Vervolg verhalen
Verffestival
Een beetje onwennig parkeer ik mezelf achter de laptop op een verfvrije middag. Licht verward tik ik mijn wachtwoord in. Gelukkig, mijn brein werkt nog. Dat weet je na vier werken verven namelijk nooit helemaal zeker.
Een beetje onwennig parkeer ik mezelf achter de laptop op een verfvrije middag. Licht verward tik ik mijn wachtwoord in. Gelukkig, mijn brein werkt nog. Dat weet je na vier werken verven namelijk nooit helemaal zeker.
Wat niet te zeggen?
“Het komt wel goed”.
Zeg dit niet. Houd deze opmerking alsjeblieft voor je, wanneer je me opzoekt. Zeker op dagen waarop ik laat merken dat het niet gaat, dat het een kutdag is en dat ik het helemaal gehad heb met die verbouwing. Echt, op een dag waarop het niet gaat is zo’n opmerking dodelijk voor de vriendchap. Zeg nou zelf: je zegt tegen een zwangere vrouw die groen ziet van de vele kotspartijen in de eerste maanden van haar zwangerschap ook niet dat het allemaal reuze meevalt, terwijl je weet dat de grootste klus –de bevalling- nog moet komen.
De werkweek in het ziekenhuis is afgesloten. Een week herfstvakantie in het vooruitzicht. In april van dit jaar al aangevraagd omdat ik in het voorjaar al voorzag dat de verbouwing niet zou zijn afgerond in de zomervakantie. Daarmee zou een weekje zon in de herfstvakantie meer dan welkom zijn.
Zondagmorgen, tien uur. Voor me liggen zestien hardhouten latjes geduldig te wachten. Het zijn deklatten voor op de schuiframen. Ze zijn van hardhout en nogal ruw en splinterig.
Het is een en al bedrijvigheid in huis. Driestemmig klinkt een gevarieerd Nederlandstalig repertoire van verschillende Amsterdamse zangers. Het Jordaanfestival is er niets bij. De stukadoors zijn bezig.