Nu zit ik thuis. Ik werk niet. Vrouwen zijn weg, kinderen zijn weg. Mama woont in een andere stad.
Ik was een boek aan het lezen. Ik raakte verward. Ik heb het boek tussen andere boeken teruggezet. Nu weet ik niet meer welk boek ik aan het lezen was. Ik moet dat boek nu terugvinden: het is een zaak van leven en dood. Want dat boek dat ik zoek, dat moet ik zeker niet lezen. Ik raak daar immers verward van. Het brengt me terug bij mijzelf. En dat moet ik niet hebben. Niemand schiet iets op bij het terugvinden van mijzelf. En ik al helemaal niet. En of een ander verward is gaat me niet aan. Waarschijnlijk is de ander ook zeer verward. Maar daar kan ik me niet me bezig houden. Ik denk dat de mensen om me heen zo verward zijn dat ze niet eens een vermoeden hebben dat ze verward zijn. Z e staan op, eten en gaan naar kantoor. Ik heb ten minste nog een vermoeden over mij en mijn verwarring. Dat doet me eraan denken dat ik vandaag nog niet gegeten heb. Ik moet dat onthouden, ik kan dat beter ergens noteren. Voor de zekerheid. Blijft toch altijd het probleem dat ik moet onthouden dat ik iets moet noteren en dat ik moet onthouden dat ik een manier moet zoeken om het genoteerde weer onder ogen te krijgen. Zoeken kan ik op dit moment wel onthouden. Maar hoe lang? Straks is het weg. En als ik het vergeet te noteren kan ik er ook niet op kijken, op de notitie, nml waar mijn leven precies over gaat, en wat ik moet doen. Als ik van alles en iedereen zoek, een soort draaiboek voor het leven. Kwijt. Kwijt. Ik ben het kwijt. Hoe vind ik tussen de woorden die ik alleen voor mij uit prevel terug wie er prevelt, en waar ik ben, tot waar ik kwam en hoe ik verder moet. Ja. Ik zocht een boek tussen andere boeken om apart te leggen, omdat ik dat boek voorlopig niet moet lezen, omdat ik er verward van raak. De rest van de boeken moet ik proberen, of ik die wel kan lezen. Het is beter dat ik nu geen levende mensen zie of spreek. Dode mensen, die gaan wel. Ik moet eerst bepalen, wie ik precies ben, of mijn gedachten mij denken of andersom. Eigenlijk kan ik al mijn boeken weggooien. Boeken zijn allemaal verkeerd, wat mij betreft. Neem een roman. Er zit altijd een begin aan een roman, en ook een einde. Ik vind dat geen goede zaak. Ik kom daar op terug. Ik kan dat het beste ergens noteren. Maar eigenlijk is er niet veel verschil tussen boeken, het lijkt wel of iedereen elkaars boeken overschrijft, elkaars films overdoet, elkaars levens naleeft, elkaars eten na eten. Ik zie geen verschil. Maar het gaat nu om mij. Ik moet dat echt noteren. Op een briefje. En niet kwijt raken. Maar noteren. Op een briefje.

Categorieën: Maatschappij

4 reacties

arta · 3 december 2010 op 14:50

Elf keer ‘ik’ in de eerste alinea, drie zinnen achter elkaar ermee begonnen: Dat leest echt niet fijn!
Hier nog zo’n voorbeeld: 4X ‘ik’ in één zin!
[quote]Blijft toch altijd het probleem dat ik moet onthouden dat ik iets moet noteren en dat ik moet onthouden dat ik een manier moet zoeken om het genoteerde weer onder ogen te krijgen.[/quote]

datmensinkenia · 3 december 2010 op 16:40

Ook een “ik” in de titel. En dat puntje van mij mag ook weg. Maar deze dingen storen me niet zo erg. Ik vind het een merkwaardig stuk. Zou zelf nooit zoiets kunnen schrijven. Dat je jezelf in de schoenen zet van iemand met zulke problemen – of is het nu echt? Kan ik hieruit niet uitmaken. :wave:

Schorpioen · 3 december 2010 op 17:43

Je vorige column was niet om aan te lezen, maar deze vind ik erg intrigerend! Ik ben benieuwd wat de offciële benaming van de aandoening is.
Een oplossing heb ik ongetwijfeld niet, maar wel een bruikbare tip; als je niks tot je neemt, hoef je op het toilet geen notities voor jezelf achter te laten…

Mien · 9 december 2010 op 00:27

Lareep op de valreep je column gelezen. Staat nu genoteerd als korte notitie in mijn hoofd. Dank daarvoor.

Mien Memo

p.s.
Liever geen punt achter de titel.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder