Een tijd geleden had ik een uitvinding gedaan. Ik heb er ook een boek over geschreven en het is zelfs uitgegeven, onder pseudoniem Ferdinand Blaupunkt. Hieronder vat ik het even samen, want anders wordt het zo’n lange column. De uitvinding die ik gedaan had was niet de gemakkelijkste om aan de man te brengen. Zes jaar vakantie heb ik ervoor over gehad en tweehonderdvijftigduizend gulden.
Er moesten octrooien aangevraagd worden en dat is verre van goedkoop. Het prototype was ook niet te betalen, maar ik wist een bedrijf zover te krijgen dat zij dit voor hun rekening namen. En dan komen de gesprekken met eventuele gegadigden. Je komt dan aan grote conferentietafels te zitten waar je al gauw tot de conclusie komt, dat je voor de meeste bedrijfsjuristen helemaal geen gesprekspartner bent. Als je er zelf eentje meeneemt kost die zo’n 250 euro per uur, dus een dagje kletsen gaat je niet in de kouwe kleren zitten.
Uiteindelijk had ik beet bij een nederlands bedrijf. Er zouden een aantal fregatten gebouwd worden voor Griekenland en daar hoorden ook tachtig landingsboten bij. Op elk van die landingsboten zou mijn uitvinding geplaatst worden en daarvoor zou ik rijkelijk worden betaald. Het bedrag loog er niet om. Eén komma acht miljoen en dat was in die tijd a lot of peseta’s
Ik weet nog goed hoe ik ‘savonds laat de straat bij ons inreed met het contract op zak. Even was ik miljonair.
De weken erna zijn we, kinderachtig genoeg, al naar grote huizen gaan kijken en leefden op een grote wolk.
Maar toen kwam de klap.
Ergens bij Leiderdorp in een benzinestation kocht ik een krant. Op de voorpagina las ik, dat de order van die fregatten op het laatste moment toch naar Duitsland was gegaan.
Mijn uitvinding zou dus niet geplaatst worden, of ik moest de hele weg weer in Duitsland gaan bewandelen en fysiek was ik een beetje aan het einde van mijn latijn. Finacieel ook en ik had geen vakantiedag meer over.
Er brak iets in mij. Die dag op mijn werk, waarvan ik gedacht had, dat ik binnen afzienbare tijd zou kunnen opzeggen, zag er heel ver uit. Zo onbelangrijk.
Weken lang ben ik een stil jongetje geweest, alsof ik een proefwerk gemaakt had, waarvoor ik een één had gescoord. Langzamerhand ben ik weer opgekrabbeld en heb de uitvinding langs de kant gezet. Niet te lang blijven doormalen in de neergaande spiraal.
Je moet ook een keertje kunnen verliezen in het leven.


11 reacties

Ma3anne · 31 juli 2004 op 12:56

Sjongejonge, dit noem ik nog eens vette pech hebben. Niet te geloven! 😮

tontheunis · 31 juli 2004 op 13:01

Euh… ik heb het niet zo op landingsboten. Maar omdat het meeste dat voor oorlogvoering is uitgevonden (plastic, ballpoint, het condoom) veelal ook in vredestijd heel nuttig bleek, zou ik denken dat het wellicht een idee is om te kijken of je uitvinding voor burgerdoeleinden toepasbaar is…

En ach, Griekenland… als je ziet met wat voor voortvarendheid die de bouwkunst aanpakken, dan had je nu waarschijnlijk nog op je geld zitten wachten.

Groet,

TT

Eftee · 31 juli 2004 op 16:41

Wat een teleurstelling. Wie weet vind je nog een keer iets uit waar je iets mee wint, in plaats van zo veel te verliezen.

Raindog · 31 juli 2004 op 17:58

Boeiend verhaal Francis. Wat een grote teleurstelling. Maarrr… ik kan het niet laten: Misschien is je uitvinding van toen inmiddels wel ingehaald door de actualiteit en ik twijfel er ook geen seconde aan dat je alles gedaan hebt om het voormekaar te krijgen. Desalniettemin, er zijn toch ook bepaalde instanties of verenigingen die je hierbij kunnen ondersteunen nietwaar? Er zijn bepaalde (zaken- of ondernemers-)netwerken die speciaal in het leven geroepen zijn om dit soort dingen een plaats en een kans te geven. Maar als overheden de potentiële opdrachtgevers moeten worden zoals ik uit je stukje begreep, dan zal het wel ‘a whole different ballgame’ zijn vermoed ik. Indien je vinding nog steeds over levensvatbaarheid beschikt, zou ik het geloof ik maar moeilijk vinden om het los te laten. Maar een mens moet keuzes maken nietwaar?

pepe · 31 juli 2004 op 20:59

[quote]Je moet ook een keertje kunnen verliezen in het leven.[/quote]

Je hebt niet alleen maar verloren, je bent immers een hele ervaring rijker.

Leuk geschreven column, ik ben nu toch wel heel nieuwsgierig naar wat nu die uitvinding precies was.

Dees · 31 juli 2004 op 23:37

Dat lijkt me best een hard gelag.

Ook ik krijg er een beetje positivo neigingen van trouwens. Misschien nu, je uitvinding met een likje verf en een verbeterde hightech look… En, en.. wat was het nou eigenlijk?

Grtz,

Dees

Mosje · 1 augustus 2004 op 00:05

Ik denk dat ik weet wat het is: Een haakje en een oogje. Als je nou dat haakje uit dat oogje wipt, dan valt de voorkant van de boot op het strand. Toch?
😛

Louise · 1 augustus 2004 op 09:02

Dan kom je wel even heel hard terug op aarde, kan ik me voorstellen.

Als wij eens een paar dagen weg gaan, nemen wij ons altijd voor het gat in de markt te gaan verzinnen in die dagen. Iedere keer denken we dat het ons gaat lukken en iedere keer…

Maar jij bent veel verder gekomen en dat is toch een gigantisch mooie ervaring 😉

sally · 1 augustus 2004 op 14:45

En dat boek….
heeft dat nog wat voor je opgebracht?

zeeeeeer interessant verhaal.
het heeft mij ook nieuwsgierig gemaakt.
En dan de domper
wij hebben ook wel eens dompertjes meegemaakt.
maar dit….
om gek van te worden!
Sally

FrancisM · 2 augustus 2004 op 08:55

Op verzoek dan maar:

De uitvinding was een veiligheidskabeltrommel voor offshorekranen en sleepboten.
Als sleepboten iets slepen wat dreigt te zinken dan moet men kabels kappen en dat is meestal een levensgevaarlijke bezigheid. Door de spanning op de kabel slaat deze vaak dwars door het machinehuis heen. Offshorekranen die een last van een supplyboot halen die op drift raakt, kunnen in zijn geheel van boord getrokken worden en in zee vallen. Supplyboten mogen namelijk niet voor anker gaan, omdat de zee bezaaid ligt met leidingwerk. Je kunt in zo’n offshorekraan niet zomaar de hijskabel loslaten, want die zal door de snelheid gegarandeerd in een inschering vastlopen.

De kabeltrommel die ik uitgevonden heb werkt als volgt:

De kern van de hoofdkabel is verlengd met een 6 mm hulpkabel die door de trommelwand naar binnen toe loopt en daar opgewonden zit op een kleinere inwendige trommel, die met een bepaalde frictie geremd is.
Als zich nu een calimiteit voordoet schroeft de hoofdtrommel aan een kant open en kan de hulpkabel van de inwendige trommel lopen en houdt zo dus de hoofdkabel strak. Als zich de noodsituatie blijft handhaven dan zal de hulpkabel verder afwinden en uiteindelijk zal hij aan het einde van zijn bereik afknappen. Het uiteinde van de hoofdkabel heeft dus gecontroleerd alle inscheringen doorlopen en zal veilig de hijsinstelling hebben verlaten.
Nu hebben machiniste van landingboten de onhebbelijke gewoonte om het anker te vroeg uit te gooien. De kabel loopt dus van de trommel af en de boot ligt dan vast op het strand. Men moet dan uren zoeken naar de kabel en met mijn uitvinding hadden ze het uiteinde nog met de 6 mm kabel vast.

Volgens mij niet helemaal duidelijk, maar anders wordt het verhaal te lang.

Oh, en het boek dat ik uitgeven heb is nog wel een column waard. U hoort hier nog van.

Raindog · 2 augustus 2004 op 22:48

Ik snap het principe nu Francis. In feite is het een omgekeerde valbeveiliging zoals bijvoorbeeld in de bouw wordt toegepast. In plaats van te remmen, mag de kabel bij nood nu geheel aflopen door de spanning eraf te halen omdat zij gemakkelijk ‘op te pikken is’ aan de hand van de 6mm kabel. Ik kijk uit naar je vervolg.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder