Langzaam loopt Angelo omhoog door het smalle straatje naar zijn stamkroeg ‘Il Truffatore’. De leren zolen van zijn keurige schoenen glibberen over de kleine straatstenen na de zomerregenbui, die zojuist gestopt is. Waar normaal rond dit tijdstip volop bedrijvigheid is, loopt hij nu helemaal alleen. Af en toe beantwoordt hij een groet vanuit een geopende deur. De hele steeg ruikt naar natte aarde vermengd met kookgeuren, die uit elk raam lijken te ontsnappen om langslopers het water in hun mond te laten lopen. Angelo’s maag knort.

Even twijfelt hij om eerst zijn naar zijn Mama te gaan, voor een vlugge hap, maar besluit uiteindelijk toch door te glibberen naar ‘Il Truffatore’. Davide verwacht hem over tien minuten in het enige café dat het dorp rijk is. Bovenop de heuvel. Naast de kerk.

Vóórdat hij naar binnen gaat trekt Angelo zijn onberispelijk donkerblauw colbert even recht, haalt een hand door zijn zwarte, met Brylcreem strak achterovergekamde, haren en stopt een sigaret in zijn mondhoek. Hij snuift de zwavelgeur die vrijkomt, wanneer de lucifer over de muur schuurt, diep op en opent de gehavende felgroene deur van het etablissement.

Even moeten zijn ogen wennen aan het duister, maar na een paar seconden neemt hij figuren aan de bar waar. Aan de plaats die ze innemen, kan hij namen op ze plakken. Matteo de postbode, Luigi de bakker en Gabriele de metselaar.
‘Gaia!’ roept Angelo naar de barvrouw, die hij inmiddels duidelijk kan onderscheiden,
‘Waar is Davide?’
‘Achter’, klinkt het geïrriteerd.

Angelo schuift het donkerblauwe gordijn achter de tap opzij en loopt het privévertrek van de uitbater binnen. Het scherpe licht tovert lijnen op zijn gezicht, die er normaal niet zijn. Onbevreesd kijkt hij de stevige man achter de antieke tafel aan.
‘Davide! Je hebt me ontboden.’
‘Ja, Angelo.’ Een flinke sigaar wordt tussen de dikke lippen uit getrokken.
‘Weet je nog dat ik zes jaar geleden de doktersrekening van jouw Mama heb betaald? En dat jij toen zei dat als je ooit iets terug kon doen, ik maar hoefde te kikken? Nou, ik heb je nodig. Ons dorp Savoca wordt geteisterd door criminelen.’
Angelo probeert een glimlach te onderdrukken door een diepe haal van zijn sigaret te nemen. De geruchten die al jaren in het dorp de ronde doen over Davide zijn niet mals. Hij is zeker geen lieverdje. Op zijn gemak blaast hij de rook richting zijn gesprekspartner.

‘Ik ben je eeuwig dankbaar voor wat je voor mijn Mama hebt gedaan en zal alles, binnen mijn mogelijkheden, doen om je te helpen.’
‘Alles, vriend?’
‘Alles.’
‘Laten we drinken.’

Met een grote boog giet Davide whisky in twee glazen, gebaart Angelo te gaan zitten en trekt een stoel dicht naast hem. Op het moment dat hij wil gaan praten, wordt het blauwe gordijn achter hen met een ruk geopend.

Rustig draaien beide mannen zich om en zien de slager van een paar deuren verder staan. Hij heeft zijn bebloede schort nog aan en zwaait vervaarlijk met het uitbeenmes. Gaia staat met een verontschuldigend gezicht achter hem.
‘Ze zijn weer langsgeweest, Davide! Daarnet, op klaarlichte dag, terwijl mijn dochter klanten stond te helpen!’
‘Er gaat een einde komen aan de terreur. Angelo en ik gaan onze krachten bundelen.’
‘Echt?’
Hoopvol kijkt de slager hem aan.

Onafgesproken heffen Angelo en Davide hun glas.


Arta

Zijn. bewonderen, verwonderen, notuleren, opwaarderen; Het zijn zomaar wat steekwoorden, die voor mij onlosmakelijk zijn verbonden aan 'Schrijven'. *Overigens schrijf en reageer ik als arta natuurlijk op persoonlijke titel

10 reacties

Mien · 23 mei 2017 op 07:13

Va bene. Va bene. Uitbenen die maffiosi. Si, si. Avanti, avanti, con biciclette per favore!! Ciclismo up!! ? ? ?

NicoleS · 23 mei 2017 op 09:31

Spannend hoor, Arta. Een mooie start.

Bruun · 23 mei 2017 op 10:00

Prachtstart, Arta. Nu ben ik aan de beurt zeker? *slik* Weet niet of ik ook zulke hoge kwaliteit kan leveren hoor…

van Gellekom · 23 mei 2017 op 10:36

Hoge kwaliteit inderdaad

Karen.2.0 · 23 mei 2017 op 10:41

Je hebt de toon gezet, en hoe. Arta, bedankt voor deze mooie start waarmee we alle kanten op kunnen. En Bruun: succes!! 🙂 🙂

Nummer 22 · 23 mei 2017 op 18:16

Omerta? Nee…va(uit) bene? Grazie multi bene(n). Kappi del Kappuh rapido!
Saluti cordiali.

Arta · 24 mei 2017 op 21:37

Dank jullie wel!
Ik vond het erg lastig om te beginnen en de toon te zetten voor het vervolgverhaal, maar heb genóten van het (lange) nadenken, (wie, wat, waar, wanneer, waarom)het uitwerken, compleet redigeren, nóg een keer door de wasstraat en vervolgens het drukken op die inzendknop.

Ik heb bewust gekozen voor ‘bloemrijk’, omdat ik dat wel vind passen bij een smeuïg maffia-verhaal. Hopelijk zijn jullie het daarmee eens en kunnen we een mooi homogeen verhaal maken.

Succes Bruun, met de losse eindjes!

Lianne · 25 mei 2017 op 12:06

Heerlijk, Arta, een mooie sfeer neergezet met het bloemrijke taalgebruik. Het biedt heerlijke mogelijkheden tot kleffe, misschien wel ongewenste details over afgehakte vingers, die nog even sidderen als ze op het gladde roestvrijstalen oppervlak vallen. (Sorry Bruun, als ik je hiermee voor de voeten liep 😉 )
Weer van hoge kwaliteit, zoals we van jou gewend zijn.

Esther Suzanna · 26 mei 2017 op 10:20

Een beetje laat maar ik hol tegenwoordig achter de feiten aan… 😉

Geweldig Arta! Zoals Lianne zegt, genoeg ruimte voor ongebreidelde ‘beetje zieke’ fantasie die in fictie natuurlijk mag! 🙂

KawaSutra · 16 juni 2017 op 23:57

Spannend hoor.
Ahum, ik heb het wel gezien hoor, maar jij ook….achteraf.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder