Normaal gesproken mag ik met veel plezier naar reclames kijken. Eigenlijk is een beetje het tegenovergestelde van veel soaps. In plaats van weken lang dagelijks de ontwikkelingen bekijken na, noem eens wat, een mislukt kapperbezoek, wordt in een reclame een compleet verhaaltje in 30 seconden volledig uit gespeeld, uitzonderingen daargelaten. Een ander soort reclame wekt een vermakelijke ergernis bij me op, maar de meest weerzinwekkende reclames zijn toch wel die van diverse financieringen verstrekkende instanties. Wat jaren terug had je een weinig geloofwaardig overkomende ‘financieel expert’ maar dat mocht blijkbaar niet meer. In plaats daarvan kwam een irritant heerschap met de naam ‘Leen’. Deze plaspop spoorde mij al voor hij zijn mond open deed aan om de afstandsbediening te zoeken die geheel in het kader van meer bewegen meestal naast de tv ligt.

Gelukkig zie ik deze joker tegenwoordig wat minder vaak voorbijkomen. Mogelijk is zijn contract afgelopen of misschien is hij door ontevreden klanten gelyncht. Wie zal het zeggen. Daarvoor in de plaats zijn nu korte verslagjes gekomen van mensen die zich met een gelukzalige grijns tot de lippen toe in de schulden steken. De geportretteerde slachtoffers komen meestal wat oppervlakkig op me over. Zo kunnen ze bijvoorbeeld het woord ‘auto’ niet echt uitspreken en maken ze er iets als oto van. Voor deze mensen maakt het fonetisch weinig uit of je auto, otau, autau of auto schrijft. Niet echt heel erg natuurlijk en ik zal de laatste zijn die over een mild spraakgebrek valt.

De eerste versie die voorbij kwam bracht een wat gehaaste man in beeld die op zoek was naar een nieuwe oto. Gezien de setting heeft hij er waarschijnlijk voor gekozen bij een echte handelaar te kopen want alles stond buiten. In zijn plaats zou ik daar ook graag snel weg willen (maar dan zonder auto) en ik snap dan ook heel goed dat hij over zijn schouder richting de camera antwoorde, ondertussen stevig door benend in de richting van het model van zijn keuze. Later blijkt dat een riante station te zijn zodat hij een deel van zijn voetbalclub kon transporteren. Een betrokken vader, dat mag duidelijk zijn. Tenminste dat hoop ik want er zijn verontrustender alternatieven denkbaar.

In een andere variant is een stelletje op zoek naar,inderdaad, een nieuwe autau. Manlief print de overeenkost (gewoon online!) uit en wordt door vrouwlief aangespoort het wel goed door te lezen. Dan doet zij het wel even op de post. Ik krijg dan de neiging om ‘lees het zelf trut’ tegen het beeldscherm te gaan roepen, maar de angst dat ik door mijn overige gezinsleden als malende wordt aangezien houdt mij tot nogtoe tegen.

In wéér een andere variant heeft een stelletje als droomwens dat er een broeikasje van glas en kunststof tegen hun huis aan geplakt wordt. In de eerste instantie vond ik dat wel mooi eigenlijk, zo’n simpele en makkelijk te realiseren droomwens. Ik had ook echt het idee dat die twee over 40 of 50 jaar echt tevreden hun laatste adem uit zullen blazen, want die droomwens hadden ze toch maar mooi vervuld. Na een paar keer besefte ik me dat de twee het vooral hadden over een stuk meer ruimte. Mogelijk dat financiële beslommeringen spanningen in de relatie hebben gebracht zodat ze wat meer bij elkaar uit de buurt willen blijven. Maar in ieder geval kon dan nu, gezien de gerealiseerde droomwens, zonder enig probleem.

Het meest zorgwekkende vind ik toch wel het spotje waarin op kantoor één van de financiele specialisten aangeschoten wordt. Zijzelf schrikt er blijkbaar ook van, want het wicht spring op en volgt de camera terwijl die zich van de oorspronkelijke uitgangspositie af beweegt. Dat laatste vind ik op zich al eigenaardig. Tenminste, ik heb in een winkel (of bij een bank) niet de gewoonte om een medewerker aan te spreken en dan al afstand nemend door te praten. Erger wordt het als ze terwijl ze antwoord geeft op de vragen constant afgeleid wordt door een blijkbaar net uit een printer gerold a4’tje, iemand die haar koffie aanbied en als ik me goed herinner een voorbijkomende collega die blijkbaar belangrijke gegevens heeft en op zo’n mission control center is natuurlijk geen seconde te verliezen. Ik weet in ieder geval zeker dat ik daar geen klant wil worden. Als het personeel zich niet eens een tiental seconden op een simpele taak (het antwoorden van de man achter de camera) kan concentreren, dan wil ik daar in ieder geval geen privé gegevens hebben liggen.

Nee, als ik leen, dan doe ik dat wel bij de Postbank ofzo. Die zijn tenminste zo slim om een wat psychotisch overkomende snol de buitendienst in te sturen zodat die weinig bedreigend bekende nederlanders lastig kan vallen en dat vinden we natuurlijk allemaal leuk.


4 reacties

arta · 10 augustus 2007 op 12:06

Vooral in de zomertijd is, volgens mij, inderdaad het reclameaanbod spannender dan de programma’s.
Op een paar slordigheidsfoutjes na vind ik dit wel lekker geschreven al had er wat meer pit ingemogen, mogelijk door inkorten…
🙂

Quinn · 10 augustus 2007 op 17:28

Ghehe, er zitten aardige taalvondsten in 🙂 Alleen het einde vind ik niet zo heel sterk.

Elsemiek · 10 augustus 2007 op 22:10

Haha, goed gezien!

Leuk om te lezen!

Ik vond het einde wel sterk. Je trekt een goede conclussie die bij de rest van het stuk past!

john · 11 augustus 2007 op 12:03

Ik ben het wel eens met de kritieken. Het had iets korter gekund, en slordigheid is m’n zwakke punt. Na een paar keer overlezen om taalvauten er uit te halen begin ik een soort acute dyslexie te krijgen lijkt wel 🙂

Het einde had inderdaad anders gekund, maar ik sta wel achter de keuze die ik gemaakt heb.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder