15 mei 1940

Geachte Heren van de redactie van het Algemeen Handelsblad,

Terwijl ik aan deze brief begin te schrijven, besef ik dat U deze niet zult lezen, aangezien ik hem niet zal verzenden, maar verbranden. Toch heb ik wat dingen die me van het hart moeten. Ik hoop dat U mij dat niet kwalijk zult nemen.

De afgelopen dagen hebben onze jongens dapper gestreden tegen een leger dat weigerde de Nederlandse grenzen te respecteren. Onze jongens hebben gestreden als leeuwen om ons grondgebied te verdedigen. Op hen mogen we trots zijn. Het is uiterst droevig dat zovelen van hen zijn gesneuveld of krijgsgevangen zijn genomen. Ik bid dat de gevangenen veilig thuis mogen komen en dat de gevallenen een waardig afscheid kunnen krijgen.

Daar houd mijn fierheid wel op. Ons trotse leger is onder de voet gelopen in slechts enkele dagen. Waren wij bij voorbaat te nietig in deze strijd of zijn er in onze parlementaire democratie verkeerde keuzes gemaakt? Ik weet het niet. Dit is iets waar over vele jaren de geschiedschrijvers hopelijk een antwoord op kunnen geven. Ik hoop dat ik dat moment mee mag maken. Het zou betekenen dat er een tijd komt waarin wij onze woorden niet meer op een weegschaal hoeven te leggen om ons leven niet in de waagschaal te stellen. Ook daarvoor bid ik.

Ons fiere land is nu bezet door een vreemde mogendheid. Ook dat is niet iets om trots op te zijn. De zaken die U de afgelopen tijd over de expansiedrift van ons buurland heeft geschreven en over de onderdrukking van sommige rassen en groeperingen binnen hun samenleving, doen mij beven en vrezen voor de toekomst van onze eigen bevolking.

Wilt U met mij bidden voor een goede afloop en voor allen die voor ons land gevochten hebben of dat nog zullen doen? Ons dappere volk zal het nodig hebben.

Met hoogachtende groet,
J.P. de Grote, Amsterdam


Lianne

Ik ben een enthousiast schrijfster van fictie. Voel me nog beginnend, schrijf korte verhalen in allerlei genres, maar altijd met aandacht voor de mens achter het verhaal. liannehartman.wordpress.com

9 reacties

Mien · 16 oktober 2014 op 17:34

En toch komt ie binnen … deze brief. Knap geschreven! :yes:
Ik zou alleen de titel hebben ingekort tot ‘Onverzonden brief’.

    Lianne · 17 oktober 2014 op 10:47

    Dank je!
    De titel ontstaat meestal vanzelf tijdens het schrijven. Deze keer wilde die maar niet komen … Jouw titel is een goed alternatief.

Meralixe · 16 oktober 2014 op 19:09

Ik zit me hier rot te piekeren, onder meer over de tweede alinea. Een brief, gericht aan een redactie maar gedoemd tot verbranden. ?:-)
En dan, die stokoude geschiedenis … Zitten er daar overeenkomsten bij voor onze huidige maatschappij? Zo ja, ik zie ze niet direct, zo neen, mag ik het dan met eerbied voor ‘onze jongens’ een zwakke brief noemen?

Dees · 16 oktober 2014 op 20:30

Origineel idee, dat zeker. Op zich ook goed ingeleefd. Toch kan de brief mij ook niet helemaal pakken. Het hinken tussen trots (en synoniem fier) en niet is voor mij niet helemaal overtuigend. En behalve het originele aspect voegt het stukje voor mij weinig toe, het doet niet zoveel. Althans, niet met mij.

g.van stipdonk · 16 oktober 2014 op 21:54

Deze uitdaging blijft verrassen, dat is zeker. Ook jij weet de opdracht op een geheel eigen wijze in te vullen. Met al die verschillende stijlen begint het op een kleurrijk lappendeken te lijken. Vraag me wel af of je hier niet de authentieke spelling van 1940 had moeten hanteren.

troubadour · 17 oktober 2014 op 07:11

Tsja, veel van onze gedachten halen de publiciteit niet. Deze is verre van een slechte.

Lianne · 17 oktober 2014 op 10:49

Dank voor de opmerkingen. Als ik openingen zie, zal ik mijn best doen om nog een verbeterde versie te schrijven. Ik wacht vol spanning op Hella.

pally · 17 oktober 2014 op 22:08

Origineel bedacht, maar door de manier van verwoorden, schept het eerder afstand, dan dat ik mij betrokken voel.

senahponex · 23 oktober 2014 op 10:38

Een prima brief en als je wilt kun deze zo insturen, hij was en is actueel

Geef een reactie

Avatar plaatshouder