Zoals gewoonlijk zat ik die zondagmiddag in café “de Gevulde Kip” op mijn vaste stek aan de bar het laatste nieuws door te nemen met Pieter de kastelein. Plotsklaps zwaaide de deur open. Een vreemdeling kwam binnen en hij kwam ook écht binnen. Een zwarte Stetson op zijn hoofd, cowboylaarzen tot aan zijn knieën en in onvervalst Texaans klonk het: “Hello guys, I’m George. Can anyone of you tell me where I can find the location of the old mill of Rowerdoonk?” “Volgens mij bedoelt hij Roerdonk” zei Pieter tegen mij. “Yes we can” riepen we samen in koor. “Then I’ll buy you a beer” schreeuwde George en schoof bij ons aan. Hij legde aan ons uit dat hij de vorige dag vanuit Amerika in Nederland was aangekomen. “And now I am here, searching for my roots. My grandparents used to live in the old watermill.” En zo ging hij maar verder, een waterval was er niets bij. De moeder van George’s vader was in 1931 vanuit Nederland naar Amerika geëmigreerd. Haar man had kort daarvoor zelfmoord gepleegd, waarop zij de watermolen van de hand had gedaan en het land verlaten. Om weer wat rust in “de Gevulde Kip” te creëren verklapte ik George dat mijn neef Theo de huidige eigenaar van de watermolen was. Hij was jaren bezig geweest om de ruïne op te knappen zodat het nu weer op het pittoreske bouwwerk van weleer leek. Wellicht dat hij de Texaan nog meer kon vertellen over de geschiedenis van het gebouw en zijn bewoners. George was door het dolle heen, sloeg mij op mijn schouder en brulde: “Let’s visit your nephew.”

Even later wandelden we schouder aan schouder naar de watermolen waar we met veel enthousiasme werden ontvangen door neef Theo. Deze gaf ons met gepaste trots een rondleiding door het door hemzelf met veel liefde en vakmanschap gerestaureerde pand. Het zag er prachtig uit en met de ligging aan de meanderende rivier zou het zo voor een schilderwerk van Meindert Hobbema model hebben kunnen staan. Theo wist veel over de watermolen te vertellen en ook dat er op zolder nog een kist stond te verstoffen met oude documenten van voor de verbouwing. Hij had deze nog niet eerder bekeken, maar dit was wellicht een goed moment om ze samen eens te onderzoeken. De kist werd van zolder gehaald en zat vol met oude zooi. Vergeelde vooroorlogse foto’s, oude kasboeken, sleutels en ook een bidprentje van molenaar Wim van Otterdijk, George’s grootvader. Uit de tekst bleek dat hij de hand aan zichzelf had geslagen. Maar het opvallendst was een mapje met het afschrift van een politierapport uit 1931. De naam Wim van Otterdijk trok meteen onze aandacht.

Categorieën: Vervolg verhalen

Thomas Splinter

Verhalen zijn splinters uit mijn onderbewustzijn.

2 reacties

troubadour · 12 april 2014 op 20:42

Veelbelovend, mooie spanningsboog naar de delen 14, 15?
Ik ga ze volgen, het leest lekker!

    Thomas Splinter · 14 april 2014 op 12:48

    Dank je wel voor deze opbouwende stimulerende en motiverende reactie. Deel 2 is onderweg!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder