‘Lozekampsteeg nummer 2,’ zegt Minke, de centraliste.
Het is weer zover. Ewoud, van wie ik niet weet of het zijn voor- of achternaam is, alleen dat iedereen hem zo noemt en dat hij een ongelooflijk stuk chagrijn is, wil erop uit. Ewoud draagt eeuwig en altijd een donkergrijs pak en een donkerblauwe stropdas met, nauwelijks herkenbaar nog, een goudmotief. Ewoud heeft vier stompjes van voortanden en hij ruikt naar mottenballen. Soms brengen we hem naar Theo’s, zijn stamkroeg, hemelsbreed nog geen honderd meter verderop. Veel vaker echter gaat Ewoud naar het Patronaat, om er, als een haan in een hoenderhok, samen met tientallen oude besjes aan lange tafels te kienen. Met een wijsvinger druk ik op de rode knop van de mobilofoon. ‘Lozekampsteeg 2,’ herhaal ik, ‘okay.’

De Lozekampsteeg is een kronkelend zandpad vol verraderlijke kuilen. Helemaal aan het eind, in een vervallen boerderijtje, woont Ewoud. Het is er merkwaardig stil en pikkedonker. Een zwart gat binnen de bebouwde kom. Logisch, Ewoud kan niets zien en moet dus in de wagen geholpen worden. En na afloop er weer uit, helemaal het Patronaat of het café in. Hij is met zijn minstens 120 kilo al een paar keer op mijn tenen gaan staan, want de roodwitte wandelstok die Ewoud wild voor zich uit zwaait is slechts als waarschuwing voor anderen bedoeld.

Vandaag gaat de reis naar het Patronaat. De bewolking ontneemt ieder zicht op de sterren en een gele ballon waart rond op een halve meter boven het asfalt. Een souvenir van carnaval. Niet zo lang geleden maakte de ballon deel uit van een trosje. Rood, geel, groen. De kleuren van reggae ook, bedenk ik me. Ewoud vraagt of ik een vriendin voor hem weet.
‘Ik zit zelf zonder,’ antwoord ik.

Op de terugweg rijd ik hem weer. Hij heeft niets gewonnen, nee.
‘Natuurlijk niet,’ moppert hij, ‘als je voor een dubbeltje geboren bent, word je nooit een kwartje.’
‘Ach,’ probeer ik, ‘het gaat om het spel en niet om de knikkers. Toch?’
‘Hoe kom je erbij?’ briest hij. ‘Ik wil winnen omdat ik me anders helemaal te pletter verveel, alleen in het donker. Want eigenlijk is het een straf om tussen al die kakelende wijven te moeten zitten.’
‘Hoe doet u dat eigenlijk,’ vraag ik, ‘kienen zonder iets te zien?’
Ewoud staart met lege ogen naar de voorruit, waarin alleen ik zijn spiegelbeeld ontdek.
‘Blind,’ zucht hij, ‘ik kien blind.’

Categorieën: Maatschappij

11 reacties

dave2006 · 28 maart 2007 op 13:48

Heb deze column 2x gelezen maar de clou ontgaat mij een beetje. Ja hij is blind…

Mosje · 28 maart 2007 op 14:22

Het duurde even voor ik in de gaten had dat de ik-figuur een taxichauffeur is, oa omdat ik niet wist wat een centraliste is. En omdat je ook een leer “we” gebruikt.
Maar een leuk verhaaltje verder.

Mup · 28 maart 2007 op 15:27

Beschouwend stuk, van een minder-valide man, die er ondanks zijn pessimisme het beste van probeert te maken.
Een geschreven aflevering van TAXI, mooi,

Groet Mup.

KawaSutra · 28 maart 2007 op 15:35

Kunst….blind typen is veel lastiger! :lach:
Leuk geschreven.

pally · 28 maart 2007 op 15:38

Mooi stukje , Ep, al moet je inderdaad even grondig lezen om te begrijpen hoe een en ander zit.
De kiener is goed neergezet.
Ik vond dat stukje over rasta etc. eigenlijk overbodig.
De uitsmijter vind ik heel aandoenlijk en die bepaalt voor mij meteen de hele sfeer.

groet van Pally

arta · 28 maart 2007 op 19:16

Mooi sfeerrijk stuk!
De eerste zin maakte het beroep al duidelijk bij mij…
[quote] Hij is met zijn minstens 120 kilo al een paar keer op mijn tenen gaan staan, want de roodwitte wandelstok die Ewoud wild voor zich uit zwaait is slechts als waarschuwing voor anderen bedoeld. [/quote]
😆

DreamOn · 28 maart 2007 op 19:54

Leuk stukje!
Groetjes DO

Anne · 28 maart 2007 op 22:54

Voor mij zijn alle schijn-zijspoortjes vooral prachtige sfeertekeningen die er allemaal toe doen. Erg mooi tussen de regels-door-lees verhaal.

WritersBlocq · 28 maart 2007 op 23:39

Hoe je juist de dingen benoemt die hij niet ziet, en het kienen voor de lezer voor lief laat die voor hem juist eigen zijn.
Knap geschreven, een plezier om te lezen. Lekker foutloos ook; als slagroom op de choco!
Groetje, Pauline.

EpMeijer · 29 maart 2007 op 13:55

Dank allen. Over de ballonnen: ik vind ze juist relevant, omdat ze illustreren hoe ook ziende mensen als het ware blind kienen om het plaatje compleet te krijgen. Bingo!

Hartelijks,

Ep

pally · 29 maart 2007 op 22:31

Tja, die symboliek had ik gemist, Ep.
Dat voegt inderdaad iets toe,
groet van Pally

Geef een reactie

Avatar plaatshouder