medische termen beter bekend als ‘ulcus cornea’. De enige methode om deze zeer ingrijpende aandoening aan te pakken is een intensieve druppeltherapie, welke bestaat uit het dag en nacht druppelen van het aangedane oog.

Hoe anders was deze man bij zijn opname?! Keurig gekleed in een wat te groot maatpak, omhangen met stropdas, voorzien van gladgeschoren kin en bovenmatig welbespraakt. Zijn vertrouwde locale dialect gaf mij het gevoel dat ik mijn opa op zaal had liggen.

De hoogbejaarde man was in zijn eigen omgeving prima bij zinnen. Dit werd nog eens extra bevestigd door het familielid die hem vergezelde bij binnenkomst op de afdeling. Zij liet hem volledig uitpraten en vulde hem nergens aan.

Wat een verschil met hoe hij nu mijn goede bedoelingen zo onredelijk en obstinaat ondermijnde. Hoe een paar dagen later, dag en nacht druppelen een man op deze respectabele leeftijd kan veranderen.

Zijn chronisch slaaptekort had hem omgevormd in een persoon die niet meer in het hier en nu kon leven. Mijn directe collega’s waren er gaandeweg zelfs van overtuigd geraakt dat hij leed aan een ernstige vorm van dementie, waarvoor een consult van de psychiater noodzakelijk zou zijn.

Er kwam geen zinnig woord meer uit en zijn tongval was vervaagd in één fonetische wanhoopskreet. Het toch al breekbare, doorschijnende lichaam vocht met alle resterende macht tegen de hulp die hem geboden werd tijdens het uitoefenen van de dagelijkse verzorging.
De met koffie gevulde bekers smeet hij tegen de muur of verdwenen ongecontroleerd in het smetteloos witte beddengoed. En de zompige korsten brood retourneerde hij uit zijn op één na tandeloze mond.

Een paar dagen later heb ik wederom de zorg voor hem en wanneer ik zijn kamer binnentreed, kijkt hij mij met zijn rechteroog helder aan.
Vandaag wordt hij ontslagen en mag hij terug naar het verzorgingshuis, zijn eigen habitat. De druppeltherapie heeft ogenschijnlijk en volgens het dossier zijn werk afdoende gedaan. Deze oude boom moet je na morgen niet meer verplaatsen, bedenk ik mij wanneer ik hem zie.

Nadat ik hem gewassen en gelaafd heb, vraagt hij mij met één ondeugend pretoogje: ‘Zeg wijfje, ben je eigenlijk getrouwd?’

Ik antwoord hem bevestigend, waarop hij aangeeft dat hem dat ontrieft want, ‘met mij zou hij het best eens willen proberen’. Hij geeft mij bij dat onvoldongen voorstel een speelse vette knipoog en een bemoedigend klopje met zijn licht trillende hand op mijn bovenbeen.

Heel even val ik uit mijn rol als professioneel hulpverlener, knijp ik zachtjes in zijn arm, geef hem een zoen op zijn gerimpelde voorhoofd en fluister;

‘Als ik vrijgezel en 40 jaar ouder was geweest, dan hadden we zeker een afspraakje gemaakt’.

Categorieën: Verhalen

Nachtzuster

Ik doe iets aan jouw pijn.

19 reacties

Sagita · 6 juni 2012 op 17:45

Ha ha … goed weergegeven sfeertje van het nachtzusters leven. Originele woordkeus! Genoten!

LouisP · 6 juni 2012 op 17:57

Schrijnend dat contrast. Sterk beschreven, dat gevoel. Op korte tijd zo’n triestig menske worden. Het doet me erg sterk denken aan de beste mens van de wereld.

‘En tijdens het schreeuwen toonde hij zijn enige overgebleven, afgesleten tandje.’

Deze bijzondere zin versterkt dat alleen maar..

Nog vergeten:
‘Nadat ik hem gewassen en gelaafd heb, vraagt hij mij met één ondeugend pretoogje:’

heel mooi!

De verleden tijd viel me op. Zeker in de openingsalinea stoorde die, of nee, maakte dat het iets minder belevend, of zoiets.
Ik vraag me af, Nachtzuster, of je het enteren en de alinea’s bewust zo hebt ingedeeld.
Het is nu nogal, eeuh, netjes verdeeld. Misschien had het mooier gestaan en had het fijner gelezen als er wat minder wit tussen zat.
Ik ben fier als een gieter op Nachtzusters, met veel respect en plezier je stukje gelezen,

L.

Nachtzuster · 6 juni 2012 op 20:01

Sagita, dank je wel voor je positieve reactie na mijn ontmaagding op ColumnX. Altijd een tikje spannend!

Nachtzuster · 6 juni 2012 op 20:12

Dank LouisP, voor je lovende kritiek.

Wat betreft de verleden tijd: dat heb ik bewust gedaan om een bepaalde tijdsspanne duidelijk te maken. Hoewel de zin: ‘een paar dagen later’ eigenlijk voor zichzelf spreekt. Je hebt dus gelijk!

Het enteren en witregels: is denk ik een kwestie van smaak en ik wilde even in de maagdelijk witte /Nachtzusteruniformwitte sferen blijven vertoeven.
Maar ook daar heb je best een punt(je).
Veel dank voor deze kritische blik.
N.

PS, vergeet je valhelmke niet bij volle maan. 😉

Yfs · 6 juni 2012 op 21:40

Och toch!!! Eén tand en dan nog afgesleten ook! Door de heftige intro verwachtte ik even dat het om een ‘kenau’ van een zuster zou gaan die foeterde op haar medisch team! En dan komt er juist een hele lief mens in wit te voorschijn met alle geduld van de wereld. De dunne witte armen, de ulcus cornea, de verwardheid, de ondeugd, ik heb het allemaal gezien. Ik was erbij!!! dankzij je heerlijke schrijfstijl! :duimop: Chapeau Nachtzustert!!

Nachtzuster · 6 juni 2012 op 22:40

Och Yfs, ik bloos ervan :oeps:
Dank je wel voor je enthousiaste reactie! (en ik ben niet altijd lief, hoor. Niet doorvertellen).
Maar ik heb een groot zwak voor onze bejaarde medemens..

trawant · 7 juni 2012 op 00:14

Graag meer avonturen aan het ziekbed..Zo ben ik erbij
zonder -gelukkig- én afkloppen….- op zaal te liggen..
Fijn dat er nog wat warmte door de gangen loopt..
‘Goed gedaan wijffie’ ..ik zou het bijna zeggen, maar dat kan natuurlijk niet..mooi debuut op CX!

Nachtzuster · 7 juni 2012 op 00:42

Je mag alles tegen me zeggen, trawant. Hoop voor jou inderdaad niet dat je ooit op “mijn’ zaal komt te liggen, maar mocht dat wel het geval zijn dan word je liefdevol verpleegd. Dat is een belofte!
En wie weet schrijf ik dan over jou, dat zou nog eens leuk zijn!
:lach:

Libelle · 7 juni 2012 op 08:20

Een prachtig debuut zuster. Zelfs trillende handjes zijn nog ergens goed voor.

Mien · 7 juni 2012 op 08:42

Wat zien ik?
Dan denk ik aan een vriendelijke prostituee op de wallen in Amsterdam.
Wat krijg ik?
Een inkijk van een zuster die met toewijding en liefde haar patient verzorgd.
Dan snap ik het.
Een mooie metafoor.
Bewust?
Maar is het een verhaal?
Of een rubriekje gezondheidszorg?
Graag gelezen.
Mooi debuut.
En inderdaad.
Niet teveel wit gebruiken.
Leest niet fijn.

