Maatschappij
De ultieme vleesvervanger
Prof. dr.ir. Remko Boom, eerste hoogleraar vleesvervangers: “ De vleesvervanger moet lekker zijn op zijn eigen manier”.
Prof. dr.ir. Remko Boom, eerste hoogleraar vleesvervangers: “ De vleesvervanger moet lekker zijn op zijn eigen manier”.
Gaat de oorlog van de coalitietroepen in Afghanistan niet vooral om de binnenlandse Nederlandse politiek.
Gaat het volgens de Nederlandse kranten nu vooral om Jolande Sap, als leidster van Groen Links, die door haar “Ja” Groen Links tot regeringspartij maakt, en Wilders met PVV buiten de regering houdt.
Van onze verslaggever
Nederlanders moeten er rekening mee houden dat ze moeten doorwerken; ze moeten er rekening mee houden dat ze niet tot hun 62e, niet tot hun 65e, niet zoals bv Denen mogelijk tot hun 71e moeten doorwerken. Nee, Nederlanders moeten voortaan gewoon doorwerken. Dus als het even kan, tot aan hun dood.
Er zijn mensen die weten hoe een column er van buiten uitziet, maar weten zij ook hoe een column er van binnen uitziet?
De vraag of columns weten aan welke wetten zij zelf moeten voldoen, lijkt makkelijk te beantwoorden. Immers: columns zijn levenloos. Zij eten geen brood, zij drinken geen wijn. Deden zij dat maar, haast ik mij er aan toe te voegen. Maar columns leven niet. En doordat mensen leven en hebben leren schrijven mogen mensen columns schrijven. Columns mogen geen columns schrijven, en al helemaal geen mensen. Wat mogen columns toch weinig!
Hier is weer een brief van uw lievelingszoon.
Ach, moeder, mijn tijdelijke huisvrouw is weggelopen. En wie had het nakijken? Juist, uw lievelingszoon. En die heb, deze niet zo mooie maar zeer ervaren huisvrouw, met lede ogen moeten zien vertrekken. Nou, ja, eigenlijk was ze gewoon weg op een dag. Met al haar spullen, en een paar van mij. Wat moet ze een haast gehad hebben!
Er worden nogal veel boeken geschreven.
Erger mij daar wel eens behoorlijk aan. Niet elke keer dat er een boek verschijnt, maar het zal er niet ver naast zitten. Om maar niet te zwijgen over boeken die door mannen zijn geschreven, want daar heb ik helemaal de pest aan. Trouwens vrouwen kunnen ook behoorlijke rotboeken schrijven.
Er zijn van die dagen dat ik werkelijk niet begrijp, dat niet iedereen schreeuwend de straat op rent en schreeuwt: “De dood, de dood, we gaan allemaal dood” Net alsof de paniekaanval synchroon moet gaan met de paniek van alle mensen.
Lieve Moeder, uw lievelingszoon is terug van vakantie. Gelukkig heeft u maar een zoon. Maar u heeft wel nog een dochter, maar dat geeft niet. De vakantie duurde vier dagen. Dat was lang genoeg. De eerste dag mochten wij inchecken tot zes uur, volgens de nutteloze meneer van het reisbureau. Maar volgens de receptie in Hardenberg was het vier uur.
Ik moest hier komen wonen, en ik liet een goed ingericht en schoon huis achter. Dus had ik hier de inboedel overgenomen. Een lijstje met daarop 1176 voorwerpen, van een logeerbed tot een vork. Ik moet dat lijstje nog ergens hebben liggen.
Nu zit ik thuis. Ik werk niet. Vrouwen zijn weg, kinderen zijn weg. Mama woont in een andere stad.
Ik was een boek aan het lezen. Ik raakte verward. Ik heb het boek tussen andere boeken teruggezet. Nu weet ik niet meer welk boek ik aan het lezen was. Ik moet dat boek nu terugvinden: het is een zaak van leven en dood. Want dat boek dat ik zoek, dat moet ik zeker niet lezen. Ik raak daar immers verward van. Het brengt me terug bij mijzelf.
Wat een kind nog niet weet is dat de strijd van het bestaan zich zelfs afspeelt in de winkel. Het is niet alleen einde van alle ellende maar ook begin en de hele weg ertussen in. Het is niet genoeg om aan geld te komen. Je moet het ook uitgeven.