Ik kijk naar de glossy cover van een gebonden boek. Ik kijk recht in het uitvergrote gezicht van een man. Hij kijkt recht terug. Hij ziet er gelukkig uit, straalt uit zijn ogen. Hij heeft het waarschijnlijk warm want zijn voorhoofd glinstert. Zweet. Zijn wenkbrauwen zijn borstelig en een aantal haartjes is veel langer gegroeid dan de rest. Typisch. Zijn huid plooit zich aan de buitenkant van de ogen in wat je lachrimpeltjes zou kunnen noemen. Een symmetrisch lijnenspel. Hij heeft een goatie, een sikje, van een paar dagen oud. Ik kan de stoppelhaartjes tellen. De witte winnen het qua aantal van de donkere, maar het scheelt niet veel. De mond is een beetje open, hij lacht zijn goedgepoetste, maar ongewitte tanden bloot. O ja, en hij heeft een cap op zijn hoofd en daarop een zonnebril. Maar ik wordt steeds weer naar de ogen getrokken. Ze lijken een diep mysterie te herbergen. Er staat ook een tekst afgedrukt, een soort titel. In witte vette letters staat er: 50 jaar in beeld. Daaronder in een wat kleiner en speelser lettertype: Chris den Daas.

120 pagina’s met beeldmateriaal en hier en daar een verdwaalde tekst over mijn leven. Het fotoalbum is met liefde geassembleerd door mijn tweelingziel Bianca. Ik kijk naar mijzelf in zwartwit als baby. Ik zie mijzelf met lang haar, kort haar, kaal, met woeste baard, met zwarte indo-snor. Ik bewonder mijzelf op het sportveld en zie mijn afgematte tronie bij de finish van de CPC-loop. Podiumfoto’s zijn er ook volop: ik beleef mijn muzikale aspiraties opnieuw en vraag me af hoe ik mij in zo’n strakke leren broek heb kunnen proppen. Strak in het pak, dat ook. Wederom op een podium, nu een volle zaal toesprekend over de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van Business Process Reengineering. Veel feesten ook. Twee huwelijken, van de laatste gelukkig veel meer foto’s dan de eerste. Alle continenten hebben als decor gefigureerd. En wat heb ik veel lieve mensen ontmoet. Mijn eerste verhaaltje is integraal afgedrukt, de titel: het Rondje. Ik herinner mij de nacht dat het verhaal aan mij verscheen. Ik heb die nacht niet geslapen en uren gehuild om de mooie beelden die aan mijn geestesoog werden gepresenteerd. Totdat ik om 6 uur ’s ochtends aan de zuigkracht van mijn toetsenbord geen weerstand meer kon bieden en een half uur later was mijn eerste stukje een feit.

“Wat heb ik toch een dynamisch, afwisselend en rijk leven gehad,” concludeer ik nadat ik het fotoalbum voor het eerst heb doorgebladerd. Maar deze conclusie wordt al snel wegedrukt door een hele andere gedachte: “Nou, interessant hoor, al die belevenissen, maar wat is nu eigenlijk de bedoeling? Waarom ben ik hier? Leidt dit alles ergens toe?” De woorden, die Maya Elder Don Alejandro iets meer dan een jaar geleden tot mij sprak schieten door mijn hoofd:”Your life so far has been the way it was to prepare you for what you came here on this earth for.” Het boek is ineens een stukje zwaarder geworden.

Ik staar naar een pagina waarop een foto in negatief is afgedrukt. “Legalize cannabis, Vote Daas,” lees ik en ik zie mijzelf in kleermakerszit met een grote joint in mijn gevouwen handen. “Wat een ongelooflijke bos haar had ik toen.” Het was één van een serie provocerende posters die was vervaardigd ten behoeve van mijn campagne voor de leerlingenraadverkiezingen op mijn middelbare school. Een uit de hand gelopen grap. Een grap was ook het interview met mij, dat niet veel later in de schoolkrant is gepubliceerd – inderdaad, toen ik inmiddels voorzitter van de leerlingenraad was geworden.

Ik lees:”…de samenleving is kut, omdat een van boven opgelegde, een van oudsher aangeleerde mentaliteit, het contact tussen de mensen teistert. De mensen vervreemden van elkaar door een bepaalde maatschappijvorm waarin ze noodgedwongen aan zichzelf moeten denken.” En: “Liefde is de levensbron, je mens-zijn wordt erdoor bewezen. Moederliefde, broederliefde, liefde in al haar vormen, liefde is gewoon erg belangrijk, iedereen heeft liefde nodig. Zonder liefde kan niemand leven.” Ik was 18 jaar toen deze woorden uit mijn mond zijn opgetekend. Ik zou het nu niet veel anders formuleren.

Mijn leven na mijn schooltijd heeft mij langs de afgrond van de verslavingszorg via de toppen van de internationale zakenwereld tot de oerwouden van Petèn in Guatemala gevoerd. Ik heb veel avonturen meegemaakt, maar de essentie is hetzelfde gebleven. Altijd. Er is niets veranderd.

Ik blader het album weer door. Op zoek naar de essentie nu. Ik realiseer mij dat de achtergrond van de afbeeldingen slechts vluchtige momentopnamen betreffen die niet beklijven. Ik kijk naar mijn ogen. Wat drukken ze uit? Ik kijk naar de trouwfoto van mijn ouders. Was mijn ziel toen, 8 jaar voor mijn conceptie, al in de buurt? Misschien sta ik wel tussen hen in op de foto. Had ik hen toen al uitgezocht? Ik kijk naar de oogopslag op mijn babyfoto’s Wat wist ik toen nog, wat ik nu ben vergeten? Wanneer is mijn oogopslag veranderd? Welk weten heeft zich altijd achter mijn ogen, of misschien wel ín mijn ogen, schuilgehouden. Stilgehouden? Komt mijn baby-blik weer terug. Of is hij al terug? Of was hij er altijd?

Ik bedenk mij dat al mijn zorgen, al mijn angsten en al mijn frustraties onnodig waren. Onnodig zijn. Ze verschrompelen als ik mijn leven bekijk. Als ik mij realiseer dat de dagelijkse beslommeringen die mooie bloem die in mij bloeit, nooit hebben kunnen aantasten. En dat ook nooit zullen kunnen doen. Een fotoalbum. Wat een mooi kado. De liefde die er in is gestoken sijpelt van de omslag. Het inzicht dat het mij heeft gegeven stroomt door mijn hart en beklijft in mijn hoofd.

Categorieën: Liefde

Chris

Chris den Daas

9 reacties

LouisP · 10 juli 2011 op 12:22

Chris jong..pfff. Ge zijt echt overal geweest hè. En ge weet zoveel. In al jouw oude columns staat het wel denk ik, als je iets wil weten. Ik dacht dat ik al wa had meegemaakt maar ‘k ben maar ’n kleine jongen als ik jouw columns zo lees. I

Boukje · 10 juli 2011 op 12:31

Mooi, mooi, mooi!
:hammer:

Meralixe · 10 juli 2011 op 12:49

Wat een zware boterham in één column!!!
Als ik het nog twee keer lees eindig ik bij de psychiater met een minderwaardigheidscomplex en een vraag in de zin van “moeder, waarom leven wij”

Ik denk wel dat U met een klein eenvoudig onderwerp als thema een ronduit prachtige column zou kunnen schrijven. Vooral bij de eerste twee alinea’s voelde ik dat U kwaliteit hebt.

pally · 10 juli 2011 op 16:16

Schrijfpotentie en (te)veel levenservaring in één column, Chris. Ik heb het gevoel dat ik de ’trailer’ van jouw leven langs zie gaan. Alles beknopt en erg, erg veel. Hier kun je een hele reeks prachtige columns(of/en een boek van maken, denk ik.

groet van Pally

Mien · 11 juli 2011 op 10:39

Het daast me even voor de ogen. :hammer:
Knap om je leven voor ons samen te vatten in een kleine column.
Dapper en in eigen stijl.
Maar zeg eens eerlijk Daas, eigenlijk wist je het al op je 18e, toch?
Love rules. 😉

Mien

Harrie · 11 juli 2011 op 12:02

Ik moest bij de eerste alionea even denken aan mijn vriend Don Quichotte. Borstelig haar, sikje en ingenomen met zichzelf. Maar wel lief.

arta · 11 juli 2011 op 13:51

[quote] Ik bewonder mijzelf [/quote]
Dit is voor mij het zinsdeel dat de hele column samenvat.

Het doet mij denken aan personen, die hun hele leven materiële zaken om zich heen hebben verzamelt, erachter zijn gekomen dat je daar niet gelukkig van wordt, en vervolgens een zoektocht naar zichzelf vanuit een krom perspectief gaan maken, met elke mijlpaal als nieuwe trofee…

Dees · 12 juli 2011 op 12:48

Wat een raadselachtige reactie Arta, daar kan ik vandaag nog wel even zoet mee zijn, bedenken wat je precies bedoelt.

@column Chris, ik weet niet helemaal wat ik ervan vind, of ik er nu ieder plooitje van jouw navel in moet zien, of een oprechte zelfreflectie. Narcisme of relativering? Geen idee. Alleen al die vragen maken het wel een interessante column.

Meralixe · 12 juli 2011 op 13:42

arta en Dees, en Cris, als ik DAT allemaal geplaatst heb zal het buiten wel al aan het winteren zijn.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder