Enige tijd geleden heb ik noodgedwongen een stoel gekocht. Een nieuwe tweedehandse. Nog enigszins onwennig nam ik plaats in mijn nieuwe zetel. Het comfort was overweldigend. Een stevig zitvlak en een perfect afgestelde rugleuning. Voorzien van een opbergruimte aan de achterzijde en onder de zitting. Zo kan ik desgewenst een krantje binnen handbereik opbergen. Ook voor mijn GSM een mooi houdertje. Aan de achterzijde twee puncture-proof sportbanden. Compleet met easy-grip hoepels. Bekleed met de meest luxueuze space-age bekleding. De techniek staat voor niets. Zwenkwieltjes aan de voorzijde. Elke hobbel kan comfortabel geslecht kan worden. Dit alles gemonteerd op een modern metallic-groen gelakt frame. Op de buizen ter decoratie modieuze felgekleurde belijning.

Geen duw-handvatten op de achterzijde, erg belangrijk in mijn ogen. De opvouwbare transport-stoel die ik tot nu toe gebruikte had die wel. Een eindeloze ergernis. Ongevraagd duwden mensen me met de beste bedoelingen naar een plekje waar ik niet wil zijn. Het angstzweet brak me regelmatig uit als er recht op een lantaarnpaal af gekoerst werd. Pas op het allerlaatste moment werd er dan uitgeweken. Scheef hangend door de bruuske bocht dankte ik de grote man daarboven dat ik deze beproeving weer zonder kleerscheuren had doorstaan.

Zitten in een rolstoel is eigenlijk een onverdeeld genoegen. Dat had ik al veel eerder moeten doen. Sporten is nu pas echt relaxen. Ik kan tijdens de lichaamsbeweging lekker blijven zitten. Waar anderen zich in de winkels door mensenmassa’s heen moeten wurmen, word voor mij ruim baan gemaakt. In de supermarkt loopt er een medewerkster met mij mee om mijn winkelwagen te duwen. Ik hoef alleen maar het artikel aan te wijzen dat ik wil kopen. Desgewenst worden de ingrediënten voorgelezen, hoewel mijn ogen nog goed zijn.

Reizen per openbaar vervoer is een waar genot. Vooral tijdens de spitsuren. De instap-hulptroepen van de Spoorwegen jagen de opeen gepakte mensenmassa van het rolstoel-balkon. Ze nemen maar een trein later. Altijd heb ik een zitplaats terwijl ik vaak de laatste ben die is ingestapt. Het treinkaartje koop ik alleen voor de vorm, geen conducteur haalt het in zijn (of haar) hoofd mij daar naar te vragen. Voordringers worden vaak met de nek aangekeken. Ik niet, men glimlacht me toe, knikt vriendelijk met het hoofd.

Voor het optimale amusement heb ik een aankoppel-handbike. Op winkelpromenades wordt iedereen die het waagt te fietsen gesommeerd af te stappen. Geen agent die mij dat zal gelasten. Minzaam wordt ik door de dienders gegroet als ik op mijn bolide voorbij sjees. Als ik geen zin heb om de fiets-voorkant af te koppelen rijd ik gewoon met fiets en al een winkel binnen. Niemand die er wat van zegt.

Met mijn vrouw naar de markt gaan heeft ook een enorme vooruitgang ondergaan. Geen enkele marktkoopman spreekt mij nog aan. Ongegeneerd vragen ze aan mijn wederhelft wat “hij” zoekt. Misschien vreest men dat er slijtage veroorzaakt wordt aan mijn grijze massa als ik zelf moet praten of denken? In ieder geval is het wel heerlijk rustig. Zo’n plezier is het niet om de verkooppraatjes aan te horen.

Er zijn wel mensen die een praatje met me aanknopen. Meestal vragen ze me of ik geen hekel heb aan de rolstoel. Steevast vertel ik dan van mijn reis naar Lourdes. Mijn wanhoopspoging om uit die stoel te komen. Hoe ik met ware doodsverachting zo de bronnen in ben gerold. En dat het wonder geschiedde. Ik kwam het water uit met nieuw profiel op de banden.

Mijn leven heeft met de hypermoderne rolstoel pas echt kwaliteit gekregen. Ik ben een gelukkig mens in een bevoorrechtte positie. Elke dag loopt alles op rolletjes. Leve de vooruitgang. Even kijk ik om me heen. Als er niemand naar me kijkt pink ik snel een vreugdetraantje weg.

Uit: De EDS Experience (Kleine verhalen over een groot mysterie)


Bhakje

Ik ben 52 jaar, levensbewandelaar, al jaren afgekeurd, en woon in Hongarije. Ik ben soms cynisch, soms sarcastisch, soms ook wel lief. Wat ik vandaag in mijn column goed vind, vind ik morgen in mijn column misschien niet goed, waar ik gisteren voor was, ben ik vandaag nog niet zo zeker over. Ik schrijf om tot nadenken te stemmen, om een lach uit te lokken of om een discussie te starten. Maar vooral schrijf ik voor mezelf, en niet voor anderen. Ik heb geen goedkeuring of afkeuring nodig, maar waardeer feedback enorm omdat ik daar wat mee kan. Boven alles ben ik Bhakti, al noemen mijn vrienden mij: Bhakje. In het dagelijkse leven zijn mijn vrouw en ik bezig met het opzetten van een zelfvoorzienende boerderij (Hutopia) in Hongarije. Wie eens rond kijken wil mag onze website bezoeken.

13 reacties

BlogBoy · 17 februari 2012 op 12:23

Ik dacht eerst: dit kan nooit interessant worden, een column over een stoel. Maar niets is minder waar! Mooi stuk.

SIMBA · 17 februari 2012 op 12:57

[quote]En dat het wonder geschiedde. Ik kwam het water uit met nieuw profiel op de banden.[/quote]
😆 😆 😆

Harrie · 17 februari 2012 op 14:22

Gefeliciteerd met deze nieuwe aanwinst. Geldt ook voor de column.

Marja · 17 februari 2012 op 14:51

Die van Lourdes kende ik al, maar verder zou ik bijna jaloers op je worden.

Ferrara · 17 februari 2012 op 15:26

Ha eindelijk daar ben je weer. Ik miste je al een tijdje, maar ik begrijp nu dat je druk doende bent geweest met je nieuwe bolide. Wat een plezier, vooral dat treinreizen… 😆
“Humor is de beste saus”
Pak je de schrijfdraad weer op?

Meteen even op de EDS-site gekeken, kan het boekje daar niet vinden.

Meralixe · 17 februari 2012 op 16:39

Haha……terug van weg geweest!!!

Mag ik om enige verduidelijking vragen?
Betekend die laatste regel dat U het stukje niet geschreven hebt of dat dat boekje u de inspiratie bezorgt heeft voor de verzameling van deze mooie ironie?
:eh: :oeps:

Bhakje · 17 februari 2012 op 21:46

Ik ga even proberen een reactie te geven op de reacties :lach:

Inderdaad is de “Lourdes-grap” niet nieuw, maar ik heb toch er voor gekozen om deze te gebruiken omdat deze de ironie die ik in deze column wilde bereiken goed onderstreept.

Het boekje is nog niet te vinden op enige EDS-site (er zijn er meerdere), omdat ik er nog hard mee aan het werk ben. Het is dus niet een boekje waar ik inspiratie uit heb gehaald maar waarmee ik hoop te inspireren 😉

Inderdaad ben ik terug, de afgelopen tijd erg druk geweest, en bezig geweest een richting te vinden voor het vervolg van mijn schrijfsels. Tot nu toe heb ik gestreelt en geschopt, gelachen en nagedacht in mijn teksten, nu wil ik van binnen uit schrijven. Meer persoonlijk naar buiten treden in het medium “column”.

Ik wil proberen om ook in komende teksten op een kleurrijke wijze uitdrukking te geven aan mijn ervaringen met EDS. En op den duur deze kleine verhalen over een groot mysterie in een boekje uitgeven (EDS is hooguit een diagnose, een naam voor een syndroom, maar verder een absoluut mysterie). :eh:

Marja · 17 februari 2012 op 21:55

EDS is in elk geval geen grapje. Ik had er nog nooit van gehoord. Zo leer ik iedere dag weer bij.
Bedankt voor je uitleg en een kleurrijke toekomst gewenst.

Fem · 18 februari 2012 op 09:26

Heerlijke ironie! Daar hou ik van….

Dees · 18 februari 2012 op 10:23

Haha, heerlijk stuk, goed geschreven.

JoeyvG · 18 februari 2012 op 15:10

Als iedereen zo`n relativeringsvermogen als jij zou hebben zou het een mooie wereld zijn.

pally · 18 februari 2012 op 15:58

Verdomde- Loewietjehumor, verfrissend! :wave: 😆

groet van pally

Harrie · 18 februari 2012 op 17:11

Leuke en snelle column.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder