Een Winterse Liefde. (1)

De STIMEZO-kliniek lag een paar minuten lopen van het treinstation. Het leek een gewoon huis in een betere buurt. Onderaan de stenen trap bleef ik even staan. Twee deuren op één portiek. Een bescheiden naambordje wees me waar ik moest zijn.

Kanoën op de ‘l Oise

De gele kano drijft roerloos in het midden van de rivier. Onderuitgezakt, met mijn handen links en rechts in het water, lig ik in een punt van de boot. Het is mijn eerste vakantie met de kinderen in het buitenland. Noord-Frankrijk. We kamperen met een groep natuurvrienden in Coq Banni; een gehucht niet ver van Hirson.

Het huis in het duin

Het huis staat halverwege het duin. Geen storm heeft het in de afgelopen zestig jaar klein gekregen. Statig verheft het zich boven het strand, zoals de voorplecht van een schip opduikt uit de golven. Mijn grootouders hebben het laten bouwen. Sindsdien hebben verschillende generaties met hun kroost in ‘Huize Zeezicht’ hun vakantie doorgebracht.

Brief aan een ongeboren kind

Ik weet dat je er bent. Ik ben niet meer alleen. Je bent niet groter dan een speldenknop, een mini framboos, maar je hebt het stuur uit mijn handen genomen en vaart nu met mijn lichaam een eigen koers. Mijn borsten barsten uit hun sponning. Mijn vlees voelt loom. Mijn stappen zwaar als klei. Slapen wil ik, lang slapen; wegdromen als een plas water die in het moeras verdampt tot een heiig laagje lucht.

Mijn kleine oorlog

Onlangs de DVD over de slag om ‘The Somme’ gekocht. 1 juli 1916: tweehonderdduizend jonge mannen, soms nog kinderen, wachten op een fluitje dat hen van loopgraaf naar loopgraaf dwingt. Een fluitje van een cent verwoest op één dag de levens van 25.000 Engelse, Franse en Duitse soldaten: verloofden, echtgenoten,vaders en zonen. De meesten van hen vallen al in het eerste uur. Velen sterven onnodig, verbloeden in het met prikkeldraad afgezette stuk niemandsland terwijl ze vergeefs om hulp roepen.