Als ik geritsel hoor van de droge bladeren in mijn tuin, kijk ik op van mijn boek. Er ritselt hier de hele dag van alles, tot mijn man en kinderen aan toe, maar inmiddels hoor ik verschillen in geritsel. Zoals je ook na verloop van tijd de verschillen hoort in het huilen van een baby. De roep om een schone luier klinkt anders dan de roep om een voeding. Het is een wat zwaarder geritsel. Niet die van de vele hagedisjes, of de blauwblauw, een wat grotere hagedis. Het is onmiskenbaar leguanengeritsel. Op nog geen meter afstand van de gerieflijke tuinstoel waarin ik hang, staat een Mangoboom. Het geritsel is gestopt, het kwam onder de boom vandaan, en halverwege de stam, spot ik de leguaan, die net is even gestopt is met klimmen. Hij is een beetje kleurloos, wat wijst op een wat oudere leguaan. Zijn lange gestreepte staart hangt wat doelloos in de lucht naast de stam. Zijn nagels staan stevig in de stam. Ik vind hem mooi, echt mooi. Alsof hij doorheeft dat ik hem bewonder, blijft hij roerloos even hangen. Dan klautert hij moeizaam verder,. Dat vermindert een beetje mijn bewondering. Hij glijdt af en toe wat onhandig terug. En als hij uiteindelijk een uitstekende tak inklautert, komt dat behoorlijk stuntelig over. Op de tak blaast hij even uit. Hij vouwt de waaier onder zijn bek open, en knikt herhaaldelijk ja. ‘Ik ben niet moe, ik stop bewust, zodat je me kunt bewonderen’, schijnt hij me te willen zeggen.
Dat versterkt mijn vermoeden dat ik hier met een mannetje te maken heb. Gevoelsmatig, want ik heb echt geen flauw idee. Ik weet nog te weinig over deze wonderbaarlijke beesten.

Er is een stichting in het leven geroepen, om deze beesten te gaan beschermen. Ze worden namelijk veel gegeten. Er werd altijd gedacht dat de mannen onder de leguanen twee lullen hebben, en dat het eten van ze, potentieverhogend zou werken. Het blijkt echter een gespleten lul te zijn, een dubbelloops geweer, dus.

Als ik voorzichtig mijn boek wegleg, om hem niet op te jagen, en weer opkijk, ben ik hem kwijt. Ik speur alle takken van de boom af, hoor geen geritsel, dus moet hij nog in de boom, of via de boom zijn weg vervolgd zijn.
Even later hoor ik een krassend geluid, afkomstig uit de dakgoot schuins boven me. Het klinkt als een schaterlach. Van misschien wel de leguaan, die toch een dame bleek te zijn. Mijn bewondering is terug.

Categorieën: Reisverhalen

13 reacties

Li · 21 april 2006 op 18:23

Een boek, een tuin, een leguaan, Goh wat heb jij een rotleven Mup 😛

[quote]Ik vind hem mooi, echt mooi.[/quote]
Net als de column!

Zwaai vanuit ons kikkerlandje 😀

Li

bert · 21 april 2006 op 18:29

[quote]Zijn lange gestreepte staart hangt wat doelloos in de lucht naast de stam.[/quote]
Ik proef de rust en hoor de stilte.
Mooi beschreven observatie van allerdaagse rituelen in den verre. 🙂 🙂 🙂

pepe · 21 april 2006 op 21:29

Ja, Li wat een naar leven 😉 ik ga er ook maar eens proeven hoe NAAR.
Maar na het lezen van dit bijzondere stukje, denk ik dat ik daar ga genieten van het weerzien en al het andere moois wat ik daar zal vinden.

Mup maak je borst maar nat, ik neem een halve bibliotheek voor je mee 😛

Anne · 21 april 2006 op 22:09

Prachtig!
En eh, leuke anatomische details. Smakelijk, zogezegd. Mooi geschreven, het leven in een tropisch klimaat is zo slecht nog niet dunkt mij. Onze hagedisjes zijn heel wat kleiner en golven razendsnel door het gras, ook mooi.
Maar jouw leguaan is raadselachtiger.
Mooi.
Anne

WritersBlocq · 21 april 2006 op 22:53

Muppie! Wat een mooi verhaal!
Dit is een lekker aan elkaar gebreid verhaal, met allerlei details. Er staat veel in, en toch is het een mooie, korte column. Zo lees ik ze graag 🙂
Verder vraag, nee, eis ik een duo van jou en Pepe, geschreven in de lange ligstoel onder de klapperboom, yeahhhhh……
Liefs, Pauline, ook voor je vechtgenoot en dagbedervers 😀

KawaSutra · 22 april 2006 op 01:49

Ook in Nederland heb je lullen en klootzakken en er zijn mensen met een gespleten persoonlijkheid. Dronkelappen kunnen behoorlijk gespleten lullen maar het door jou genoemde fenomeen kennen we hier nog niet geloof ik. 😀
Leuke column Mup, ga vooral door met jouw interessante beschrijvingen vanuit het overzeese gewest.

Prlwytskovsky · 22 april 2006 op 01:51

Muppie toch, leguanen smaken naar kip heb ik mij laten vertellen, is dat zo?
Zelf heb ik hokvaste huisvlooie en die draai ik om, dan likken ze mij in plaats van bijten.

Ma3anne · 22 april 2006 op 08:24

Toch knap dat je het verschil hoort tussen het geritsel van meneer Mup en een leguaan. 😀

Boeiend beschreven ervaring/observatie.

Eddy Kielema · 22 april 2006 op 10:48

[quote]Er werd altijd gedacht dat de mannen onder de leguanen twee lullen hebben, en dat het eten van ze, potentieverhogend zou werken. Het blijkt echter een gespleten lul te zijn, een dubbelloops geweer, dus.[/quote]
Toch maar weer eieren eten dus! 🙂

champagne · 22 april 2006 op 17:23

Mooie beschreven observaties Mup! 🙂

Mup · 22 april 2006 op 18:06

Bedankt voor jullie reacties. Ik weet niet hoe ze smaken, die prachtbeesten, ga het niet proberen ook, anatomisch en culinair gezien andere mogelijkheden genoeg:-)
Ik ga weer even leven in de tuin,

Groet Mup.

Dees · 22 april 2006 op 21:48

Mup, de zon doet wonderen voor je schrijven, ik heb er echt van genoten!

[quote]Mijn bewondering[/quote]

heb je.

KingArthur · 23 april 2006 op 11:44

Wat heb jij tegen mannen :-)?

Geef een reactie

Avatar plaatshouder