Onlangs verscheen bij uitgeverij Wolmans de langverwachte Nederlandse vertaling van het beroemde dagboek van John Smythe Smythe. Voor niet-ingewijden: John Smythe Smythe [1868 – 1949] was de belangrijkste vernieuwer van de activiteit die door Thorstein Veblen in zijn boek ‘De Theorie Van De Nietsdoende Klasse’ [1899] werd omschreven als ‘Demonstratief Nietsdoen’. Hij was het enige kind van een puissant rijke Engelse bankier die in 1885 samen met zijn vrouw verdronk toen zijn enorme zeiljacht in de buurt van Griekenland op de rotsen liep en in de golven verdween. John erfde op zeventienjarige leeftijd het gehele familiekapitaal dat naar verluidt een paar honderd miljoen Pond bedroeg en begon vanaf hetzelfde moment een dagboek bij te houden. Zoals van een ongebonden jongeling met een enorm vermogen verwacht kon worden begon hij zijn dagen te vullen met Demonstratieve Consumptie. Zo kocht hij een kasteel net buiten Londen waar hij in de gigantische vijver duizenden zalmen liet uitzetten die binnen een week stierven, bestelde bij een dure kleermaker 365 identieke stropdassen waarop met zijde het familiewapen was geborduurd, en schafte zich 37 hoge hoeden aan terwijl niemand hem er ooit een heeft zien dragen. Kortom: niets wees er nog op dat hij ooit zou uitgroeien tot iemand van belang die zich een plaats in de geschiedenisboeken zou verwerven. Toch is er al snel een kentering zichtbaar. Zo maakt hij in zijn dagboek op 3 April 1886 melding van de aanschaf van een dozijn Lippizaner hengsten die hij echter na drie dagen al weer van de hand doet ‘omdat het bezit er van mij niet gebracht heeft wat ik me er van had voorgesteld’. Niet veel later wordt het kasteel verkocht en neemt hij zijn intrek in een kamer op de bovenste verdieping van een Londens hotel waar hij de rest van zijn leven zal doorbrengen. In deze periode neemt het aanschaffen van gouden horloges af om uiteindelijk geheel tot stilstand te komen en hetzelfde gebeurt met bezigheden als tennissen, golfen en kreeft eten. Geleidelijk aan beperken zijn activiteiten zich tot rondslenteren in de Londense binnenstad en het bijhouden van zijn dagboek. Cruciaal in dezen zijn de twee zinnetjes die hij op 3 November 1887 noteert: ‘De hele middag etalages bekeken. Bijna een paar schoenen gekocht.’ Hierbij gaat het vooral om het woord ‘bijna’ dat de overgang markeert van de zo banale Demonstratieve Consumptie naar het meer onthechtte Demonstratieve Nietsdoen.
Vanaf dat moment gaat het snel: 7 December 1887: ‘Vandaag een grote beker warme chocolademelk gedronken.’ 3 Januari 1888: ‘Teennagels linkervoet geknipt.’ 5 Januari 1888: ‘Teennagels rechtervoet geknipt.’ 2 Februari 1888: ‘Gepoogd er achter te komen hoeveel haren er in mijn tandenborstel zitten. Niet gelukt, steeds de tel kwijtgeraakt.’ Vanaf 11 Maart 1888 krijgt iedere dag een eigen afzonderlijke pagina en na [onder andere] een periode waarin hij in toenemende mate door aantallen geobsedeerd lijkt te zijn [hoeveel boogjes gaan er in een pak macaroni, hoeveel pinda’s in een pot pindakaas] vermeldt hij na 27 Mei 1888 geen doelbewuste activiteiten meer maar beperkt zich tot het registreren van zintuiglijke waarnemingen die steeds vaker betrekking hebben op het weer: 8 Juni 1888: ‘Koel weder, relatief hoge luchtvochtigheidsgraad.’ 11 Juli 1888: ‘Zonnig, weinig wind.’ 13 Juli: ‘Nog steeds zonnig.’ 16 Juli 1888: ‘Zon, niets dan zon. Wel iets meer wind.’ Om uiteindelijk te geraken tot de mijlpaal die hem onsterfelijk zal maken: de blanco pagina van 22 Augustus 1888. Over deze beroemde onbeschreven pagina is veel gezegd en aanvankelijk niet alleen in positieve zin. Zo meende Sir Henry Postlethwaite in zijn ‘Sense and Nonsense In Modern Times’ [Huntingdon 1947] nog van doen te hebben met ‘een beschamend vertoon van leegte en menselijke onmacht’, maar al een jaar later vergeleek de gezaghebbende kunsthistoricus Professor Beryl Wainbridge hem met het Zwarte Vierkant van Vladimir Malevich en kwalificeerde hem als ‘het eerste volkomen abstracte literaire kunstwerk’. De bekende socioloog Edward Ecclestone noemde Smythe Smythe ‘een verbeterde Boeddha’ en ook in kringen van esoterische filosofie en architectuur [minder is meer] wordt zijn naam nog steeds met ontzag en bewondering uitgesproken. Ook vindt hij veel weerklank bij maatschappij-kritische stromingen die zich zorgen maken over het milieu. Het dagboek van John Smythe Smythe telt in de – overigens voortreffelijke – Nederlandse vertaling van Jaap Mekkering, inclusief voorwoord, inleiding, verantwoording, nawoord en voetnoten 1397 pagina’s , dus het zal een ieder duidelijk zijn dat het bovenstaande slechts een zeer beknopte samenvatting is die alleen tot doel heeft de kern van het werk bloot te leggen. Wie meer wil weten – en wie zou dat nìet willen? – en kennis wil nemen van bijvoorbeeld Smythe Smythe’s gedachten over zulke uiteenlopende onderwerpen als het scheren van schapen [waarvan hij een fel tegenstander was tot hij zijn interesse verloor] en de mogelijkheid om alle oceanen net zo zout te maken als de Dode Zee om aldus het zinken van schepen tegen te gaan, kan zich vanaf aanstaande maandag bij de betere boekhandel vervoegen waar het voor 49 Euro op de plank zal staan.

Spencer Brandsen

Categorieën: Media

9 reacties

Ferrara · 20 november 2012 op 14:19

😆
Enkele jaren geleden op een camping aan de Loire hadden wij een Engels gezin, kamperend in een tent, als buren.
Vader, moeder, drie kinderen. Elke avond las vader op spannende toon voor uit de Legend van John Smith.
Hij deed dat zo geweldig dat zijn drie druktemakers en wij (onder ons luifeltje) muisstil luisterden. Ik herken in bovenstaand niets. 😉

Chris · 20 november 2012 op 20:01

Mooie informatieve column!! Dat is ook wel eens leuk hier op columnx.

Pierken · 20 november 2012 op 20:37

Die Jaap. Die zou ik graag eens ontmoeten. Hoeveelste herdruk ligt er vanaf aanstaande maandag in de betere boekhandel ;-)? Blijft een mooi verhaal.

JanBontje · 20 november 2012 op 21:11

Bedankt voor deze informatieve “column”.

Libelle · 21 november 2012 op 10:27

De betere boekhandel. Bah, moet ik weer gaan reizen.
Knappe, professionele samenvatting, lijkt me.

Meralixe · 21 november 2012 op 11:16

Als u door uw voorraad witregels heen zit mag je gebruik maken van mijn P.M. adres. Ik heb er hier nog enkele dozen staan. Gratis!!! :lach:

Nachtzuster · 21 november 2012 op 16:23

Als je een aantal lezers weet te overtuigen van een bepaalde onzin die je schrijft, dan doe je het goed en heb je je doel bereikt, denk ik. Het enige wat klopt is het boek van Thorstein Veblen. Daar heb je jouw column op gebaseerd, neem ik aan. Het gebrek aan alinea’s maakt het lezen niet echt comfortabel, moet ik zeggen en daarmee gaat in mijn ogen ook een stuk kracht van het verhaal verloren.

pally · 21 november 2012 op 19:49

Heel apart, deze column, Spencer.
Het ultieme niets doen in beeld. De te rijke die van gekkigheid niet meer weet wat hij moet doen. Dit zou ook gemakkelijk ‘decadentie’ kunnen heten. Geestig door de idioterie,
:wave:

groet van pally

Mien · 22 november 2012 op 22:22

Inspirerend boekje wat wederom uitmondt in een inspirerend columnpie.
Well done, oftewel, goed doorbakken met een flinke barrel humor.

Mien (doet ook soms niets, zomaar onthecht)

Geef een reactie

Avatar plaatshouder