Een peilloze diepte. Ver, vér weg glimt een eiken kist. Gemaakt van spaanplaat. De doodskist is voorzien van knoppen en handgrepen. Altijd handig. Harm laat het nu echt over zich komen. Dat vele, vele zand. Bij zijn ultieme rustplaats voor eeuwig werp ik een laatste blik op het hout dat mijn vriend omhult. Dan komen ze. Opwellende tranen. Van verdriet, boosheid en frustratie. Op weg naar huis gaan de sluizen der emoties pas echt open. Vier kwartier eerder had de organist hijgend plaatsgenomen achter zijn klavier. Herkenbare klanken overspoelden de aula. Gevuld met overwegend zwart. Plek van geruisloos vertrek met stille trom. Een zielenherder beklauterde het katheder. Golven van afgrijzen overspoelden me. Dit soort dominees had ik eerder gezien. Hel en verdoemenis predikend. Gelukkig, deze apostel was van een wat lichtere soort. Veel kracht leek er, ook nu, niet in de vele herhaling te zitten. Hij opende en besloot, véél later, zijn preek met het voorlezen van Harm’s overlijdenstekst. Een vast saai ritueel als dodelijke regelmaat. Het halve uur ertussen bleef mijn lieve Vriend volledig buiten beeld. Geen woord over wie Harm was geweest, geen enkele verwijzing naar zijn hobby’s, geen sprankelende uiting over zijn humor. Niks, helemaal niks! Over de Dode niets dan goeds, maar dan ook écht niets! De Overledene in kwestie stond tijdens zijn laatste gang volledig buitenspel. Maar was tegelijkertijd zo pijnlijk duidelijk in beeld.
De zwarte kraai had standaard-wartaal van zijn harde schijf geplukt en ratelde zich daarmee als een donkere kip zonder kop naar de finish van een leven. Harm’s leven. Er kwam geen einde aan. Meneer de theoloog genoot zichtbaar van zijn inhoudsloos gekakel. Evangelie op zijn smalst. “Doodschoppen”, galmde het door mijn hoofd.
Of stenigen met een vals blazend pijporgel als prettige begeleiding.
De overige rouwenden keken uitdrukkingsloos voor zich uit. De blijde boodschap leek voor hen gesneden oude koek of ontging ze volledig. Ik voelde mijn vriend tekort gedaan. Ook ná de prediking nam niemand het voor hem op. Geen enkele bedroefde voelde de aandrang om mijn Harm de hemel in te prijzen. In een opwelling had ik de neiging de microfoon te grijpen om de aanwezigen Harm’s kwaliteiten toe te schreeuwen. Ik realiseerde me dat deze troosteloze hel de keuze was geweest van de Overledene. Harm wilde over zijn graf heen regeren. Een voorkeur die gerespecteerd diende te worden. Over de Dode niets dan goeds. “Doorlopend bezoek, geen bloemen, geen sprekers!”
We gingen op weg naar de “grafkelder der ontbinding”. Opnieuw overleg met de Allerhoogste. Toen verdween Harm + kist langzaam in de diepte. Bij mij zonk de vaste grond onder de voeten vandaan! Ik wankelde, ten afscheid, in traag tempo langs het gapend gat. Even stilstaand. Bijna niemand hield een ogenblik halt bij Harm’s laatste halte. Er leek haast geboden. De begrafenisondernemer had net daarvoor op de broodjes en koffie gewezen die in ruime mate, vers gezet en fris gesmeerd, ter consumptie voorradig waren. Als galgenmaal. Wellicht was dat de verklaring voor de gestrekte draf. Ook ik had trek. Aandrang om me rap uit de voeten te maken van deze rampplek. Bolletjes met ham/kaas konden mij gestolen worden. Ik kon geen hap door mijn keel krijgen. En bleek de enige te zijn. Men stortte zich en masse op de rijk gevulde schalen. Dat ik velen op een manier zag schransen die misselijkmakend was, deed mij besluiten deze minzame broeders en zusters vlotjes te verlaten.
Terug naar het land der levenden. Naast mijn Vader neem ik plaats in de (ook) door Harm eens onderhouden Opel Corsa. “Wat vond je er van, Pa?”, is het eerste dat ik sinds een lang, lang uur tegen hem zeg. Zijn antwoord ervaar ik als pure rijkdom. “Ik heb Harm gemist!”, klinkt het. Héérlijke, maar ook doodzieke Vader! Zijn specialist: “Over het verloop van uw dodelijke kwaal valt geen zinnig woord te zeggen!” Op een slechte dag moet ik opnieuw een waardevolle man ten grave dragen. Mijn Pa. Een Vader vol zinnige tekst, een Vader uit duizenden. Die dezelfde naam draagt als de Overledene: Harm…
9 reacties
maurick · 6 september 2010 op 13:42
Respect voor deze tekst. Moedig. Sterkte.
arta · 6 september 2010 op 15:12
Mooi dicht bij jezelf gehouden tekst, zonder jouw gewoonlijke haast. Erg mooi. Harm zou trots op deze geweest zijn.
Sterkte met vader Harm, die je ook nuchter, maar liefdevol neerzet.
DriekOplopers · 6 september 2010 op 16:09
Prachtig opgeschreven. Groot compliment!
pally · 6 september 2010 op 16:35
Mooi, een beetje ruw en ongecensureerd, dit stukje,BJ! Het schuurt bijna als je het leest.
Toch liet je mij ook even glimlachen om dit:[quote]De begrafenisondernemer had net daarvoor op de broodjes en koffie gewezen die in ruime mate, vers gezet en fris gesmeerd, ter consumptie voorradig waren.[/quote]
versgezette broodjes, dus, en fris gesmeerde koffie? 🙁
sorry, sterkte
Pally
LouisP · 6 september 2010 op 20:09
BJ54,
heel mooi geschreven. Gemeend op papier gezet.
‘Een vast saai ritueel als dodelijke regelmaat” Op zich niet zó bijzondere zin maar in het geheel erg op zijn plaats..
“Ook ik had trek. Aandrang om me rap uit de voeten te maken van deze rampplek.” Sterke zin..
“weg naar huis gaan de sluizen der emoties pas echt open.” Deze zin staat in de eerste alinea..en dat vind ik knap…ne gewone mens had die bewaard voor tegen het einde..da’s een knappe keuze..
gr.
Louis
Avalanche · 6 september 2010 op 23:31
Onroerend en ontwapenend. Mooi geschreven met een prachtige laatste alinea.
Anti · 7 september 2010 op 00:05
Mooi en herkenbaar. Dit klinkt gereformeerd maar ik heb me meer dan eens zitten verbijten bij Katholieke missen waarin na alle loftuigingen op Jezus, de bijna ter aarde gestelde dode op de valreep zonder enig gevoel werd vernoemd. Onvergeeflijk. Volgens mij had Jezus zich kapot geschaamd.
Sterkte met de ziekte van je vader.
Fem · 7 september 2010 op 07:19
Een mooi en eerlijk eerbetoon…
Mien · 9 september 2010 op 17:05
Mooie harmbartige ode.
Mien