Het gaat hem niet worden vanavond. De kachel wil niet aan en de batterij van mijn telefoon is na een kwartiertje twitteren leeg. Ik kan wel huilen. Niets werkt zoals het moet. Inclusief eigen lijf en leden. Het wil niet en het gaat niet. Met alles en met niks. Het wil niet met de pennenlikkers bij de hypotheekverzekeringsmaatschappij, die mij bijna een maand aan het lijntje hebben gehouden in verband met een werkvoorraad. Het werkte niet met de overwerkte hypotheekacceptant, die de stukken echt metéén naar de notaris zou sturen waarbij achteraf bleek dat hij dat een aantal dagen later had gedaan. Nu ik te bibberen zit in de avond heb ik een conflict met de gaskachel, waarvan ik het ontstekingsknopje niet ingedrukt krijg om lijf en groeve te verwarmen. Tot slot heb ik ruzie gekregen met het niet aanwezige handdoekenhaakje in de schuur, waardoor de theedoeken op de grond nat liggen te blijven.

Klaar ben ik met mijn vulpen, die niet meer schrijft maar alleen nog ondefinieerbare inktvlekken produceert. Een voordeel is, dat ik nu wel mijn eigen psychologenkwartier maak. Kijken met vlekken. Ik heb het zelfs gehad met de honden, die telkens aanslaan, wanneer er iemand door de tuinpoort binnenkomt. En dat zijn er veel. Bezoek dat onaangekondigd komt gluren of het nu echt zo erg is als ik beweer. Ja dus. En mijn verstand zegt dat de belangstelling best goed bedoeld is, maar vanavond wil ik het even niet. Dit keer even geen ramptoeristen, alsjeblieft.

Ik erger me aan de laptop van mijn zoon. De klapdoos ligt klaar en te glimmen op het bureau. Kan ik? Zal ik? Mijn schrijflust wint. Ik moet schrijven, ik zal. Ik moet de buitenwereld laten weten hoe het gaat. Hoe het echt gaat. Op het moment dat ik verbeten op het toetsenbord zit te rammen werkt het niet. Tergend langzaam, een voor een, verschijnen de letters op het scherm. Tot overmaat van ramp werkt de spellingscontrole niet.

Gevloek en getier helpt niet. Vandaag is duidelijk niet mijn dag, gaat het gewoon even niet. Nog steeds is het koud in de schuur en intussen heb ik een lamme vinger gekregen van het indrukken van het ontstekingsknopje van de kachel, dat zich niet gewonnen geeft. Eerder vandaag ben ik aan mijn derde spijkerbroek begonnen met oog op gipsvlekken. Het lijkt hier verdorie wel kerst. Witte Pinksteren. Ook ben ik afgesloten van de buitenwereld, doordat de woonschuur volgebouwd is met ijzer en ik daardoor geen bereik heb met zowel vaste telefoon als mobiele telefoon. Het gaat niet, het wil niet en ik word er gek van. De fut ontbreekt om mijn grotgenoten op te peppen en helpen naar zaken te zoeken die kwijt zijn. Ik ben ook een beetje kwijt, geloof ik.

Wanneer ik op blote voeten het kale beton betreed, op zoek naar de trap, die nog immer aan het dak is vastgespijkerd, voel ik me een zwerfster. Mijn alter ego, de stoere betonbarbie, is verdwenen, opgelost in een wolk van gips.

Categorieën: Vervolg verhalen

Odette

Overtuigd twijfelaar. Boetseert woordjes tot sprekende beelden.

4 reacties

LouisP · 14 juli 2011 op 21:26

Ontwikkeling:
Dat gaat hem niet worden…da is jouw stijl niet om te beginnen, lijkt me.
Het was jouw dag niet, da’s duidelijk. Betonbarbie, da’s een hele lieve en mooie naam voor jou….

Mien · 15 juli 2011 op 07:45

Gelukkig telt een week 7 dagen.
Adem in adem uit … en laat los.
Bedenk dat betonbarbies stalen zenuwen hebben.
Goede column. Alleen titelkeuze vind ik wat minder.

Mien

Ontwikkeling · 15 juli 2011 op 15:14

Laten we zeggen dat het een vreselijke dag was. Zelfs… om te schrijven.

pally · 16 juli 2011 op 16:57

Het gaat hem niet worden voor mij , de beste uit de ‘ betonserie’ , Ont. Maar dat hoort ook wel bij de sfeer van dit deel. 😉

groet van Pally

Geef een reactie

Avatar plaatshouder