Is het schrijven, typen? De lijn tussen hoofd en hand lijkt onderbroken. Als een stippellijn tussen twee tegengestelde richtingen. Waar moet men heen? Het is niet zoals met vulpen; inkt als schrift op papier laten uitlopen. Als een spin die vanuit een geheime klos vanbinnen draad laat afrollen en een web weeft. De ordening ligt besloten in de trefzekerheid waarmee alle draden met elkaar verknoopt raken. Een blauw web, of een zwart. En soms ook paars. Er is een verband met de aanraking van een man bedenkt ze. Of hoe die zou moeten zijn. Drie nachten eerder droomde ze over zijn handen, over haar lichaam. Die ze niet voelde. Voelen trouwens, ook zoiets. Voelt men de handen? Of voelt men de route die zij afleggen als sporen over de huid? Brede warme kwasten die banen trekken; aanrakingen die als toververf een onzichtbare film achterlaten. Op armen en benen. En hals, rug, billen, borsten, lippen en wangen. Het lijf de kamer, binnenstebuiten gekeerd voor de gelegenheid; wanden, vloer en plafond telkens opnieuw gesausd. Met warmte.

Maar zíjn handen voelde ze niet. Niet in de droom, en nooit echt. Terwijl het toch uiterst scherp voelen kan zijn in dromen, daar doet de vernauwing van tijd en ruimte niks aan af. “Ik raak je toch aan?” zei hij verbolgen op haar vraag waar zijn handen bleven. Maar hij keek haar niet aan, alsof hij wist van die opgedroogde bron in hem. Die geheime plek, verborgen in het bos, zonlicht van ver boven de hoge bomen door loof gefilterd tot gouden spatten op de bodem. Zien en dan ook horen. Iets kabbelt. Iets glinstert. Onafgebroken borrelt er water op vanuit een wel in de grond en vervoert zichzelf als een kristalhelder beekje naar lagergelegen gebieden. Wie het doorkruist wordt aangeraakt.

Bij hem geen lijn tussen hart en hand. Aanrakingen leeg dus, zinloos, onbezield. Zo anders dan wat ze gewend is. Van die ándere man, die haar telkens binnenstebuiten keert, ook als zij dat niet wilt. Maar zijn aanraking vol. Zijn handen wetend, schrander, sensuele uiteinden van zijn hersenen. Vloeiende lijnen die in beschrijvingen uitlopen. Het web waarin zij gevangen wordt, is, steeds opnieuw zal zijn, als een vlieg in rag gewikkeld, zijn strelingen, maar ook zijn wurggreep.
Hij is haar spin.

Categorieën: Mannen & Vrouwen

10 reacties

Maurits · 23 augustus 2009 op 14:47

Het beeld van de lijn tussen hand en hart is mooi en beschrijft beeldend de werkelijkheid. Maar verder mis ik een heldere grote lijn in het verhaal. Erg beeldsprakerig. Voor de zinsbouw veroorloof je je (te) veel vrijheid. Alsof je twijfelde of het poezie of proza. Nu is het een beetje geen van beide.

Olga · 23 augustus 2009 op 21:51

Dag Maurits, dank voor je reactie.
He jasses dacht ik meteen toen ik het las, heldere grote lijn. Nou net wat ik niet wilde met dit stukje. Dit verhaaltje is als een droom. Ik probeerde juist om via het asscociatieve, onduidelijke, vage, aanstippende ergens uit te komen, waar precies wist ik ook niet. Weet ik nog steeds niet trouwens. Maar ik vertrouwde erop dat de beelden voldoende zeggen om lezers hun eigen verhaal te kunnen laten schrijven, al lezende.

Het gaat mij absoluut niet om een conclusie dus, een algemene waarheid, een mening, een heldere lijn….jék. Het gaat mij om beelden.

En verder: dit stukje is bedoeld als proza, maar dat betekent niet dat ik daarbinnen dan dus aan van boven aan mij opgelegde zin-vorm-wetten moet voldoen. Wie bepaalt wat proza precies is? Jij? De schrijfpolitie? De critici? Dat bepalen denk ik op de eerste plaats de schrijvers zelf. En die vrijheid met betrekking tot zinsopbouw; dat was precies en helemaal mijn bedoeling, omdat het bijdraagt aan het dromerige, associatieve karakter van het stukje. Het beeldsprakerige, vooruit, jij je zin 😀 .

Trouwens, tegenwoordig is er ook veel poëzie te vinden die de grenzen met proza aardig oprekken. Denk bevoorbeeld aan het boekje Koerikoeloem, van Tjitske Jansen. Prachtig, vind ik.

Mijn indruk is dat de vraag of mijn stukje “erin” gaat, of niet, heel veel te maken heeft met de “chaos-tolerantie” van de lezer.

Maurits · 23 augustus 2009 op 23:15

De schrijver heeft alle vrijheid om regels aan zijn / haar laars te lappen. Als dat maar overtuigend gebeurt. Mij heb je ergens verloren. Ik ben dus niet helemaal overtuigd. Beelden, prima. Maar dan is het wel de taak van de schrijver om die beelden op een of andere manier met elkaar te verbinden. Je kan kan niet alles aan de lezer overlaten. Waar zou je dan nog een schrijver voor nodig hebben?

groetjes Maurits

FatTree · 24 augustus 2009 op 09:09

Ik vind het idee dat je zijn aanraking niet erkent, omdat deze niet ‘echt’ is, niet vanuit een gevoel komt, erg mooi.

Ik heb zelf vaak wat moeite met te veel woordspraak, maar dit is een persoonlijke voorkeur. Voor mij wordt het te zoetsappig en zweverig als er geen harde kern inzit.Ondanks dat, vond ik een aantal stukken prachtig.

WritersBlocq · 24 augustus 2009 op 13:23

Mooi stuk zeg, dit. Ik heb er mijn eigen gedachten over, vanwege mijn eigen ervaringen, en deel die lekker niet 😉

Een paar kleine dingen kloppen niet volgens mij, zoals deze zin:
[quote]Onafgebroken borrelt er water op vanuit een wel in de grond en vervoert zichzelf als een kristalhelder beekje naar lagergelegen gebieden.[/quote]
ik vind ‘Onafgebroken borrelt er vanuit diep in de grond water op, dat zichzelf als een kristalhelder beekje naar lagergelegen gebieden vervoert’ beter gebouwd, zeg maar.
En ietsje verder ‘ook als zij dat niet wilt’, ik denk dat de ’t’ eraf moet.

Maar ik vind het bijzonder en mooi.

Groetje, Pauline.

pally · 24 augustus 2009 op 19:50

Mooi dromerig, poetisch en associerend stukje. Wel jammer dat je het al na de eerste reactie uitgebreid uitlegt, Olga!
Maar het blijft apart en gedurfd. Ik hou hier wel van :wave:

groet van Pally

Dees · 25 augustus 2009 op 10:42

Dit is veel te mooi voor neuzelarijtjes eronder, vind ik.

[quote]“Ik raak je toch aan?” zei hij verbolgen op haar vraag waar zijn handen bleven. Maar hij keek haar niet aan, alsof hij wist van die opgedroogde bron in hem.[/quote]

is tastbaar en pijnlijk mooi opgetekend.

Leve de alterero’s 🙂

Anne · 25 augustus 2009 op 12:29

Mooi stukje, wel een beetje warrig Olga 😉
Dees, waar héb je het over 😀

Olga · 25 augustus 2009 op 12:32

Dank jullie wel voor alle reacties, en Maurits, na je tweede uitleg snap ik je beter. Dank voor je moeite om te formuleren wat je bedoelt.

Dees · 25 augustus 2009 op 15:33

Dat is iets tussen Olga en mij Anne 😀

Geef een reactie

Avatar plaatshouder