Ik heb er een kind bij, hij belt als hij wakker wordt, hij belt als hij zich verveeld en voor hij gaat slapen. Laten we ‘hem’ voor het gemak Joost noemen. Een moderne dorpsgek. Hij kent iedereen en iedereen kent hem. Niet persoonlijk, wel van het aanwezig zijn. Aanwezig in de kroeg, hangen in de kroegen. Als je hem tegenkomt hangt hij en zuipt hij. Liters, alleen geen aandelen, stom hoor. Grootverbruiker heet dat. Waar ik hem van ken, van het hangen natuurlijk. Hij verkocht in zijn jonge en rijke jaren mij mijn eerste autootje. Ik heb er jaren plezier van gehad en vele barre tochten mee gemaakt. Huilend afscheid genomen van die eerste grote ‘materiele’ liefde.

Ok, ik had het over ‘Joost’niet over mijn eerste materiele liefde. Alhoewel hij daar wel mee verbonden blijft. Joost heb ik jaren niet gezien en gesproken, tot dat ik weer het avondleven en daarbij behorende nachtleven introk. En ja hoor, ‘daar zijn we weer’. Het vreemde is dat als Joost een borrel op heeft, hij ongemeen grof wordt, terwijl hij anders zo galant kan zijn. Hij stort zijn hart dan als het ware uit in termen als; Kut wijf ben je ook, en flikker trut, sodemieter op tering hoer en dergelijke. Het lijken mij geen termen die zijn moeder, die overigens nog leeft nou heeft geleerd aan haar zoon. Het leven heeft hem gevormd. De drank heeft hem in zijn greep gekregen en hij overleefd. Dag na dag, na dag, na dag.

Hij was graag vader geworden, begrijp ik uit zijn verhalen, een gezin gesticht, net als zijn broers en zusters. Het is anders gelopen. Hij is bezorgd, als hij nuchter is en een warm mens. Gevoelig en toch ook een sjacheraar. Hij regelt, wat jij en ik, niet voor elkaar krijgen. Alleen zijn eigen leven lukt niet zo. Op dit moment ben ik een soort van baken, een lichtboei in volle zee, hij wil zich vastklampen, het laatste restje hoop op betere tijden. Meer dan dertig jaar aan wal een zeemansleven geleid, ik ken de verhalen, kan ze dromen. Het is een lieverd zonder meer, hij verdient een toevluchtsoord na al die jaren. Alleen ik was zolang de uitvalsbasis, het veilige toevluchtsoord voor het dubbelleven van een zeeman. Hoe het verder gaat…juist…jij hebt het begrepen:…’Joost mag het weten’…

Categorieën: Maatschappij

13 reacties

Dees · 10 augustus 2005 op 14:27

Het is mooi dat je de kwaliteiten van Joost kunt zien en een beetje zwaar als je de enige bent die ze kan zien. Mooie column.

bert · 10 augustus 2005 op 14:41

[quote]Een moderne dorpsgek. Hij kent iedereen en iedereen kent hem.[/quote]
Inderdaad, ik ken hem ook. Toch denk ik dat Joost gewoon wel gelukkig is met het leven waar hij voor gekozen heeft. Hij geniet en wil zich niet binden en heeft genoeg aan die enkeling die hem aandacht schenkt in de stamkroeg waar men voor hem de drank schenkt. Geen zorgen over de dag van morgen.
Mooi neergezet, zo’n Joost. 🙂

Troy · 10 augustus 2005 op 16:54

Erg mooi geschreven weer. De zinnen volgen elkaar in een perfect, vloeiend ritme op. Knap dat je deze taak op je hebt genomen.

Grt Troy

Li · 10 augustus 2005 op 17:32

Spekglad geschreven weer.
En laten we proosten op alle Joosten van de wereld en hun ‘reddingsboeien’.

Li

Mosje · 10 augustus 2005 op 17:41

Joost raakt aan lager wal, dus de vis wordt duur betaald. Geen land met hem te bezeilen, maar als jij even zijn veilige haven wilt zijn…

(ik eindig, geheel in navolging van jou Geertje, met drie puntjes. Viel het je op?)
😛

Domicela · 10 augustus 2005 op 18:13

Ik denk dat we allemaal wel een Joost kennen, waar een verhaal achter zit. Zonde hoe zo’n leven verloopt en triest voor de moeder om haar zoon zo te moeten zien leven. Ik neem aan dat ze hem ook liever gelukkig zou zien al dan niet met man/vrouw en/of kinderen.

KawaSutra · 10 augustus 2005 op 18:15

Meestal weet Joost het altijd beter ook, maar misschien kun je af en toe toch ongemerkt een beetje bijsturen.
Mooie beschrijving. 🙂

Geertje · 10 augustus 2005 op 20:20

[quote](ik eindig, geheel in navolging van jou Geertje, met drie puntjes. Viel het je op?)[/quote]

Nee niet opgevallen, zal op je gaan letten…? Oh, nee zonder puntjes.

Louise · 10 augustus 2005 op 21:56

Dweilen met de kraan open.
Een verdrietig verhaal zonder happy end en toch ook weer wel.
Mooi!

KingArthur · 10 augustus 2005 op 21:59

En waarom mogen wij dat niet weten :-)?
Goed geschreven verhaal.

Toch betwijfel ik de woorden van Bert. In de kroeg vind je geen geluk, enkel wat afleiding.

melady · 11 augustus 2005 op 01:40

Je column in één teug gelezen.

Wat me stoort: de vele punten en komma’s.
En daarnaast denk ik dat je teveel wil zeggen in een te korte column.

klungel · 11 augustus 2005 op 11:50

Ik ken genoeg loosten, maar kan ze er niet bij hebben. Ook niet 1tje. Knap dat jij dat wel kan.

Mooi geschreven, en die puntjes en komma’s vallen mij niet op 🙂

Geertje · 11 augustus 2005 op 12:36

[quote]Ik ken genoeg loosten, maar kan ze er niet bij hebben. Ook niet 1tje. Knap dat jij dat wel kan.[/quote]

‘Klungel’ mijn ervaring is, dat in het leven niet wordt gevraagd, wat je er wel of niet bij kan hebben, het komt op je pad. De vraag is dan, wat doe je ermee? En dat heeft dan weer te maken, met wat je zelf hebt meegemaakt. Hoe blij was jezelf niet met een luisterend oor, toen het water je aan de lippen stond? Compassie, mededogen, maar ook het kunnen wijzen op eigen verantwoordelijkheid, het loslaten. De eigen keuzes, mensen zijn zo boeiend opweg naar hun eigen kracht.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder