Prachtig geklede vrouwen lopen er vaak langs. Op straat, als ik net uit de tram stap, en op weg ben naar de markt. Of de bakker. Of als ik een volle vuilniszak naar de container breng. Zij doen daar niet aan. Zij hebben altijd chiquere doelen. Ik kijk hun kordate klik-klakken na. Een receptie misschien. Of dé receptie, om weer achter te verdwijnen juist. De hele dag mooi doorverbinden. Aantrekkelijk antwoord geven. Lief afpoeieren en natuurlijk lekker licht administratief werk verrichten. Die doelen heb ik niet. Smoezelig mag want ik hoef nergens heen, ik ben baanloos. En als ik af en toe toch niet uit kan komen onder kamglans dan beperk ik me tot de uiterste buitenkant. Gezicht wassen, haren uit de klit of anders de vette ragebol onder een nette muts, een lánge jas aan, tot minstens op de enkels. En dan over gatensokken, heel belangrijk: gespuugpoetste schoenen. Onder de jas smeult het verval tussen hals en hakken, maar dat ziet niemand. Ik draag een huispak. Het is meer een caravalskostuum eigenlijk, een pekske voor een éénkoppig binnenfeest, met koffievlekken, chocopastavegen en andere sporen van Jan Steen. Het pekske is er een waarvan de houdbaarheidsdatum al jaren verstreken is. Extra lekker dus. Ik draag het hele etmalen rond, een betoverende carrousel, want ’s avonds verandert mijn soepjurk vanzelf in een slaapzak, heel wonderlijk.

Het is niet dat ik niet van mooie kleding houd. Natuurlijk wel, zó wereldvreemd ben ik niet. Maar de beperkingen in mijn huidige leven hebben me letterlijk en figuurlijk verinnerlijkt. Het grootste gemis is mijn partners blik op mijn buitenkant. En terug natuurlijk. Over vier landen heen kijken is lastig.

Een spiegel is dus de enige optie. Daar behelp ik me mee, als de nood hoog is en ik niet meer weet of ik eigenlijk nog wel een lichaam heb. Ik heb een aantal exemplaren in huis. Geen enkele groot en geschikt. Wel een paar kleine glazen rechthoekjes die ik uit containers opviste, her en der in de stad. Uit lijsten getrokken of van wanden geschroefd. Totaal verwilderde, verweesde straatschoffies. Ik pak zo’n spiegel dan op en klem hem onder mijn arm. Neem hem mee om de arme ziel opnieuw te domesticeren. Terwijl ik naar huis loop gulpen de talloze beelden buiten me in hetzelfde ritme als dat van mijn deinende tred het rechthoekige oog binnen, als voedsel in de muil van een veelvraat.

[img align=left]http://examedia.nl/columnx/uploads/img4829a8246516e.jpg[/img]Thuis zet ik het beest schuin tegen de muur. Ik wurg mezelf in iets straks, iets schoons, iets hééls, en neem mijn positie in. De enige prooi die nu gevangen wordt ben ik zelf, hoewel niet in totaal. Ik kan niet ver genoeg naar achteren voor een plaatje van mijn hele lengte. Onvoldoende vierkante meters voor mijn grote verlangens. Daarom loop ik mezelf eerst tegemoet en daarna achterwaarts van het oog weg, alsof ik me van de koningin loslijm. In het hellende vlak op de vloer schuift mijn reflectie omhoog en omlaag, als een filmpje op hol; voor- en achteruit door de tijd. Hoofd en voeten om de beurt afgesneden, als mislukte foto’s.

Mijn ogen dwalen vanaf mijn ogen steeds terug naar het midden, of net daaronder eigenlijk. In dezelfde beweging als mijn catwalk heen en terug. Een slinger die uiteindelijk stilhangt. Eenmaal gestopt concentreer ik me op mijn vormgeving in de spiegel. Dan wieg ik eerst aarzelend mijn heupen, een dansje op de plek, en schud vervolgens steeds wilder met mijn billen. Tril de herinnering los, totdat ik voel dat lichaam en geest zich weer samenballen en terugrollen in mijn gangen. Dat is genoeg.

Daarna berg ik de spiegel op en trek gerustgesteld mijn aardappelzak weer aan. Het bewijs is betrouwbaar, ik heb het zelf gezien. Ik besta nog.


16 reacties

SIMBA · 16 mei 2008 op 08:19

Poeh! Gelukkig dat je nog bestaat, stel je voor dat je zulke heerlijke stukjes schrijft terwijl je niet eens bestaat. 😉

Dees · 16 mei 2008 op 09:48

Klinkt bijna een beetje zorgelijk, maar het is wel erg mooi geschreven. Mooi beeld ook.

Sheevasifa · 16 mei 2008 op 10:55

Oprecht eens in de zoveel tijd je bestaan verifiëren.. Het klinkt als een geheim dubbelleven. Vandaar dat ik de titel ook zo sterk vind. Hebben al die topmodellen op de catwalks dat ook niet? Complimenten voor de column! Het zet me aan het denken.

Neuskleuter · 16 mei 2008 op 12:37

Thuis zijn in je binnenkloffie is soms heerlijk, maar zo nu en dan is het ook prettig om er weer even heerlijk uit te zien. Het is mooi beschreven, een beetje treurig ook. En gelukkig besta je nog, ik zou die verhalen en illustraties niet willen missen 😉

arta · 16 mei 2008 op 13:09

Alles is al zo’n beetje gezegd…
Mooi en een beetje triest geschreven!;-)
Het plaatje maakt het áf!

Mup · 16 mei 2008 op 14:12

Spiegelen, belangrijk en onmisbaar, maar wat heb ik er soms een hekel aan,

Groet Mup.

Anne · 16 mei 2008 op 19:06

Ik had niet zo in de gaten dat het een pietsie triest was, maar bij nader inzien….Dat krijg je als je je partner te lang niet ziet.
Dank jullie wel voor de reacties.

WritersBlocq · 17 mei 2008 op 23:53

😆 ik lig in een deuk 😆 Anne, je bent geweldig, dit verhaal is geweldig, het is echt het leukste dat ik ooit heb gelezen op deze site. Ik zit echt te schateren, en weet je Anne, het is ook nog zo perfect foutloos, hmmmm… ik vind hem SUPER!!
Buiten de leukste ook nog een van de beste die ik hier ooit heb gelezen. Tsjeez, Anne, nummer 1 in mijn top 3 van dit jaar. Maar eerst maar een maandje bovenaan, wat mij betreft.
[quote]En als ik af en toe toch niet uit kan komen onder kamglans dan beperk ik me tot de uiterste buitenkant. Gezicht wassen, haren uit de klit of anders de vette ragebol onder een nette muts, een lánge jas aan, tot minstens op de enkels. En dan over gatensokken, heel belangrijk: gespuugpoetste schoenen. Onder de jas smeult het verval tussen hals en hakken, maar dat ziet niemand. Ik draag een huispak. Het is meer een caravalskostuum eigenlijk, een pekske voor een éénkoppig binnenfeest, met koffievlekken, chocopastavegen en andere sporen van Jan Steen. Het pekske is er een waarvan de houdbaarheidsdatum al jaren verstreken is. Extra lekker dus. Ik draag het hele etmalen rond, een betoverende carrousel, want ’s avonds verandert mijn soepjurk vanzelf in een slaapzak, heel wonderlijk.
[/quote]

:eh: Ik zie dat mensen ‘van boven’ hem triestig vonden. Als dit triest is, dan heb ik geen humor. Dan maar géén humor 😀

Anne · 18 mei 2008 op 11:06

Pjoeh WB, da’s nog eens een enthousiaste reactie dank je wel! Heerlijk vind ik dat, dat je ervan hebt kunnen genieten. :kus:

champagne · 18 mei 2008 op 19:57

Ook ik vind het een triest stukje. Wel mooi – bijna dichterlijk – verwoord.

Troy · 18 mei 2008 op 21:57

Ik vind het mooi en technisch zeer goed geschreven maar ik kan er met de beste wil [i]niets[/i] geestigs in lezen. Bij WB’s reactie dacht ik dan ook in eerste instantie dat het cynisch bedoeld was.

Het geheel is te bedachtzaam, te sterk naar binnen gericht om humorvol te kunnen zijn. Ook voel ik bijna iets van medelijden met de ik-figuur; waarschijnlijk omdat ik van mening ben dat je uiterlijke verschijning veel zegt over je innerlijk. In dit geval is dat uiterlijk stoffig en vooral smoezelig. Het lijkt alsof de persoon in kwestie niets meer heeft om ‘mooi’ voor te willen zijn.

En dat is triest.

Anne · 18 mei 2008 op 22:33

Dank je wel Troy, voor je zorgvuldig gefomuleerde reactie.

Ik denk dat je conclusie wel klopt. Het is geschreven tijdens de afgelopen winter hier, toen ik niet naar Nederland kon, me niet erg goed voelde, noch psychisch, noch lichamelijk. Het stukje is eigenlijk bedoeld als een soort wrange bezwering van die periode. Of het humor heeft, tja, dat zal voor iedereen anders liggen en afhangen van het eigen referentiekader. Voor mij zelf tellen meer de beelden die ik wist te vangen(de outfit-caroussel, die spiegel als weesbeest, mezelf als prooi), dan de eventuele humor. Mij gaat het altijd uiteindelijk om beelden.

Ik denk niet dan WB het cynisch bedoelde. Ik denk dat het voor haar echt grappig is/was. Misschien is het voor haar een staaltje zwarte humor, wie weet.

Dat het uiterlijk veel zegt over innerlijk. Dat klopt. Vanuit dat besef is dit stukje ook geschreven.

Het gaat nu wel weer beter hoor 😉

WritersBlocq · 18 mei 2008 op 23:34

En nu ben ik boos, op Troy, omdat hij stelt, en niet vindt. En mijn humor ineens als cynisch wordt afgedaan. Mooie boel, potdomme!
[quote]Het geheel is te bedachtzaam, te sterk naar binnen gericht om humorvol te kunnen zijn. [/quote]
Nee, Troy, dat [i]is[/i] het niet, dat [i]vind[/i] jij. Geen probleem voor mij, als je het zo formuleert althans.

Anne, nu weet ik zeker dat ik je niet meer vergeet op nummer 1 van mijn top 3 van dit jaar. Ik blijf er vrolijk van worden, om lachen, heel hard zelfs. En verder hoop ik nog 2 van wat voor soort geweldige ‘hangenblijvers’ te mogen lezen dit jaar. Mijn lat ligt hoog, dat weet je. En Anne: jij bent top.

Vrolijke knuf, Pau’tje.

Troy · 19 mei 2008 op 02:20

Wie van zwarte humor houdt zou inderdaad wellicht wat humor in dit stuk kunnen vinden. Nogmaals, het is een hele mooie tekst. Het raakt me. De achtergrond die je erbij hebt geschetst klopt precies bij het gevoel dat ik bij het lezen van dit ‘verhaal’ kreeg. Het geeft het net die wrange ondertoon die ik erin dacht te lezen. Ik ben intuitief en van daaruit reageer ik ook. ‘Bezwerend’ noemde je deze tekst, en zo is het ook op me overgekomen.

Ik ben overigens blij dat het nu beter met je gaat. En nu snel die galajurk uit de kast trekken.

Troy · 19 mei 2008 op 02:30

@WB: Je humor wordt absoluut niet als cynisch afgedaan. Ik heb er duidelijk bij vermeld dat ik in eerste instantie [b]dacht[/b] dat je reactie cynisch bedoeld was. Ik geef eerlijk toe dat ik je reactie met lichtelijke verbazing heb gelezen, mede omdat jouw interpretatie de enige in zijn soort was. Niemand hier scheen die humor te hebben gezien die jij overduidelijk wel in Anne’s tekst hebt gelezen. Jouw tekstbeleving scheen een totaal ander licht op het geheel.

Maar wat geeft het. Dit is opnieuw een voorbeeld van hoe verschillend teksten geinterpreteerd kunnen worden, en dat maakt een tekst zoals deze ook alleen maar intrigerender.

En in de quote die jij naar voren bracht had ik wellicht kunnen zeggen dat het [i]zo op mij overkwam[/i], maar gemakshalve heb ik dat achterwege gelaten. Ik ben niet de persoon die iets [i]stelt[/i]. Maar daar zou je me beter voor moeten kennen. Ik sta altijd voor andere interpretaties en meningen open. Jouw humorvolle interpretatie geeft wat mij betreft juist een extra dimensie aan Anne’s tekst. Zo had ik het namelijk helemaal nog niet gezien.

Boos zijn? Onnodig lijkt me. Ik geloof oprecht dat we allemaal met de beste intenties een reactie plaatsen.

WritersBlocq · 19 mei 2008 op 22:39

nu maar verder per pb, hij is al van de hoofdpagina af 😉

Geef een reactie

Avatar plaatshouder