De Heldendaad..

In de laadruimte van een riante bestelbus zat ik met drie anderen te wachten op de dingen die zouden gaan komen. Er werd geen woord gesproken en de spanning was te snijden. En dat ondanks het feit dat wij allen toch niet voor een kleintje waren vervaard. Hier, in de laadruimte van een meer dan riante bestelbus, zat voor een schat aan ervaring als het ging om moord en doodslag. Agressie. Dood en verderf. Geschreven in louter hoofdletters en uitgesproken met het grootst mogelijke respect denkbaar. Deze vier hadden aantallen doden op hun naam staan, die onmogelijk nog te tellen waren. Zelfs schatten was een hachelijke zaak. Bruut geweld in naam van hem, die daar het meest voor over had. Huurlingen. Het absolute tuig en ultieme schorem van iedere oorlog. Zij, die niet bekend waren met het begrip ‘geweten’.

Het Kaartenhuis..

Trots stond hij voor het bouwwerk, geheel opgetrokken uit een groot formaat speelkaarten. Twee jaar van zijn leven had hij in dit bizarre project gestoken. Twee jaar bouwen en daarbij trotserend wat maar redelijkerwijs te trotseren viel. Allereerst was de fundering niet ideaal geweest, maar hij had gedacht dat als de wil er was, het resultaat wel zou komen. En daar leek het inderdaad op. Tijdens de bouw had hij stormen moeten doorstaan, moedwillige tegenwerking, een tekort aan materialen en noem alle problemen maar op die zich kunnen voordoen bij een project als dit. Maar het stond. Het was hem gelukt. Trots keek hij dus naar dat, waar hij alles voor had gegeven.

De Man Van Sta-Vast..

Ik ben een man van het avontuur. Niets is mij te gek zolang er maar risico’s aan kleven en ik in dit streven net even verder ga dan de gemiddelde mens dat zou doen. Bungeejumping, parachutespringen of diepzeeduiken; Niets is mij te gek en ik zou er uren over kunnen praten. Sterker, mocht ik één van deze zaken inderdaad ooit nog eens ondernemen, dan zál ik er uren over praten. Wat ik u brom. Omdat ik mij nu eenmaal niet schaam voor mijn hang naar avontuur, gevaar en het net even anders willen zijn dan de rest.

De Ziekelijke Liefde..

Wij allen zijn mongolen. Om overigens direct mijn excuses te maken aan zij, die dit predicaat ‘officieel’ met zich meedragen. Ik probeerde in mijn eerste zin enkel een statement te maken, duidelijk te zijn. Ik wilde aangeven hoe ongelooflijk achterlijk wij allen zijn. Hoe dicht we eigenlijk nog staan bij beesten met veel te lange armen, die zich al slingerend handig van boom tot boom laveren. We vliegen met raketten naar de maan, techniek is helemaal ons ding, gemiddeld spreken we drie talen vloeiend en geen vraag lijkt ons onmogelijk genoeg, er antwoord op te willen kunnen geven. Lang leve de wetenschap en de menselijke ontwikkeling. Wij zijn goed. En we kunnen daar ongekend trots op zijn.