Het is zaterdag 7 februari 2004, en het lijkt in eerste instantie een dag te zijn als zoveel andere dagen. ’s Morgens eerst rustig bijkomen voor ik op een ontbijt met krantje ga aanvallen en daarna de wekelijkse gang van boodschapjes doen. Aan het einde van de dag wanneer mijn veestapel zich aan een maaltijd tegoed heeft gedaan, vertrek ik voor mijn avondje ontspanning in Heerenveen. Vol goede moed stuur ik mijn auto langs Neerlands wegen, want Heerenveen heeft tenslotte 2 weken rust achter de kiezen en volgens de officiële site zal vanavond een fit Heerenveen het opnemen tegen een door blessures gekweld NAC.
Het doet me altijd goed, wanneer ik vol enthousiasme plaats neem op de tribunes van het Abe Lenstra Stadion, nadat ik natuurlijk de nodige kriebels al verwerkt heb bij de wandeling naar het stadion en de aanblik van het stadion in het volle licht in me op heb genomen.
De lichtmasten hebben altijd een overweldigende uitwerking op mij, en al zou ik het willen, ik kan het met de beste wil van de wereld niet omschrijven welke uitwerking die lampen op mij hebben. Die 4 lichtmasten zijn mijn baken in een woeste zee en de lichtpuntjes in mijn drukke leven.
Zodra de lampen zijn ontstoken, is voor mij het startsein gegeven dat er naast de 90 min nagelbijten, billenknijpen en hartkloppingen ook een avondje genieten voor de boeg staat (ik vergeet gemakshalve maar de blessure tijd die er normaliter bij getrokken wordt).
Het Abe Lenstra Stadion is op zich vrij uniek in Nederland, want zeg nou eerlijk… bij welke club zie je nog dat de clubleiding alle vertrouwen in hun supporters heeft? Daar in “ut fean” aan het friese haagje wordt een mens niet onderworpen aan metaal detectors, strenge pasjes controles middels vernuftige apparaten en het fouilleren door de mannen en vrouwen in het fluoriserend geel. Nee, hier wandel je naar binnen, gaat op je plaats zitten en gedraagt je in de ruimste zin van het woord. Sfeer mogen we niet maken en bij een doelpunt behoor je als Heerenveen supporter ingetogen te klappen met heel misschien een klein sprongetje, maar gezien de gemiddelde leeftijd van de supportersschare is dat al snel een onbegonnen missie. Mocht je echter toch een poging ondernemen om je enthousiasme te tonen, dan wordt dat gelijk afgestraft met een enkel woord “Zitten!”
Supporters van FC Groningen noemen het stadion “Abe’s Mausoleüm” een heilige tempel waar men bij binnenkomst blote delen moet bedekken en waar je tijdens de wedstrijd ter nagedachtenis aan Abe 90 min stilte in acht hoort te nemen. De “heilige bijbel” wordt bij aankomst van het stadion voor een paar luttele euro’s verkocht en het ademt één en al Abe uit. Toch weerhoud het me niet om de thuiswedstrijden te bezoeken en heel soms de uitwedstrijden, maar dat zal voorlopig niet meer gebeuren sinds een paar heiligschenners zich schandelijk hebben misdragen in de trein naar Arnhem. Zij die gezondigd hebben kregen een levenslang stadion verbod van onze voorganger Riemer vd Velde.
Toch verkeer ik deze avond in een euforistische stemming wanneer bij rust de 3-1 op het scorebord prijkt. Helaas is mijn dronkemans gevoel van korte duur, wanneer na nog eens 45 min speeltijd de rollen zijn omgedraaid en NAC met een 3-4 overwinning naar huis kan. De gehele tweede helft is een bron van ergernis en een aanslag op mijn toch doorgaands “opgeruimde karakter” en wanneer ik het stadion verlaat hoor ik om me heen mijn mede kerkgangers hun ongeloof, woede en frustratie uitten.
Als ik na de wedstrijd van het stadion naar de kroeg loop, om mijn verdriet langzaam maar zeker weg te spoelen blik ik in gedachten nog even terug op de wedstrijd. Ik ben zwaar teleurgesteld en probeer elk excuus aannemelijk te maken voor deze wanprestatie, want het moge duidelijk zijn dat het wisselbeleid van Foppe al een wanprestatie op zich is. Die beste man hoeft zich maar 90 min per wedstrijd bezig te houden met het vraagstuk welke speler op welke positie in die wedstrijd het beste uit de verf komt, maar zelfs dit lukt hem niet meer.
Met gebogen hoofd vervolg ik mijn weg, om me plotseling even staande te houden.
Ik zag 4 lichtpuntjes deze wedstrijd, maar wanneer ik me omdraai voor een laatste met weemoed gevulde blik op het stadion zie ik dat ook deze langzaam doven.
8 reacties
deZwarteRidder · 14 februari 2004 op 15:03
mooi geschreven column zeker voor een vrouw en het onderwerp voetbal…Nou ben ik helegaar niet zo een voetbal fan..en verbaas me er dan ook over als vrouwen er zo in op kunnen gaan..maar je verwooord het als een echte supporter..vond de slotzin mooi gevonden..
Rich@rd
Mosje · 14 februari 2004 op 15:33
Ergens onderweg, ik weet niet precies waar, ben ik mijn interesse voor voetbal verloren. ‘Lekkere potjes voetbal’ zijn veranderd in ‘uitingen van voetbalbusiness’. Of zoiets.
Ik zie nog slechts één lichtpuntje: jouw columns over dit alles.
Eftee · 14 februari 2004 op 16:36
Ik heb helemaal niets met voetbal. Zo te lezen ben jij een supporter in hart en nieren.
Je stemming heb je hartstikke goed beschreven.
pepe · 14 februari 2004 op 17:14
Ik als anti-voetbalvrouw, sta iedere keer weer versteld hoe jij er weer een mooi verhaal van maakt.
Farfalla · 14 februari 2004 op 18:56
Erg leuk vind ik als voetballiefhebster :D:D
Suus · 15 februari 2004 op 02:08
Wow, goed man, helemaal rond, super slotzin!
Kees Schilder · 15 februari 2004 op 09:07
Heb ook niks met deze tak van zinloos geweld. Neemt niet weg dat ik je columns hierover heel graag lees.
Ma3anne · 15 februari 2004 op 10:30
Ik hou ook niet (meer) van voetbal, maar op deze manier ervan genieten, spreekt me wel aan. Ik zat tijdens het lezen naast je op de tribune, zo beeldend en vrouwvriendelijk geschreven dit voetbalverslag.
Abe Lenstra kwam vroeger als vertegenwoordiger voor voetbalschoenen bij ons thuis in de schoenenzaak. Was altijd gezellig als ie even koffie bleef drinken. Buiten voor de winkel stonden allemaal jongetjes voor een handtekening en daar snapte ik niks van, zo klein was ik nog. Ik weet alleen dat ik zijn haar gek vond. Een soort scheve kuif. Pas veeeeeeeeel later kreeg ik door wie die aardige meneer nou eigenlijk was, maar toen was hij geen vertegenwoordiger meer.
🙂