Wanneer alle heiligen en alle doden gevierd worden (merk dat alle heiligen ook dood zijn en dus twee feesten hebben) worden de olijven geplukt. Olijven kweken is op het eerste zicht een kleintje. De bomen groeien met wat de natuur hen geeft. Men moet niet zaaien, niet planten en niet met een door ossen gedreven ploeg rondlopen. Ook het oogsten lijkt twee keer niets. Niet met een gewette zijs riskeren je levenslang mank te doen lopen, niet op onstabiele ladders druipnatte takken naar beneden halen, geen kans op lumbago door uren lang gebogen te staan. Men heeft in principe geen atributen nodig om olijven te plukken.
En waarom ga je ons nu dan komen vertellen dat je dit weekeinde olijven hebt geplukt, jop? Een goede vraag waar ik graag op antwoord.
Eerst en vooral ben ik geen geboren olijfkweker. Ik ben een ingetrouwde kweker, of ingeluisde kweker, zoals je wil. Ik doe zoals de anderen me zeggen. En daar zit het eerste vennijn. Je moet de stiel leren. Luisteren wat kenners te zeggen hebben. Wat de anderen zeggen is niet altijd waar. Je kent de boeren. Daarenboven versta ik geeneens wat ze zeggen; ze spreken in een taal die me niet meester is. Die arme boeren maken zich verstaanbaar in een alleen onder hen en hun dieren verstaanbare taal. Dus met hetgene wat ik versta, niet altijd juist, en hetgene wat ik zie, probeer ik er het beste van te maken. Eind vorig jaar ging ik bijvoorbeeld boompjes planten. Uitstekende kwaliteit had men me verzekerd. Drie jaar oud en dus na twee jaar verzorging zouden die takken olijven voorbrengen. Inderdaad waar. Op veertig nieuwe boompjes –die van twee jaar geleden- oogste ik tachtig olijven. Een kilo. Men had mij verteld dat olijfboompjes omcirkeld werden. Met stenen uit het terrein waarin men ze plant. Wat een kostelijk gelach. Ha, jop, zijn er stenen uit de bomen gevallen? Zijt ge bang dat ze gaan lopen? Allez, ik voelde me niet echt op mijn gemak maar liet de stenen liggen. Tijdens de winter maanden ging ik bomen snoeien. Veel te laat zei mijn gebuur: “Ge kent het spreekwoord: wie zijn bomen snoeit na Sint Nikolaas zal geen olijven zien”. Mijn aangetrouwde oom (aangesmeerd als je wil) zei: “Wie voor Sint Lucia zijn bomen snoeit zal geen olijven zien”. Weet dat Sint Niklaas de zesde december wordt gevierd, Sint Lucie de elfde van de zelfde maand.
Tot wanneer ik kon, tot wanneer ik aanwezig was, ging ik die bomen water geven, na brandend hete zomerdagen. Daarna kocht ik een sproei-instalatie die ze om de twee dagen te drinken gaf. (wat ik beter van in den beginne had gedaan om niet als een trieste muilezel met bedons van twintig liter rond te zeulen). En wat een lachen voor de andere kwekers.
Het zelfde voor de bemesting. Een vriend van mij kweekt varkens en verkocht me mest. “Varkensmest voor olijven? Ge ziet dat gij Belg zijt!” Op mijn vraag welke mest dan wel geschik was antwoordden ze me met iets wat ik niet begreep.
Ondertussen maakte mijn schoonmoeder de situatie nog lastiger door antwoorden te geven waar ik eveneens iets van verstond. Wanneer ik haar vroeg wat die boeren nu juist hadden gezegd haalde ze haar schouders op. En wanneer ik terug ging naar de boeren om me te laten vertellen wat dan wel te gebruiken, in een taal die ook ik begreep, haalden ook zij hun schouders op.
Twee weken geleden ging ik samen met mijn gebuur naar onze olijven kijken. Eigenlijk zat het zo. Hij had de autosleutels in de koffer laten liggen en kon niet binnen. Dus kwam hij bij ons telefoneren en wachten op zijn vrouw die de reserve sleutels kwam brengen. Ik was alleen en omdat ik amper verstond wat hij zei stelde ik hem een wandeling in de tuin voor. “Kunnen we zien wat de olijven zeggen”
Zijn oordeel was vernietigend. “Die kunt ge beter laten hangen; gaat ge daar voor van Palemo naar hier rijden?” Moraal reeds op min twintig. Hij plukte eem paar olijven, kneep die plat in zijn hand, wreef een paar keer en voorspelde: “Dat wordt een ongelooflijk slecht jaar jop”:
Met moraal min tweenhonderd –mijn gebuur oogst gemiddeld duizend liter olie per jaar en dus per logica een kenner- toch maar olijven gaan oogsten. Met twee netten en twee krappertjes, instrumenten die het rudimentaire niet overstijgen. Verder bijna in aloude traditie. Liedjes zingen met zelf uitgevonden teksten op bestaande melodieen, de onozelaar uithangen en nieuwe wijn drinken. Dezer tijden is er ook de telefonino oftewel GSM. Dus krijg je toestanden dat je onder een olijfboom praat over de overwinning van Palermo op Bari, hoe tof het laatste feestje wel was etc. (niet in de toekomstvisie: “olijven op 3.1/4 kopen kopen kopen; olijven zakken naar 3.25 verkopen verkopen verkopen….?
De eerste dag 200 kilo, de volgende dag vierhonderd kilo en laaste dag 150 kilo waarvan 40 kilo zwarte olijven, die om op te leggen. Drie dagen hadden we nodig om alle olijven te plukken. Ook omdat ik die olijven met de auto, in de koffer naar de perserij reed. Echte boeren hebben een tractor die de hele pluk in een keer naar daar kan brengen.
Nu is die perserij een plaats waar een paar woorden over te vertellen zijn. Eerst en vooral bevolkt door absolute kenners. Ze kijken je steevast eerst meewarig aan om zich dan om te draaien en je nog ellendiger te voelen. Het hele gebouw stinkt als de pest. Wanneer je drie dagen olijven hebt geoogst is olijfolie het laatste wat je wilt ruiken. Om niet over het lawaai te spreken. De machine die die de olijven op de lopende band brengt, het schud-machien om de blaadjes te verwijderen, het was-machine, de persmachine, de aristoteliaanse schroef die de pulp vervoerd, de verwarmingsmachine, het olie-van-water-schijdings-machine, alles bij elkaar maken die wreed veel lawaai. Wanneer alle machines op volle kracht draaien komen de andere olijfboeren een praatje maken. Zie dienen te roepen om het machinelawaai te overtreffen zonder zich zorgen te maken dat ze nog nooit over tandpasta hebben horen spreken. Enfin, dit jaar was dik. 126 liter zuivere olie. Wat ik er mee moet zou ik niet weten. 30 liter zijn voor eigen verbruik. En de rest? Verkopen? De perserij wou er 3.75 € voor geven. Het zullen dus weer de aloude cadeautje’s worden voor kerst en nieuwjaar. Maak jullie geen zorgen. Als je ze komt halen krijg je ze gratis mee.
De zwarte oplegolijven hadden een goede prijs. 1.20€ per kilo.
De boeren maakten complimentjes. Ze zeiden dat de varkensmest misschien toch geen onaardig idee was. (Niet met die woorden; ze vroegen me het adres waar ik de mest had had gekocht)
Om het verhaaltje te beeindingen, de door mij uitgerekende prijs voor dit jaar, alles inbegrpen (bomen, onderhoud, mest, uurloon-dat van een een mexiaan in texas enfin tutto incluso) zou de olie 25€ per kilo moeten zijn. Onozelaar die die som neertelt.
Volgend jaar zaag ik alle bomen met de grond gelijk en zet patatten.
arial
3 reacties
Godspeed · 24 november 2003 op 11:31
[quote]Ondertussen maakte mijn schoonmoeder de situatie nog lastiger door antwoorden te geven waar ik eveneens niets van verstond. Wanneer ik haar vroeg wat die boeren nu juist hadden gezegd haalde ze haar schouders op. En wanneer ik terug ging naar de boeren om me te laten vertellen wat dan wel te gebruiken, in een taal die ook ik begreep, haalden ook zij hun schouders op.[/quote]
De droom van menige man, geen schoonmoeder of ene die je toch niet verstaat.:-D
Pvw · 2 december 2003 op 20:20
Veel succes met de patatten.
(goed verhaal trouwens !)
Pvw
Tasz · 27 december 2003 op 12:37
Hartstikke leuke column. Heel herkenbaar, mijn italiaanse familie heeft ook olijfbomen en in oktober is het altijd weer vaste prik. Dat we dan in juli liters heerlijk olie mee kunnen nemen is dan natuurlijk wel het heerlijke resultaat. Goed geschreven en leuk verhaal.
Tasz