Met een zenuwachtig lachje keek de kale man naar de conducteur met de grote snor. In zijn ogen bespeurde ik enige paniek. Hij hield een blauwe strippenkaart omhoog. Zijn vervoersbewijs. Een half uur geleden had de man mij nog aangekeken met een dit-is-eerste-klas-wat-doe-jij-hier blik. Nu ben ik dit gewend, dus vreemd opkijken deed ik niet. Frappant is dat deze mensen bij het zien van de conducteur de benen nemen. Of, zoals deze meneer, schijnheilig gaat zitten nep lachen. Alsof een lach alles doet vergeten. Nou, niet met zo’n gebit. Ik zette mijn Ipod op pauze, zodat ik ongemerkt kon mee luisteren. En in mijn vuistje kon lachen. Ik ben niet vies van een potje sensatie. De conducteur met de grote snor sprak de man streng toe. De woordenwisseling werd heviger en de snor van de conducteur begon driftig mee te bewegen. Met grote ogen aanschouwde ik de snorrendans. De kale man verhief zijn stem en begon wilde handgebaren te maken. Dreigend stond hij op om de conducteur te intimideren. Maar deze liet zich niet van zijn voetstuk brengen. Zijn snor trouwens ook niet.

Het decor van de eersteklas coupe veranderde in het decor van een boksring. Ergens luidde een bel. In de linkerhoek stond Conducteur Cool-en-Co, waar co vanzelfsprekend stond voor zijn snor, en rechts stond de Kale Krijger. Ik was toeschouwer. Conducteur Cool gaf de Kale er gretig van langs. Een linkse, een rechtse en nog een keer. Ik klapte wild in mijn handen, maar voor wie, geen idee. Een blauw oog staat mij niet. Als neutrale toeschouwer bleef ik het gevecht bekijken. Nu moet ik toegeven dat ik heel stiekem toch voor de conducteur was. Mijn reis was immers nog niet voorbij.

De Kale Krijger liet het er niet bij zitten en spuwde op Conducteur Cool. De rochel belandde in zijn grote snor. Langzaam droop het gevaarte naar beneden. Gatver. Vol afschuw sloeg ik mijn hand voor mijn mond. Ik dacht aan die keer dat ik door een lama in het gezicht gespuugd werd. Een gevoel van misselijk overviel mij. Conducteur Cool deed zijn naam eer aan. Hij balde zijn vuist en sloeg de Kale Krijger knock-out.

Ik keek vol bewondering naar de NS-er. Hij had duidelijk hart voor zijn vak. Een groot hart. Goud. Genadeloos toverde hij zijn bonnenboekje tevoorschijn. Vijfendertig euro plus de kosten van het treinkaartje. De Kale Krijger stond op en verliet vloekend en tierend de trein. De conducteur gaf de man nog een trap na ‘Ik bepaal hier de regels, niet jij.’ En zo is het, dacht ik, omdat ik toch wel een beetje bang was geworden.

De conducteur draaide zich om en keek mij aan.
‘Goedemorgen, Uw vervoersbewijs alstublieft’, zei hij vriendelijk. Ik keek naar zijn snor. Zenuwachtig haalde ik het pasje uit mijn portemonnee. In de rechterbovenhoek stond het cijfer een.
‘Prima hoor’ zei de conducteur.
Hij glimlachte.
‘Prettige reis verder’.
Ik knikte en kon alleen maar schijnheilig nep lachen.

Categorieën: Diversen

17 reacties

maurick · 13 januari 2009 op 20:30

Leuk geschreven!

Wel vind ik dat je wel erg korte zinnen gebruikt, langere constructies geven wat meer uitstraling aan het verhaal. En het is iPod, niet de hoofdletter i, maar de hoofdletter p.

Mosje · 13 januari 2009 op 21:18

Geen leuker vermaak dan leedvermaak dus.
Maarre, hoe kom jij aan dat eentje?

Kotsveulen · 14 januari 2009 op 00:11

Ont-zet-tend leuk! Het draagt wat meisjes-achtigs, en dat is een compliment. Mooie afwisseling van zinnen, leuk en gedoseerd gebracht, mooi beschreven, zeer in orde!

[quote]
Een gevoel van misselijk overviel mij
[/quote]

-heid. 😉

Krasblog · 14 januari 2009 op 00:34

Eerste Klas, Doemaar, leuke column.

SIMBA · 14 januari 2009 op 08:19

Leest als een trein 😀 en zo ga jij ook vooruit in je schrijven!

doemaar88 · 14 januari 2009 op 09:05

Dank voor deze correctie, stom dat ik die over het hoofd heb gezien :hammer:

Kotsveulen · 14 januari 2009 op 10:27

Dat zijn schoonheidsfoutjes he! Ik ben ook niet zo van het aanwijzen daar van, maar ik zie het anderen doen en het wordt blijkbaar gewaardeerd, dus ik doe braaf mee. 😉

Mien · 14 januari 2009 op 14:20

De conducteur deed me denken aan Bromsnor (veldwachter in de oude kinderserie Swiebertje).
Streng maar rechtvaardig.

Mooi script zet je neer in deze column.

Mien

Fem · 15 januari 2009 op 07:25

Erg leuk! Wie wil er no z’n eerste-klas-plekje delen met een zwartrijder? 😀

Ma3anne · 15 januari 2009 op 09:29

Grappig, die kleine uitsmijtertjes aan het eind van de eerste drie alinea’s.
[quote]Maar deze liet zich niet van zijn voetstuk brengen.[/quote]
Heb je die voet er bewust in gezet? Hij hoort er niet, maar past wel in deze context.

In de serie treinverhalen vind ik dit weer eens een topper.

doemaar88 · 15 januari 2009 op 09:37

@ Mosje: Papa is NS-er 😉
@ Mien: Je hebt helemaal gelijk over Bromsnor 😆
@ Ma3: Nee, dat heb ik zeker niet bewust gedaan, het was mij niet eens opgevallen!
@ allen: Dank voor de leuke reacties! 😀

Dees · 15 januari 2009 op 14:01

Leuk he de trein 😀

Mosje · 15 januari 2009 op 14:17

Papa is NS’er, heeft ie bij toeval een grote snor?
😀

Anne · 15 januari 2009 op 21:03

Leuk stukje! Dat lekkere aandikken in het midden is het hart ervan, en het geeft het een vette knipoog, maar ik heb het gevoel dat er zonder die knipoog een nog interessantere tekst zou ontstaan. Ik weet niet, misschien omdat we allemaal dagelijks wel eens die mentale absurditeiten doormaken naar aanleiding van het een of ander dat we meemaken…

KawaSutra · 20 januari 2009 op 21:55

Even een late reactie omdat ik jouw column zeker de moeite waard vind. Dat absurdistische in het verloop van de confrontatie vind ik heel leuk beschreven. Een bespiegeling van jouw gedachten op dat moment veronderstel ik.
Mijn complimenten, niet vreemd dat jouw columns hier en daar opgepikt worden. 😉

doemaar88 · 21 januari 2009 op 12:42

Nee, toevallig niet! :hammer:

doemaar88 · 21 januari 2009 op 12:43

Dank voor je leuke reactie/compliment, Kawa!! 😀

Geef een reactie

Avatar plaatshouder