Ingezonden brief

Beste André H.,
Bij deze een welkomstbrief van mij voor jou. Je zit weliswaar nog in het wachtportaal, maar dat neemt niet weg dat je toch iets van mijn aandacht voor jou zult ervaren. Iedereen die mijn Rijk binnentreedt, krijgt deze brief. Dus jij ook. Ik heet je welkom en ik hoop dat je je niet zult vervelen. Mocht dat wel zo zijn, dan zal ik je op transport moeten stellen naar mijn Overbuurman. Ooit heb ik met de Goede Man slaande ruzie gekregen en sindsdien probeer ik zoveel mogelijk volgelingen van Hem af te pakken (en dat lukt me heel aardig). Tot zover het standaardgedeelte van deze brief. Nu komt het afwijkende deel. Zet je schrap!

Ooit (en vele momenten daarna) verstond jij het in je aardse leven een keuze te maken. Je kon kiezen tussen de brede comfortabele weg naar mijn Rijk en het moeilijk begaanbare, vol met valkuilen geplaveide, kronkelige bergpad naar de stek van mijn Buurman. Je koos (overigens heel terecht) de brede comfortabele weg en niet zonder reden. Die keus heeft je geen windeieren opgeleverd. Aardse rijkdom was jouw deel. De beloning voor al dit fraais heb je ook mogen ontvangen in de vorm van gespeelde betrokkenheid door tal van hotemetoten tijdens het professioneel georganiseerde afscheid in de Amsterdam Arena, waar onder het genot van vele liters geestrijk vocht afscheid werd genomen van jou, de in Amsterdam (e.o.) werelberoemde smartlap van de eeuw (die nog maar een paar jaartjes oud was, wat de pret niet mocht drukken).

Op zo’n moment zie je wie echt is en wie niet.
Neem nou jouw gabber Johan C. Hij beperkte zich in zijn afscheidswoord tot een beeldfragment, waarin te zien was hoe jij zonder te wankelen de middenstip van een voetbalveld wist te halen onder het uitslaken van de onsterfelijke kreet “Wat een eer!”. Ik had liever gezien dat je had geroepen “Waar is mijn BVO’tje!?”.
Het was goed dat Johan niet uitvoerig aan het woord kwam, want als je een man aan het woord laat die niets interessanters kan uitkramen dan “Elk nadeel hep zijn voordeel.” (o.i.d.), dan vraag je je wel af op wie dat nadeel dan slaat.

Neem nou die burgervader van Amsterdam (met ambtsketen). Zou hij die ketting nou expres hebben gedragen omdat hij bang was niet herkend te worden of om op die manier Freddie H. dat gratis biertje te kunnen aftroggelen? Hij heeft in ieder geval, aldus de spreekstalmeester, ‘gezellig’ op de tribune zitten kijken naar al dit fraais. Er werd zelfs geapplaudisseerd voor die gezelligheidstherapie van Amsterdams eerste burger.

Of neem nou die platenbaas. Voor het eerst heb ik een platenbons meegemaakt die een artiest die nog nooit een nummer 1-hit heeft gehad veren in de reet stak. Die platenman stuur ik t.z.t. naar mijn Overbuurman. Volgens mij bevind hij zich samen met dat griezelig kale dikbuikje dagelijks in Dromenland.

De heer Barend, de schreeuwlelijk van de vaderlandse buis, de man die journalist wordt genoemd (is dat een grap?), die publiciteitsgeit bij uitstek, vond het nodig om jou de hemel in te prijzen. Daar ben ik niet zo content mee. Die wil ik later ook niet in mijn Rijk aantreffen (maar het zal er wel weer op uitdraaien dat ik hem toch moet accepteren, dat kan je zo hebben met losers). Jou daarentegen heb ik uitgekozen. Ik wil jou omdat jij:
* gekozen hebt voor je eigen weg (dus de mijne);
* een vrolijke bende wel kunt waarderen;
* niet vergevingsgezind was voor bloedverwanten;
* je lichaam niet hebt gemaakt tot een tempel voor mijn Buurman’s geest;
* wel van ’n vuurtje houd. Dat laatste maakt je tot mijn favoriet;
* zo heerlijk tegen de toon aan kunt zingen (eigenlijk is dat vals zingen maar in het jargon heet dat, geloof ik, emotie);
* mijn vriend bent: ik geloof in jou;
* een grote bek hebt en dat heb ik nodig om die andere zombies in mijn tent koest te houden;
* een leeghoofd bent, puur gericht op jezelf met narcistische trekjes. Daar geil ik op.

Ik vertrouw erop dat je je zult misdragen zoals je dat op aarde deed. Dus, geef nooit op met drinken, roken en grote bekken geven en je hoofd opzij draaien als iemand iets met jou goed wil maken, want bedenk beste André, je bent nu van mij. Je behoort tot de elite van mijn Rijk. Die status moet je kunnen waarmaken. Zing voor mijn part de kraaien van het aardse dak of rook je te barsten (in mijn Rijk zul je niet nog eens sterven: het hart dat ik je geef is zo hard als diamant). Steek er nog een op en drink een pintje en proost daarbij op mij. In de tussentijd por ik het vuur in de open haard nog wat op. We moeten er natuurlijk wel warmpjes bijzitten, toch?

Je gabber Lucifer

Categorieën: Diversen

2 reacties

rrobin · 4 oktober 2004 op 19:52

Het is dat ik voor straf naar Hazes zou moeten luisteren, anders had ik al een plekje gereserveerd 😀

ignatius · 5 oktober 2004 op 13:43

Proost :pint:

Geef een reactie

Avatar plaatshouder