In de laadruimte van een riante bestelbus zat ik met drie anderen te wachten op de dingen die zouden gaan komen. Er werd geen woord gesproken en de spanning was te snijden. En dat ondanks het feit dat wij allen toch niet voor een kleintje waren vervaard. Hier, in de laadruimte van een meer dan riante bestelbus, zat voor een schat aan ervaring als het ging om moord en doodslag. Agressie. Dood en verderf. Geschreven in louter hoofdletters en uitgesproken met het grootst mogelijke respect denkbaar. Deze vier hadden aantallen doden op hun naam staan, die onmogelijk nog te tellen waren. Zelfs schatten was een hachelijke zaak. Bruut geweld in naam van hem, die daar het meest voor over had. Huurlingen. Het absolute tuig en ultieme schorem van iedere oorlog. Zij, die niet bekend waren met het begrip ‘geweten’. Maar nu zaten wij hier vrijwillig. Voor onze eigen zaak. Gratis en voor niets. Omdat wij het zelf wilden. Het maakte ons in feite nog gevaarlijker dan we al waren. En misschien kwam daar die ondragelijke spanning wel vandaan. Eindelijk zouden we vechten voor iets waar we zelf achter stonden. Wat ons aan het hart ging. Falen stond tot vandaag gelijk aan niet worden uitbetaald of een wisse dood. Nu ging het om principes en gevoel. Zaken waar we absoluut onbekend mee waren. Maar het belang drukte zich stilzwijgend, maar onontkoombaar uit in een drukkende spanning die ons allen noodgedwongen het zwijgen deed opleggen. Ieder geluid wat ik maakte leek tien keer zo luid als normaal. Ik zweette. Het gutste echt van mijn lichaam. Voor het eerst sinds jaren moest ik bekennen dat ik bang was. Voor het eerst stond ik doodsangsten uit. Omdat het ging om dat, wat ik belangrijk vond.

Op de parkeerplaats van het grootste tuincentrum van de provincie stopte het busje. Vier in legergroen geklede mannen keken elkaar even aan, maar spraken geen woord. Hier, op deze weinig heldhaftige plek, zou onze persoonlijke oorlog beginnen. Ik controleerde mijn wapen en de rest deed hetzelfde. Stilzwijgend trokken wij, alsof het was afgesproken, tegelijkertijd de zwarte wollen bivakmutsen over ons hoofd. Het was tijd geschiedenis te schrijven. Er was geen weg meer terug. Echt niet. Wat mensen achteraf ook van ons zouden denken of hoezeer ze ons ook zouden veroordelen. Het was tijd voor actie. Niemand deed het en dus moesten wij het wel doen. We moesten. Ik hoop dat er iemand is die mij begrijpt. Die ons begrijpt. Iemand die begrijpt waarom wij deden, wat u allen nu zo vreselijk aan het veroordelen bent.

Zeventien november 2009. Vier zwaar bewapende mannen stappen een tuincentrum binnen en banen zich gewelddadig een weg naar de kerstshow. Eenmaal daar aangekomen gaan zij volledig los, en lijken iedere binding te hebben verloren met alles wat menselijk is. Alles en iedereen gaat neer. De automatische wapens ratelen onophoudelijk. Kerstballen spatten uiteen. Vrolijk versierde bomen breken af als luciferhoutjes. Een manshoge lichtgevende kerstman zakt geruisloos in elkaar, eenmaal getroffen door de kogelregen die zijn weerga niet kent. Ik schiet op alles wat beweegt. Omdat ik mij verraden voel. En mijn zwijgende kornuiten zijn alles behalve een andere mening toegedaan. Huurlingen. Mannen zonder eer behalve als het gaat om klinkende munten. Tot die zeventiende november van het jaar 2009.

Toen we in actie kwamen voor iets wat onszelf aan het hart ging. Waar betaling een belediging zou zijn geweest. Rokende lopen van automatische wapens. Een volledig aan gort geschoten kerstshow en talloze gesneuvelde liefhebbers van een veel te vroege kerst. Wij maakten die dag een punt en kwamen op voor iemand die dat zelf niet meer kan. Sinterklaas; Onze held uit lang vervlogen kinderjaren. Die moet leven met de dreiging te worden verdrongen door iets volstrekt zinloos als kerstmis. Hij die moet toestaan dat al reeds begin oktober de verkoop begint van aan kerst gerelateerde onzin. Sinterklaas als slachtoffer van Tokkies en nietsontziende grootwinkelbedrijven. Niet commercieel genoeg een lang leven beschoren te zijn. Totdat wij dus in actie kwamen. Op de terugweg was het gezellig in de laadruimte van de riante bestelbus. De enige spanning was nog wat we daags daarna in onze legerbootsen zouden aantreffen. Fuck kerst en lange leve Sinterklaas. We zongen sinterklaasliedjes en aten pepernoten. En wisten dat het nu weer goed zou komen.

http://hetwakendoog.blogspot.com/

Categorieën: Diversen

2 reacties

DACS1973 · 23 november 2009 op 07:30

Nou, volgens mij neemt de Sint jullie mee in de zak, stelletje kwajongens. Een beetje met machinegeweren staan schieten, foei!

Trouwens, wat vindt de goedheiligman er eigenlijk van dat in september al de kruid- en pepernoten, alsmede de chocoladeletters in de schappen te vinden zijn?

Verder heeft de Sint in zijn Grote Boek gelezen dat je onmogelijk kunt weten dat een manshoge lichtgevende kerstman [b]geruisloos[/b] in elkaar zakt, wanneer alles om je heen met vier luidruchtige repeteergeweren uit elkaar wordt geknald.

De Taalpiet meldt dat het woord ‘legerbootsen’ hem niet bekend voorkomt. Hij vreest een verhaspeling van de woorden ‘boots’ en ‘laarzen’.

KawaSutra · 24 november 2009 op 01:13

The A-team maakte nooit slachtoffers, dat weet je hè. En dat was hun kracht. Dus even wat meer ironie en het zou een geweldige column zijn geweest. De achterliggende gedachte is overigens heel leuk.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder