De man voor me werd tegengehouden: “Sorry, mijnheer, geen ouders. U mag aandringen zoveel u wilt, alleen oma’s en opa’s vandaag.”Ik verwachtte een zelfde afwijzing, maar de portier van dienst liet me zonder problemen binnen. Door die grijze haren van me, bedacht ik. Soms kan een afwijzing een genoegen betekenen, en aanvaarding een kwelling. Een tijdje geleden belde mijn vriendin. Haar dochtertje – mijn petekind – gaat naar een kleuterschool waar jaarlijks een grootouderfeest georganiseerd wordt. Haar oma kon niet gaan, of ik misschien voor een keertje opa wilde spelen, dan stond ze daar niet alleen. Vrijdagochtend. Ik naar het feest. Een halfuur vóór de voorstelling zat de zaal al stampvol. Helemaal achteraan kon ik nog een stoeltje bemachtigen. De opa’s en oma’s naast en tegenover me praatten over allerlei kwaaltjes – oren, ogen, knieën, alles werkte kennelijk niet meer zoals vroeger, was de consensus. Als criterium volstonden grijze haren blijkbaar niet. Je moest ook nog een zeker ‘je-ne-sais-quoi’ hebben om voor authentieke grootouder versleten te kunnen worden. Hád ik het, of zou ik – een mens mag altijd hopen – nog ontmaskerd worden? De opa naast me kwam van Herk-de-Stad, vertelde hij. Hij betreurde dat we zo ver van het podium zaten, maar met zijn telelens hoopte hij toch nog een kiekje van zijn kleinkind te kunnen maken. Hij zag dat mijn fototoestel niet van een dergelijk fallisch verlengstuk voorzien was. Dat ik zelfs geen flits had vond hij helemaal onbegrijpelijk. Slechts twee procent van zijn foto’s mislukte, vertelde hij me trots – iets dat hij tot driemaal toe zou herhalen. Hoe dat bij mij zat? Eerlijk gezegd had ik er nog nooit zo over nagedacht. Als aan het eind van de dag een kwart van de kiekjes er een beetje goed uitziet ben ik al blij. Omdat ik digitaal schiet, neem ik veel risico’s, het kost toch niets. Mislukte foto´s kunnen gewoon gewist worden. Mijn bekentenis wekte medelijden bij hem op, begreep ik uit zijn gelaatsuitdrukking. Vóór de show begon, maakte hij me duidelijk hoe goed die telelens van hem wel was. Als hij op vakantie naar Spanje ging, trok hij soms met zijn vrouw naar het strand. “Op zo’n strand is van alles te zien, als je begrijpt wat ik bedoel.” Hij maakte bijna een knipoog. “Met die telelens kan ik álles erop krijgen.” “Ja, ik beken dat eerlijk,” voegde hij onverwachts nog toe. We begrepen elkaar. Het deed me even dromen van witte stranden met palmbomen, verleidelijke `kokosnoten´, en een telelens.

De gordijnen gingen open en de eerste kleuters traden op met een liedje en een dans. Ik pijnigde de ogen om te zien of mijn petekind erbij was – de rest is nog in goede staat, maar de ogen zijn niet meer je dat. Bij de volgende groep kon ik haar ontwaren – ze deed het schitterend. Ik zag haar de zaal in turen, maar zelfs voor iemand met jeugdige, krachtige ogen zat ik te ver. Eigenlijk een opluchting, want als ze ‘Ome Marc!’ had geroepen, dan viel ik vast en zeker door de mand, ontmaskerd als opa immitator. Na het optreden bleef ik nog wat zitten. Ik genoot eigenlijk best. Een van de volgende klasjes werd begeleid door een wel zeer bevallige kleuterleidster, die op de vrolijke maten van ‘Mega Mindy’ meedanste.

Om dat te waarderen had ik echt geen telelens nodig.


Grumpy-old

"wie ben ik nu eigenlijk" Ben ik mijn baan, ben ik deze auto , ben ik dit huis , ben ik deze blog . Of is er meer aan mij. Iets wat mij anders maakt dan al die anderen, bijzonder. ( want iedereen wil toch bijzonder zijn) Het gaat eigenlijk niet eens om het antwoord op deze vraag . Het gaat er alleen om dat je de vraag af en toe eens stelt. Alleen het stellen van die vraag heeft de potentie de rotsvaste aanname dat de wereld is zoals hij is, met alles erop en eraan, in twijfel te trekken. Het is een aanrader om het antwoord niet met mijn persoonlijkheid te gaan zoeken of intelectueel te gaan benaderen . Dus stel je open voor een antwoord in welke vorm dan ook. Dat hoeft toch geen keurig netjes antwoord te zijn in de vorm van een stukje tekst op mijn blog? Het kan ook een beeld zijn dat je vormt na een gesprek, een situatie die zich voordoet. Stukjes van een puzzel, die na verloop van tijd een steeds duidelijker wordend beeld van " ikke" zullen vormen. Er zijn meer van dit soort vragen die hetzelfde effect teweegbrengen , zoals " waarom ben ik hier" of "wat doe ik hier" Daarvoor geld eigenlijk hetzelfde, het stellen van de vraag is belangrijker dan de vraag zelf, of het antwoord daarop. Met andere woorden: vraag me wie ik ben en ik zal je vertellen wat ik doe . Leer mij kennen en je zult weten wie ik ben .

10 reacties

Mup · 23 januari 2008 op 13:19

Ik proef hier een verlangen naar een taak als opa?
Dromen van een telelens?:-)
Leuk stuk,

Groet Mup.

arta · 23 januari 2008 op 13:50

Mmm…ik proef hier meer een verlangen naar bevallige kleuterleidsters… 😀
Leuke column!
🙂

KawaSutra · 23 januari 2008 op 15:10

Met de naam Grumpy-old vraag je er natuurlijk wel om. 😀
Leuke column!

DreamOn · 23 januari 2008 op 15:35

Lieve column heb je geschreven. En volgens mij kan je maar beter een goede peet-oom zijn, dan een grumpy-opa!! 😀

Groetjes van DO.

lisa-marie · 23 januari 2008 op 15:49

als je de bevallige kleuterleidster nog kan zien zonder telelens dan zit je nog goed 😀

schoevers · 23 januari 2008 op 19:31

Grumpy,

Voor een oude man schrijf je nog perfecte columns!
Blijven je schoenen erbij droog?

Groeten,

Hans. 😆

Grumpy-old · 23 januari 2008 op 19:35

Ja hoor dankzij die inlegzooltjes van always heb ik geen zweetvoeten meer 😀

Mosje · 24 januari 2008 op 10:16

Leuk stukje!

pepe · 24 januari 2008 op 19:24

U mag best toegeven dat u wel de opa bent;-)

In ieder geval klinkt deze column als van een echte trotse opa.

Mooi dus.

Grumpy-old · 24 januari 2008 op 23:43

Allemaal dank voor de leuke reacties

en nee ik ben geen opa al denk ik dat dat best grappig kan zijn

Greetz
Grumpy

Geef een reactie

Avatar plaatshouder