Na twee en een halve maand keihard gewerkt te hebben aan een recreatieruimte voor de daklozen van het Leger des Heils in Paramaribo, wordt bij de opening God bedankt en geprezen. Wie heeft er weken in een beschimmelde stoffige, bloedhete zolder opgeruimd, de ruimte schoongemaakt, geverfd en ingericht? Nou dat was niet God hoor. Ik zou mogen blijven zitten bij de opening, om de sprekers te kunnen horen. Toch werd ik gewenkt door de twee dames die de hapjes en drankjes klaar zouden zetten. Vervolgens beginnen ze mij in onduidelijke gebarentaal te commanderen. Ik snap ze niet. Zij elkaar wel.
Hardop vraagt de een aan de ander of ik wel Nederlands spreek. Sorry, ben je vergeten dat ik je net nog vroeg om het drinken van beneden te halen? Dat je dat vervolgens deed, dus begrepen had. Reageer ik boos kijkend in mijzelf.
Het officiële gedeelte is afgelopen, hapjes en drankjes staan klaar op tafel. Mij leek het handig dat de mensen naar de tafel zouden komen lopen, om een gebakje en een drankje naar eigen keuze te kunnen pakken, en vervolgens wat te kunnen socializen met elkaar.
Maar nee. Ik moet met het dienblad in de meest onlogische volgorde achter een van de dames aanlopen, en de dame kiest zelf de gebakjes voor de mensen uit. Ik zie de teleurstelling in de hun ogen, tijdens het beleefd aanpakken van het vruchtengebakje, terwijl ze vol verlangen naar de chocoladegebakjes kijken, die ook op mijn dienblad staan.
Niks socializen. De mensen bleven zitten op hun reet, en vertrokken in stilte na het opeten van hun gebakje. De twee dames en ik blijven uiteindelijk over. Ze praten onverstaanbaar tegen elkaar, terwijl ze een voor een naar mij kijken. Ik werp ze een boze blik toe. Onder het mom van opruimen verdwijn ik met het overgebleven gebak richting uitgang. Terwijl ik met de grote gebaksdoos tegen de deur aan bots, word ik er op gewezen dat ik ook via de winkel naar beneden kan. “Jaha, het lukt wel!”, roep ik ze geïrriteerd na, terwijl ik de trap af loop.
Aangekomen bij het kantoor, zit er een man met een net klaargemaakt heroïnepijpje tegen de deur aan. “Sorry meneer, mag ik er langs?” Er volgt een betoog dat hij niet gevaarlijk is. “Prima meneer, geniet van uw trip” mompel ik terwijl hij wegloopt.
In het kantoor gaat de telefoon. “Sociaal Centrum, met Suus!” “Er zou iemand om 11.00 kleding bij mij op komen halen, en er is nog steeds niemand geweest”, zegt de vrouw aan de andere kant van de lijn. Ik kijk naar de klok en zie dat het 11.30 is. “Misschien is de persoon te laat.” Denkend aan het feit dat ik mij in Suriname bevind. “Maar er zou iemand langs komen.” Zei ik dat er niet iemand langs gaat komen?, vraag ik mij af. “Als u gisteren heeft afgesproken dat er iemand komt, dan zal hij nog wel komen, misschien is hij te laat”, zeg ik nogmaals. “Komt hij dan niet meer?”, vraagt de vrouw. “Als u een afspraak heeft, zal hij wel komen.” “Dus hij komt nog?”, vraagt ze hoopvol. “Dat denk ik wel.” Eindelijk hangt ze op.
Als ik later terug ga naar de recreatiezaal, zijn de dames alle stoelen achter slot en grendel aan het zetten. Ook de spelletjes zijn reeds in een gesloten kast gezet.
“We hebben de recreatieruimte net GEOPEND, is het niet?”, vraag ik mij verbaasd en geïrriteerd hardop af. “Anders wordt alles gestolen”, zeggen ze vol overtuiging in koor. De dames gaan weg. Ik blijf achter. Ik ga zitten op de grond en zet de tv aan, die in een kooi van ijzeren tralies als enig overgebleven recreatieobject is achter gebleven. Het begint te sneeuwen.


5 reacties

Mup · 13 april 2007 op 15:03

Mooi voorbeeld van twee verschillende culturen bij elkaar en de irritaties die het op kan wekken.Intergreren valt niet altijd mee, en ik kan het de dames niet echt kwalijk nemen dat ze in hun eigen taal spraken.
Mooi einde,

Groet Mup.

DriekOplopers · 13 april 2007 op 23:44

Snappen de dames je niet, of minachten ze je? Hoe dan ook gedragen ze zich niet erg vriendelijk… Ik wordt brommerig, dus het is een goede column die me raakt.

Hulde dus!

KingArthur · 14 april 2007 op 03:07

Ik denk dat je verwachtingen iets te hoog gespannen waren waardoor alles een beettje tegen viel. En dat is jammer.

Bedenk wel, gezelligheid maak je zelf.

KawaSutra · 14 april 2007 op 21:56

[quote]Het begint te sneeuwen.[/quote]
Prachtig gekozen slot, de evaluatie van een project waar je trots op had willen zijn. Als ‘ervaringsdeskundige’ kan ik wel met je meevoelen.

Dees · 15 april 2007 op 12:06

Schitterend geschreven…. Doet me ook wel denken aan een vriendin die in een dorp ergens in Afrika een waterput had helpen bouwen. Bewoners moesten namelijk 2 kilometer lopen voor water. Een jaar na het in gebruik nemen van de waterput kwam ze terug en de waterput lag daar te vervallen terwijl bewoners elke dag 2 kilometer heen en terug liepen om water te halen.

Tsja, en wie heeft er dan gelijk?

Maar nogmaals, prachtig geschreven en ik kan me je irritaties ook levendig voorstellen.. Je had wel de potentiële humor meer mogen uitbuiten, want dat zit er wel in en komt er niet helemaal uit.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder