Het regent pijpenstelen als ik eindelijk de bus in kan stappen. Ik ben tot op de draad toe nat. Met mijn koude, natte handen probeer ik zo snel mogelijk mijn ov-chipkaart langs het apparaat te schuiven. Achter mij hoor ik een geïrriteerd zuchten, omdat ik het kennelijk niet vlot genoeg doe. De chauffeur klapt de deuren dicht en vervolgt direct zijn rit. Hij moet zeker verloren tijd in te halen, want bij de resterende haltes staan ook vast mensen drijfnat te wachten tot hij eindelijk komt. Mezelf vastklampend aan de passagiersstoelen baan ik me een weg naar een nog lege zitplaats.
Al strompelend passeer ik andere reizigers, die allen verveeld, chagrijnig en vooral nors voor zich uit kijken. Gelukkig tref ik achter in de bus nog een bank met plek voor vier personen, waarvan er slechts een bezet is. Ik plof neer en leg mijn natte tas naast me op de bank.

Tegenover mij zit een meisje van een jaar of 17, geheel in het zwart gekleed. Haar natte, zwarte haren plakken om haar gezichtje, haar ogen zijn met veel zwarte kohl dik omrand. Ze blikt stuurs naar buiten en zit bewegingloos in haar stoel. Zo onopvallend mogelijk sla ik haar gade vanonder mijn half geloken ogen. Ik kijk naar haar laarzen met torenhoge hakken en plateau zolen, die volkomen bedekt zijn met gespen en zilverkleurige punten. Haar in zwarte panty gestoken benen worden bedekt door een minuscuul zwart lakleren rokje. De zwarte jas is drijfnat, net als de mijne, en door de druppelende strook kant aan de onderzijde vormt zich langzaam een plasje water op de vloer van de bus.

Ik herken de kledingstijl van het meisje als gothic uit een artikel dat ik eens gelezen heb in een tijdschrift. Gothic’s zijn mensen die zich altijd in zwarte kleding hullen, waarbij ze het liefst naar deprimerende muziek luisteren en met zijn allen wierook en zwarte kaarsen branden, zo melde het artikel. Ongemerkt huiver ik bij de gedachten en stel me voor hoe dit kind, boos op de wereld en iedereen, zich bezig houdt met sombere zaken en misschien zelfs wel zwarte magie!

Plots vangt het meisje mijn blik en kijkt me recht in mijn ogen aan. Ik schrik en verwacht een felle reactie. ‘heb ik iets van je aan of zo’ of ‘wat moet je van me stomme trut’. In lichte paniek besef ik dat ik iets moet doen. ‘wat heb je een mooie jas aan’ stamel ik zacht. Enkele seconden kijkt ze me met haar grote, blauwe ogen aan. Dan breekt er een stralende lach door op haar gezicht.
Een lach die haar hele wezen lijkt te veranderen. ‘vindt u hem mooi mevrouw? Deze jas heeft mijn moeder voor mij gemaakt, knap hé?’. Ik knik onhandig en zie hoe het meisje rechtop is gaan zitten om de jas in beter zicht te tonen.
‘kijk’ zegt ze, terwijl ze zich half omdraaid op haar stoel. ‘aan de achterkant heeft mijn moeder dit geborduurd’. Terwijl het meisje me de achterzijde van haar jas toont zie ik dat er twee prachtige rode rozen met witte stengels op geborduurd zijn. ‘deze rozen heb ik zelf ontworpen en mijn moeder heeft ze er voor mij op geborduurd. Ik zit namelijk op het Grafisch Lyceum, ziet u, en ik wil later graag kunstenares worden’. Nu pas valt mij de grote tekenmap op die naast haar stoel staat.
‘wat een weer hé?’ vervolgt ze vriendelijk. ‘ik verheug me toch zo op een lekker kopje thee als ik straks thuis kom’. Dan trek ik de stoute schoenen aan en vraag haar hoe ze toch kan lopen op die torenhoge hakken. ‘ach, dat went snel genoeg hoor’ lacht ze. ‘weet u, volgens mij ben ik in het verkeerde tijdperk geboren. Wat had ik graag in de tijd van de hoepeljurken en hoeden met pauwen veren erop geleefd’. Ik glimlach naar dit grappige kind en vergeet even de natte, sombere wereld om mij heen.
‘oh, ik ben al bij mijn halte, ik moet eruit’ zegt ze, terwijl ze snel op het knopje voor de chauffeur drukt. Soepel staat ze op, pakt haar tekenmap en loopt naar de deur. De bus staat met een zucht stil en terwijl de deuren openzwaaien kijkt ze me nog even aan en lacht naar me. Ik steek mijn hand op bij wijze van groet. Ik zie hoe ze met haar hoge hakken de bus uithuppelt en kijk haar na, terwijl ze met haar geborduurde jas van de halte af loopt. Op weg naar haar moeder, die vast met een lekker kopje thee en koekjes op haar wacht.

Ik kijk naar buiten en bedenk me met een glimlach dat ik voortaan niet meer zo snel een oordeel zal vormen over mensen die anders zijn dan gemiddeld.
Het leven zit vol mooie verrassingen.

Categorieën: Maatschappij

12 reacties

Avalanche · 21 september 2010 op 14:32

Wow Marilouise, wat een kippenvelbezorgende column. Er woont hier een meisje dat zich sinds een tijdje bij voorkeur in het zwart hult, haar ogen dramatisch dik opmaakt en haar haren in twee kleuren – rood en zwart – heeft laten verven. Ze is allerminst gedeprimeerd en het liefste meisje op de wereld. Dat meisje is mijn prachtige dochter, die me heeft geleerd, voorbij een uiterlijk te kijken en mijn vooroordelen overboord te zetten.

SIMBA · 21 september 2010 op 14:52

Ja, soms zijn we erg snel met oordelen….
Leuk geschreven!

LouisP · 21 september 2010 op 19:01

Marilouise….mooi gekleurd stuk…en bij de zin…
“Plots vangt het meisje mijn blik en kijkt me recht in mijn ogen aan. Ik schrik en verwacht een felle reactie. ‘heb ik iets van je aan of zo’ of ‘wat moet je van me stomme trut’. In lichte paniek besef ik dat ik iets moet doen. ‘wat heb je een mooie jas aan’ stamel ik zacht.”

kreeg ‘k KV(kippevel)….en dan na nog wat mooie zinnen….heel simpel….deze prachtige serie met letters…

“Op weg naar haar moeder, die vast met een lekker kopje thee en koekjes op haar wacht.”

en dat had van mij de uitsmijter mogen zijn…

goed gedaan!

gr.
Louis

Kwiezel · 21 september 2010 op 20:37

Amusant verhaal! Zo zie je maar weer hoe je je kunt vergissen 😉

Kritisch puntje: ’n klein beetje op je hoofdlettergebruik letten…

pally · 21 september 2010 op 22:11

Heel leuk stukje over vooroordelen. Ben het wel met Louis eens dat de ‘koekjeszin’ als uitsmijter beter was geweest.
Zeker de allerlaatste zin is jammer. En ‘ik bedenk me’ betekent echt iets anders dan alleen ‘ik bedenk’…maar ik zie het steeds vaker staan.
Zich bedenken betekent namelijk dat je iets niet gaat doen.

groet van Pally

sylvia1 · 22 september 2010 op 06:37

Ik vind het een lief stukje. En een goede boodschap.

Mien · 22 september 2010 op 07:53

Verfrissend deze column, in alle opzichten.
Zowel de binnen- als buitenkant zijn mooi.

Mien Artistimpression

Ontwikkeling · 22 september 2010 op 09:21

Iets is niet altijd wat het lijkt…..dat heb je meer dan raak beschreven.
Erg mooi!

schoevers · 22 september 2010 op 09:32

Prima column. Mooi omschreven en een compliment waard. Het verhaal is wel een ’tikkie zoet’.

arta · 22 september 2010 op 20:00

Ik vind die gothic-meisjes zó mooi, vooral de Lolita-gothics! (Als ik wat jonger was…)
Leuk stukje, licht kabbelend, wel mooi.

Kok · 23 september 2010 op 16:30

Een mooi evenwichtig opgebouwd verhaal. Ik bespeur een stijgende lijn in je inzendingen en dat doet me genoegen. Het verhaal is zo opgebouwd dat het heel natuurlijk overkomt en uitnodigt van de eerste hoofdletter tot de laatste punt door te lezen, wat minstens zo belangrijk is.

Nu we het toch over hoofdletters hebben: wat grappig dat alle zinnen die [b]niet[/b] met een hoofdletter beginnen, voorafgegaan worden door een aanhalingsteken of een dubbel aanhalingsteken. Gevalletje tekstverwerkersluiheid?

Los van dat kleine gebbetje: ik vind het een leuk verhaal. Maar ook ik ben het met LouisP eens dat [quote]Ik zie hoe ze met haar hoge hakken de bus uithuppelt en kijk haar na, terwijl ze met haar geborduurde jas van de halte af loopt. Op weg naar haar moeder, die vast met een lekker kopje thee en koekjes op haar wacht.[/quote]
een betere afsluiter zou zijn geweest. De laatste alinea voegt er een soort moraalregel aan toe die het stuk in mijn beleving niet behoeft.

Ik ben benieuwd naar je volgende bijdrage…

Celine · 2 oktober 2010 op 15:52

Mooi geschreven Marilouise
Mooi de reactie van haar…..toen je tegen haar sprak …Snel oordelen is nooit goed….want achter ieder persoon zit een eigen verhaal …
Groet Céline 😉

Geef een reactie

Avatar plaatshouder