Het Kings Hotel hier in Stokenchurch, een gehucht tussen Oxford en Londen, ziet er aan de buitenkant nog alleraardigst uit. Alleen de naam al doet je vermoeden dat je in een warm bad terecht zult komen. Maar net zoals Queen Elizabeth is het oud, verlept en niet meer dan een laatste wanhopige poging statig te zijn. Het bad zelf is al niet veel beter. M’n voeten raken het plafond wanneer ik probeer wat te ontspannen, nadat ik vlak hiervoor tevreden heb geconstateerd dat op de niet al te grote televisie aan de wand, in ieder geval drie sportzenders beschikbaar zijn van Skysports.

Na een paar minuten wat kronkelen heb ik een positie gevonden waarin ik meen het wel een paar minuten vol te houden. Dertig tellen later sta ik me af te drogen. Mijn week begint prima.
Terwijl ik midden in de kamer mijn haar probeer af te drogen kijk ik naar de televisie. Er is breaking news. Hoewel ik al zeker drie weken gemillimeterd rondloop en er dus geen haartje te vinden is wat ook maar de kans heeft gekregen nat te worden, ontgaat de zinloze handeling waar ik mee bezig ben me volledig. Robin van Persie is verkocht aan Manchester United.

Manchester United. Manchester United.
Het dreunt door in m’n hoofd.

Toen ik een puisterige puber van 15 jaar was bezocht ik samen met een oom, wat broertjes, een paar neefjes en een buurjongen een wedstrijd uit de jeugdcompetitie: Ajax A1 – Feyenoord A1. Op de 10 speelde ene Robin van Persie. Hij was iets ouder dan ik. Extreem getalenteerd en gezegend met een ongelofelijke eigen wil. Zijn trainer greep die wedstrijd talloze keren radeloos naar zijn hoofd, waar eveneens geen haar meer stond, wanneer Robin zich weer eens in een onmogelijke positie had gemanouvreerd. Het was helemaal niks, zo vond men om me heen. ‘Allemaal mooi doen.’
Ik kon er niets aan doen, maar ik hield meteen van hem.

Vlak voor tijd, de stand was 1-1 en de jongelingen van Ajax waren zeker vier klasses beter, kreeg Robin de bal terwijl hij met zijn rug naar de goal stond. Hij stopte de bal onder zijn linkervoet, maakte zich breed, liet zijn voet van de bal afrollen waardoor de bal precies onder hem kwam te liggen. Zijn tegenstander probeerde de bal te raken, maar hij hield hem af met een jaloersmakend gemak. Er was alle ruimte om de bal terug te spelen naar zeker drie spelers, maar hij verkoos anders. Met zijn linkervoet stapte hij op de bal. Maakte een beweging alsof hij hem vooruit wilde spelen, maar draaide zich 180 graden om terwijl hij op de bal stond, deed een vliegensvlugge beweging met de bal naar links om hem in dezelfde beweging weer naar rechts te nemen en wurmde zich tussen twee tegenstanders door die ontredderd achter bleven. Vlak voor het strafschopgebied kapte hij met het grootste gemak de volgende tegenstander uit, loerde even naar de goal en rondde af met een magistrale stift. Bam. Ik was verliefd.

We zijn inmiddels ruim tien jaar verder en Van Persie is nog altijd niet onbetwist in eigen land. Een bewierookte genius in de wereld, een onbegrepen genie in eigen land. Zijn club is ook mijn club. Al sinds de magistrale winst op Stoke City in de FA Cup ergens in 1993 na een 4-0 achterstand ben ik fan van de club. Prijzen winnen doen we zelden, maar de schoonheid van het spel maakt alles goed. Robin leek geboren voor Arsenal. Altijd was schoonheid belangerijker dan effectiviteit. Maar zijn inmiddels tienjarige verblijf in de wereldtop heeft ook hem veranderd. Hij is een killer geworden. Een niets- en niemandontziende killer. Dertig doelpunten schilderde hij vorig seizoen op het groene doek. De kunstenaar in hem was nog sterk genoeg aanwezig om ze bijna allemaal te voorzien van een gouden randje.

Deze week is de liefhebber in Van Persie weer een beetje verder afgestorven. Hij is een winnaar geworden die wil spelen om de prijzen. En ook al doet het pijn, maar ik wil hem begrijpen. Dat is immers liefde. In voor en tegenspoed. Maar waarom, Robin? Waarom in hemelsnaam naar Manchester United met haar akelig effectieve anti-voetbal? Dat doet jou toch ook pijn?

We waren toch liefhebbers? Wij samen?

Categorieën: Sport

6 reacties

Mien · 21 augustus 2012 op 13:52

Kijk dat noem ik nog eens een mooie sportcolumn.
Geschreven vanuit een ware liefhebber, altijd goed.
Alleen van Persil, deed die niet de was bij Ajax?
De bonte … ha, ha!

Groet,

Mien

Libelle · 21 augustus 2012 op 14:10

Goede column, lekker technisch en zo.
Queen Elizabeth vind ik ook oud, maar niet verlept.

sylvia1 · 23 augustus 2012 op 11:31

[quote]Het was helemaal niks, zo vond men om me heen. ‘Allemaal mooi doen.’
Ik kon er niets aan doen, maar ik hield meteen van hem. [/quote]

Erg is dat als je idool anders blijkt te zijn dan je dacht, hoopte. Mooi beschreven.

Harrie · 24 augustus 2012 op 09:46

Niks erger dan van je geloof vallen. Lessons to be learned. Ik snap de titel niet. I <3 Robin ???

arta · 25 augustus 2012 op 12:54

Doe je goed, Kuin, sportcolumns! (Je andere lees ik ook graag, hoor, maar, ondanks dat ik geen sportfanaat ben, vind ik het fijn dat er sportcolumns ingestuurd worden, die mij als leek boeien)
Goed geschreven, als altijd.

@Harry: I <3 Robin = I love Robin.

Kuin · 6 september 2012 op 22:54

Dank voor jullie reacties! Moedigt – wederom – weer aan om te blijven schrijven.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder