De bierwagen

Het Nederlandse volk doet mij, als 99% ingeburgerde en 50% wettelijke allochtoon, iedere dag weer versteld staan. Frans Bauer is tot daar aan toe, van knakworstjes met kaas er in krijg ik al jeuk onder m’n half Engelse voetzolen, maar ik was –in goed Nederlands- werkelijk flabbergasted toen ik op een wat druilerige zaterdagmiddag voor het grote prostituée-raam van mijn Arnhemse optrekje zat (en nee, niet in het Spijkerkwartier). Een bierwagen trok voorbij. Er hobbelde geen authentiek oud-Belgische boerenkar met een even authentieke boerenknol –dat ras wordt alleen voor Palm nog gefokt- aan mijn raam voorbij, en er tufte ook geen oud Volkswagenbusje volgeladen met Braumeister al knorrend voorbij. Het was een Hollandse bierwagen.

De oerwoudgeluiden die ik onmiddellijk classificeerde als komende uit de kelen van jongens van Jan de Witt tussen de dertig en vijftig, waren al op ongeveer vijftig meter te horen. Weer een roedel Vitesse-hooligans met een slok evenementenpils te veel achter hun kiezen, dacht ik onmiddellijk. Misschien een volledige kliniek opgeschoten toeschouwers van De Dijk, of misschien van Boudewijn de Groot, die een dolle middag hadden gehad. Ik hield overal rekening mee toen ik als een volleerde geraniumbejaarde voor het raam ging staan en vakkundig tussen mijn lamellen door naar buiten loerde.

Een kruising tussen een dichtgeklapte kermiswagen met de grijpmachines er in en een moderne kleuterhuifkar op luchtbanden en met plat dak trok aan mij voorbij. Compleet met BOB-stuurman en tenminste tien halfzatte bierbuiken die zich de longen uit het lijf trapten. Het fietscafe deed een debiliserende ronde door het daar vóór zo mooie Arnhem.

Twee Heineken-thuistaps stonden op de houten tafel, waar de tien mannen aan zaten. Allemaal zaten ze aan hun goudgele rakker terwijl ze allemaal uit alle macht de bierwagen op een gemiddelde snelheid van veertig kilometer per uur hielden met hun getrap. De voornoemde oerwoudgeluiden makend en al wazig om zich heen kijkend. Ik kon mijn ogen niet geloven, en ben daarom naar buiten gerend en heb de bierwagen nog lang nagekeken, tot ze de weg naar links volgden en het fameuze Spijkerkwartier in reden. En het bleef nog lang stil op straat.