Mien

sylvia1 · 7 juni 2012 op 09:25

Sympathiek debuut Nachtzuster, Welkom! 🙂
Wel een opmerking, mij valt op dat je aan de ene kant vrij moeilijke woorden gebruikt, zoals suppletie, fonetische (wanhoopskreet), habitat, retourneerde, gelaafd, ontriefd. Aan de andere kant taalfoutjes als ‘pogingen verhinderde’ (= meervoud), poging wat = poging die, het heenslaan van armen (?), en tt en vt door elkaar.

lisa-marie · 7 juni 2012 op 10:52

mooi inkijkje in de nachtelijke beleving en inderdaad oude bomen moet je niet verplaatsen.

Fem · 7 juni 2012 op 11:51

Eens met Sylvia dat je hier en daar best wel wat van de ‘moeilijke’ woorden mag laten schieten. Qua witregels, mag het daarentegen ietsjes zuiniger.

Los daarvan een genot om te lezen en een prachtig debuut :wave: !

Welkom hier!

Pierken · 7 juni 2012 op 11:55

Wat is dat toch mooi, die hang naar zorgen. En dan nog wel als Nachtzuster. Ik las zojuist dat LouisP op zoek is naar precies het tegenovergestelde.

Ik vind dit een geslaagd debuut. Mooie binnenkomer, die eerste zin van je 😉 . Vervolgens leg je mij als lezer in het bed naast die van die oude man in zijn wat te grote maatpak en zie ‘m door jou met alle toewijding verzorgd worden. Schiet maar wat vaker uit je rol, dat kan jij wel!

LouisP · 7 juni 2012 op 11:56

‘Zij liet hem volledig uitpraten en vulde hem nergens aan.’

Eigenlijk vind ik dit de meest bijzondere zin van het stuk. Allee, ik bedoel de column hè.
Die zin geeft me het gevoel dat de auteur gevoel heeft voor detail. En heel veel begrip heeft. Voor heel veel. Het zegt me ook heel veel hoe anders ze het gewend is.
Hoe meer ik de zin lees, hoe beter die wordt!

Dees · 7 juni 2012 op 17:14

Vind hem bovenal echt prachtig.

Verder zou ik tegenwoordige tijd hanteren, dat bespaart een hoop geklooi en houdt de lezer actief betrokken, die kan meedeinen in de gebeurtenissen, ipv meedeinen in een terugblik (dan moet je immers dubbel meedeinen). En ik ben het op nog een front met Sylvia eens, keep it simple. Ulcus corona kan prima, ontrieft en gelaafd vind ik minder passen en vind ik al snel lijken op onnodige mooimakerij.

Maar, prachtig stuk. Warm, respectvol én grappig.

Nimrod1979 · 7 juni 2012 op 18:16

Mooi verhaal! Je maakt denk ik heel wat mee als nachtzuster.

Nachtzuster · 7 juni 2012 op 21:35

@Iedereen: Hartelijk dank voor dit warm, welkom op ColumnX! Als nieuwkomer weet je nooit hoe je ontvangen wordt en of hetgeen je meemaakt op de werkvloer ook ‘interessant’ is voor lezers.
Is dit schijnonzekerheid? Nee, niet in dit geval.
Ik ben oprecht blij met de complimenten en met de tips die ik zeker mee neem naar een eventuele volgende column.
Of die ook over het ziekenhuisleed gaat, dat weet ik nog niet.
@Mien: Ik wist niet waar ik deze column moest plaatsen, had bij het insturen zelfs een categorie vergeten in te vullen en gemakshalve maar bij ‘verhalen’ laten plaatsen.
Had in mijn ogen ook best bij ‘liefde’ kunnen staan.

Jip · 8 juni 2012 op 16:38

Nachtzuster heb je geen hond bij je? Een hond werkt heel kalmerend op mensen die in de war zijn. Werkt beter als al die medicijnen en die mogen de artsen toch niet meer voorschrijven! :stom:

Geef een reactie

Avatar plaatshouder