Ogen smeekten om begrip. Zijn mondhoeken krulden naar beneden en zijn bovenlip begon licht te trillen. De stem, die hoorde dat hij geen steun kreeg, haperde. “Maar”, zo vervolgde hij, “ik houd echt van dieren. Ik kan het niet aanzien als een dier pijn lijdt. Gisteren nog, op het nieuws van TV Groningen, zag ik vijf koeien gered worden door een heldhaftige boer, een dappere veearts en een paar stoere brandweermannen.” De koeien waren door een rooster gevallen en lagen badend in hun eigen stront. Een scherpe geur van ammoniak walmde rond in het boerenvertrek. De brandweer installeerde gigantische ventilatoren om frisse lucht door de gierput te laten waaien. De koeien moesten blijven ademen, blijven leven.

“Weet je, de koeien keken de camera doodsbang aan en leken te vragen of er een gewisse dood voor hen in het verschiet lag. Onzin natuurlijk, koeien denken niet. Wat ik eigenlijk wil zeggen: het tafereel ging me aan het hart. Ik vond het zo mooi om te zien hoe die boer zijn koeien redt. Uit liefde voor de beesten.”

“Het draait om geld, beste collega, niks liefde”, uitte ik ongevraagd en een tikkeltje stoïcijns mijn repliek.
“Nietes, je hebt het nota bene niet eens gezien! Er is geen woord gerept over geld! Hier speelde geen enkel economisch motief! Die boer wilde alleen dat zijn beesten geen pijn leden. Waarom was er anders een veearts bij!?”

Mijn antwoord had duidelijk op een tedere ziel getrapt. Soms is de waarheid heter dan de opgediende soep. Omdat zijn verontwaardigde gezicht verfomfaaid op een antwoord leek te wachten, besloot ik zonder meelij zijn irreële wereldsbeeld aan diggelen te oreren.

“Het welzijn van het beest samen gaat gepaard met winst. Hoe slechter een koe eraan toe is, hoe minder ze oplevert. Aan melk of vlees, dat maakt niet uit. Het gaat erom dat wat je zegt ontzettend hypocriet is: je geniet van een koe die wordt gered van lijden. Als diezelfde koe morgen op je bord ligt, interesseert het leed dat ze doormaakte je geen mallemoer. Denk je dat een slachterij een liefdevol bejaardencentrum voor gepensioneerde dieren is? Ach, kom maar Bella, deze kant op (aai over de bol). Nee hoor, het doet geen pijn. Ja, je gaat naar de dierenhemel (kusje op het voorhoofd). Hier, je voelt er niks van (en een euthanasiespuitje verdwijnt in het zachte gedeelte van haar bil). Nee collega. Zó gaat het niet. Deze dieren ervaren veel pijn en leed in een ontzettend smerige industrie waarmee ongelooflijk veel geld wordt verdiend. Zij zijn onschuldig, hebben ons niks misdaan, kunnen net als wij pijn lijden, en toch vind jij – net als die zogenaamde liefkozende boer – dat je ze voor consumptie mag afmaken. Dat is immoreel, oneerbiedig, barbaars en hoort niet bij weldenkende mensen.”
“Maar!”, schreeuwde zijn roodaangelopen gezicht, “jij kijkt alleen maar naar de foute dingen. Jij kijkt alleen maar naar overdreven filmpjes waarin beesten worden mishandeld. Jij zoekt het op. Jij kijkt niet naar de andere kant!” Met de klemtoon op ‘andere’ kwam een kloddertje spuug op mijn T-shirt terecht.

“Er is geen andere kant, de vleesindustrie valt niet goed te praten. Ik keur deze industrie radicaal af. Noem mij maar een extremist. Net als dat ik extremistisch tegen kinderporno ben. En extremistisch tegen het martelen van mensen ben. Steun je de vleesindustrie door vlees te blijven eten, dan kan je niet zeggen dat je van dieren houdt. Je bent verantwoordelijk voor het onnodig sterven van miljoenen dieren.” Hij zweeg. De rest van de dag staarde hij met vochtige ogen uit het raam, de waarheid als overpeinzing in gedachten.

Categorieën: Maatschappij

7 reacties

champagne · 23 september 2006 op 09:04

Zo, hier is geen woord Spaans bij 😉

Krachtige column!

Ma3anne · 23 september 2006 op 09:47

Goedgeschreven column en wat je schrijft is een waarheid als een koe.
Ik vraag me wederom af waarom ik nog steeds vlees eet.:oops:

Prlwytskovsky · 23 september 2006 op 10:03

Ja ja, maar toch schaf ik mij straks een lekker biefstukkie aan.

WritersBlocq · 23 september 2006 op 10:19

Goed geschreven waarheid. Ik eet wel een klein stukje vlees, maar dan altijd scharrel of biologisch.
Ik ben niet helemaal tegen het fokken en slachten van dieren, vooral niet als ze helemaal van binnen en buiten gebruikt worden. De kwaliteit van leven tijdens dat leventje, dat vind ik belangrijk. En de manier waarop ze worden geslacht, dat ook. Helaas is het vaak nog een zooitje in die slachthuizen, maar gelukkig gaat het al veel beter dan een paar jaar geleden. Dit vertelde een vrouw mij laatst die bij de inspectie op het slachthuis werkt. Brrrr hoe ze het kan…
Nou ja goed item om weer eens mee geconfronteerd te worden! Collecteren hè, op Dierendag 🙂

KawaSutra · 23 september 2006 op 13:55

Er kan op dat gebied nog zat verbeterd worden. En lang niet alles hoeft ten koste te gaan van de winst. Wat kost nu meer tijd, inspanning en geld dan het wegslepen van doodzieke dieren in plaats van een aantal koeien die gezond en welwillend zelfstandig naar de markt of het slachthuis getransporteerd kunnen worden. ’t Is maar net met welke ogen je er naar kijkt.

Kees Schilder · 23 september 2006 op 15:14

Niets aan toe te voegen.Waarom vlees eten? Je loopt toch ook niet meer in een lendedoek rond met een speer in je hand? En dan wel met een blik van afgrijzen kijken als je zegt dat je geroosterde hond zo spannend vindt

Ann · 23 september 2006 op 20:31

Wij hebben bij ons thuis een klein dierenstalletje waar mijn vader voor zorgt. Mijn vader zijn leven, zijn die dieren. Elke dag verzorgt hij ze en liefkoost hij ze. En altijd tijdens het eten vraagt hij zich af of die beestjes wel genoeg hebben om te eten. En als er dan 1 keer in het jaar die diertjes geslacht worden, zie je soms de tranen in zijn gezicht.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder