Liefde
Palabras blancas
Je kent me niet
Eigenlijk weet je niets
Van mij
Want je keek me niet in mijn ogen
Voor jou zijn ze zo blauw
Dat het zeer doet
Aan mijn gevoel
Voor jou
Je kent me niet
Eigenlijk weet je niets
Van mij
Want je keek me niet in mijn ogen
Voor jou zijn ze zo blauw
Dat het zeer doet
Aan mijn gevoel
Voor jou
De zwaarte van m’n pen.
De vastgevroren woorden, gedachten in de vorm van ijspegels, bevroren door de afgesloten warmtegolf van het hart.
Allemaal getuigen en bewijs van de gemoedstoestand
Van mij;
Ik wil dit niet.
Spanje.
Twee weken geleden.
Toen was het nog abstract, een soort Utopia.
Ik kende geen werkwoorden, laat staan naamwoorden; nog tot niets in staat, als een baby die opnieuw geboren wordt.
Ik vloog, boven Madrid, zag een stukje toekomst en kon erin kijken: het naderde!
Ik (be)landde veilig met m’n voeten op de grond; nuchter blijven is goed.
Liefde zit in m’n hart, niet in m’n poco loco hoofd.
Gevoelens gemixt in een goedje genaamd Lust.
De nieuwe menselijke milkshake: lekker, cool en hip.
Je hebt zin in zo een shake, dus je neemt er gewoon eventjes een: goedkoop maar o zo lekker.
Over de voedingswaarde maar te zwijgen…Uiteindelijk draait het toch alleen maar om het tijdelijke genot; de behoefte naar iets heel fijns. Ongeduld overwint.
Vroeger was m’n bed een schip.
M’n droomcruise, met apie Cecko en de leguaan als gasten. Meegevoerd op kinderlijke fantasie was ik urenlang zoet, “sugarsweet”.