We besloten samen dat het niet nodig was dat hij zou blijven. De wederzijdse nerveuziteit werd onverdraaglijk en deze queeste gaat zeker nog een hele nacht duren. Als hij zich morgenochtend weer bij me voegt is dat vroeg genoeg. We hebben de boeken goed gelezen. Een individualist als ik doet dit klusje bij voorkeur alleen, alle vooraf geplande gasten voor mijn onderdeur ten spijt. De baby in mijn buik en ik wij vormen samen volk genoeg. Nóg meer is te veel.
Om een uur ’s nachts lig ik op mijn rug op mijn bed. Wakker maar niet waakzaam. De mol in mijn onderbuik graaft beschaafde gangetjes waar hij als een aal doorheen glijdt. Nauwelijks merkbaar. Ik vang de weeën zo’n beetje langs mijn neus weg op. Met een schuin oog kijk ik naar de televisie, die op een verrijdbaar tafeltje achter mijn twijfelaar staat.
Alles gaat gladjes. De vroedvrouw nu al waarschuwen zou rijkelijk vroeg zijn. De mondelinge en schriftelijke doctrine van Beatrijs Smulders en haar geboortecentrum heeft goed gewerkt. Als een mantra herhaal ik de zin: Ik ga niet bellen, ik ben geen zeur.

Om half twee voel ik een “knak”- en ineens loopt mijn binnenbad leeg. Op het zeil onder me vormt zich een meertje. Ik sta op en controleer de kleur. Helder. Dat is goed.
Brekende vliezen markeren definitief de grens tussen nog zwanger en het onomkeerbare begin van de bevalling. Bestond er tot nog toe theoretisch de mogelijkheid dat ik in slaap zou sukkelen om wakker te worden in een droom van ver voor de conceptie, nu is dat uitgesloten. Dit is andere koek. Moederkoek.
Het geweld barst los. De mol is wild geworden. Graaft Noordzee-tunnels door me heen, holt me uit, boort me weg, maakt me kapot. Maar ik verdraag. Vooralsnog. Probeer me met zoveel kracht te ontspannen dat het weer aanspannen wordt en roep mezelf tot de orde in steeds nieuwe pogingen de pijn zijn werk te laten doen. Liggen kan ik niet meer. Ik beval rechtop, de zwaartekracht heeft een goeie aan mij. Ik wandel, draai rondjes, leun tegen muren en laat weer los, ijsbeer, huppel en hinkel, duw loodware kasten weg, hang aan zwaaiende deuren en heel af en toe sta ik stil, tussen twee vechtrondes in.

En ineens zie ik mezelf. Ik ben op het verjaardagsfeestje dat mijn allereerste vriendje nu viert en waar ik als lid van zijn exenharem ook voor was uitgenodigd. Ik vorm het kolkende middelpunt. Rondom mij in een zuivere cirkel hurken de andere gasten, allemaal dezelfde straal tot mij. Hun open monden vormen ooooh’s; lege noten zonder stokken die her en der geklemd zitten tussen de lijnen van een rondgesloten notenbalk; een hekje om me heen. Het cadeau moet ik nog werpen.

Precies een uur duurt het ontsluiten. De laatste wee, de meest pijnlijke en onoverkomelijke grijpt me beet om half drie. Op de top van de golf, vlak voordat ik weer naar beneden gesmeten word, weet ik het zeker. Ik kán niet meer. Prompt moet ik poepen. Heel heeeeel erg.
Wa’s dat nou schrik ik. Da’s toch veel te vroeg? Tussen twee persweeën, in een storm van paniek en koelbloedigheid, ren ik naar de telefoon, en bel, eindelijk dan. De vroedvrouw aan de andere kant onderdrukt razendsnel haar verbazing en biedt me nuchtere kalmte. Helemaal goed. Ze brengt alles terug tot de praktische proporties die het natuurlijk heeft. Ik ben niet ziek, ik ga een kind baren. Misschien nog voordat zij is gearriveerd. Ik kalmeer. Ze zegt neem een handdoek en leg die tussen je benen. Dan kun je het kind daarop leggen als het er is. Goed zeg ik. Daarna bel ik mijn vriend. En zeg dat hij maar beter op de fiets kan stappen. Onmiddellijk.

Pal naast de telefoon zak ik op mijn knieën. Dit is het hart van de etage, al mijn ruimtes waaieren er omheen. Een blauwe handdoek ligt onder me, half op de houten vloer en half op de beige berber. Ik bevind me precies op de rand. Persen is bevrijdend en ineens valt me in dat ik moet voelen bij de uitgang. Die staat helemaal strak en bol, het hoofdje! En dan, bij de volgende en laatste wee, pers ik mijn kind eruit, in één glibberige floep. Het is 29 augustus 1998, tien voor drie ’s nachts en mijn dochter maakt een zachte landing in de mand van mijn handen. Ik ben zo zo zo zo trots.

We zitten nog vast. Ik zak achterover en neem het hard huilende hoopje in mijn armen. Onder de navelstreng gloort het streepje van haar geslacht. Dan gaat de bel. Ik sta op en loop krom als een apin met de baby tegen me aan geklemd naar de voordeur. Met een bloederige vinger druk ik op het knopje en wacht gespannen tot ik de corresponderende klik hoor van de benedendeur die drie etages lager uit het slot springt.

Godzijdank. Het werkt.


17 reacties

pally · 2 februari 2008 op 09:48

Ha Anne!
O ja, ik weet het weer de afgesproken maand voor de bevallingscolumns!
Ach, wat vind ik dit een hele mooie, met prachtige beelden en heel invoelbaar.

Dit vond ik heel sterk:
[quote]lege noten zonder stokken die her en der geklemd zitten tussen de lijnen van een rondgesloten notenbalk[/quote]

[quote]mijn dochter maakt een zachte landing in de mand van mijn handen[/quote]
zo mooi zacht van klank met al die ‘a’s

:wave: :wave:

groet van Pally

pepe · 2 februari 2008 op 10:02

Een bevallige column.
Heel mooi weer Anne.

SIMBA · 2 februari 2008 op 10:07

Een goed begin van de thema-maand februari!
En jouw Nina moet wel een geweldig kind zijn als ze geboren is op 29 augustus!! 😀

Dees · 2 februari 2008 op 10:13

En dit op mijn nuchtere maag? 😀

Mooi geschreven Anne…

(nervositeit, onbevallen kniesoor die daar op let)

Fem · 2 februari 2008 op 10:36

voor mijn is juni de bevallingsmaand maar ik kijk nu toch wel uit naar februari 😉

het zullen de hormonen wel zijn maar hier kan ik emotioneel van worden, mooi!

Mosje · 2 februari 2008 op 10:39

Dit wordt een hele erge maand voor me.
Bevallingsverhalen.
Als ik daar iets op aan te merken heb word ik natuurlijk direct in de hoek gezet.
“Af Mosje, hier weet jij niets van. Houd jij je maar bezig met conceptie.”
Maar vooruit, ik sla me er wel doorheen. Bij deze kostte me dat trouwens weinig moeite.
Anne bevalt me wel.

adriaantje · 2 februari 2008 op 11:47

Ademloos gelezen. Geweldig goed geschreven en wat een prachtig taalgebruik.
Dit bevalt mij! :wave: :wave: :wave:

Adriaantje

BerntHulst · 2 februari 2008 op 12:11

F A N T A S T I S C H beschreven.
Pet af!
Het boeide van de eerste tot aan de laatste letter.

Grumpy-old · 2 februari 2008 op 14:08

Ik zou een hele resum woordspelingen kunnen bedenken maar dat zal ik iedereen maar besparen.
Zeer bevallige column.

Greetz
Grumpy

arta · 2 februari 2008 op 14:15

Prachtige metaforen, jeetje, wat heb jij dit mooi beschreven!
🙂

KawaSutra · 2 februari 2008 op 16:23

Prachtig intiem beschreven Anne. Met je vent erbij was het een drama geworden, vermoed ik. 😀

Li · 2 februari 2008 op 16:50

En een mooi document voor Nina!

Li

ANekdote · 2 februari 2008 op 18:20

:wave:

Wat moet ik hier nog aan toevoegen?
Werkelijk prachtig! Ik ben er stil van…

Groetjes An.

WritersBlocq · 2 februari 2008 op 20:24

Nina’s aanval! Jeee, wát een verhaal, pfff, ik ben toch blij dat ik geen kinderen heb (maar: verhalen over kinderen geen bezwaar).

[quote]En dan, bij de volgende en laatste wee, pers ik mijn kind eruit, in één glibberige floep. Het is 29 augustus 1998, tien voor drie ’s nachts en mijn dochter maakt een zachte landing in de mand van mijn handen. Ik ben zo zo zo zo trots.
[/quote]

En hierdoor kan ik me voorstellen hoe het is, omdat je het zo mooi en goed beschrijft.
Wees ook maar mooi trots op dit verhaal, en dat je het zelf gekneist hebt, die hele taak.
Lief groetje, Pau

Neuskleuter · 2 februari 2008 op 21:12

Wauw! Dit is heerlijk om te lezen! Alles klopt gewoon. Het is een verhaal van een sterke vrouw, die het tot het einde zo nuchter mogelijk houdt om daarna ongetwijfeld voluit te kunnen genieten!

Het mooie hieraan vind ik dat er écht gevoel in zit, zonder overdreven drama en zonder clichés. Ik ben zelf (gelukkig) nog nooit zwanger geweest, maar ik kan het heel goed meevoelen!

[quote]Ik ga niet bellen, ik ben geen zeur.[/quote]
Dit laat ik mijn mams zo even lezen 😀

Anne · 2 februari 2008 op 22:06

Goh, dank jullie wel voor de reacties! Dit verhaal schreef ik tamelijk makkelijk, het is altijd heerlijk om ongegeneerd op de gebeurtenis te kunnen leunen, dat overkomt me niet vaak. Meestal gebeurt er niks en dan moet ik er al schrijvende toch iets van maken. Als mijn leven toch altijd zo spannend was…. 😀

lagarto · 2 februari 2008 op 23:50

Emotie en herinnering brengt dit bij mij. Ik vind deze prachtig. Ik vind meestal dat je prachtig schrijft. Soms mis ik wel de *H.
Deze heeft [size=large]H[/size]-em.
Van mij krijg je een duim, echt héél mooi.
Daag Niek

(* De H staat voor heftigheid)

Geef een reactie

Avatar plaatshouder