Fictie
De Hulpelozen
29 januari 2031
Ik heb besloten vanaf vandaag een dagboek bij te houden. ‘Doe dat jongen’ zei moeder toen ik het vertelde. ‘Dat helpt om orde te scheppen in je hoofd. Schrijven is goed voor een mens’.
Ik schrijf op dit moment met verkleumde vingers. Het is aardig koud hier op de zolder. We hebben geen gas of elektriciteit meer, geen batterijen en we raken ondertussen door onze voorraad blikvoedsel heen. Gelukkig hebben we meer dan voldoende dekbedden en dekens waar we ons constant in wikkelen maar ideaal is het natuurlijk niet.
Hoe dit af moet lopen vraag ik me ondertussen steeds vaker af. We zitten hier al bijna een jaar. Ik denk nog vaak aan vroeger – het lijkt zo onwerkelijk allemaal. Hebben we echt ooit op mooie zomeravonden gebarbecued in de tuin? Zijn we echt op vakantie geweest in landen als Spanje en Portugal? Heb ik echt zo’n hekel gehad aan school? Het lijkt een droom als ik eraan terugdenk. Een prachtige, mooie droom, omgeven door een rozig-gouden gloed waarbij elke gewone dag van toen nu een sprookje schijnt. Hoe schril steekt de realiteit van vandaag daarbij af! (meer…)