Als ik in de spiegel kijk zie ik een vrij duistere sfeer. Ik zie geen heks maar een boze vrouw. Ik oefen mijn tekst. ‘Hee hallo, lege bladzij, ben jij van plan om nog invulling te geven aan jouw bestaan? Laat jij je nog verzorgen? Of blijf je de hele dag in bed liggen, lamzak?’

De donkerte benauwt mij. Ik zit niet echt in mijn rol merk ik. Wat licht zal helpen. Maar als ik de kaarsen wil aansteken die op de wasbak staan, kan ik de lucifers niet vinden. Vervelend. Ik keer terug in het ziekenhuisbed. Droevig en mistroostig. Had ik maar leren handwerken dan had ik nu deze tekst niet uit het hoofd hoeven leren.

Met zoveel mogelijk activiteit kom ik er het beste weer bovenop, zo heeft de mij dokter verteld. Breien, haken, punniken, het zou zoveel makkelijker zijn. Aan boord gaan met theaterkunst is van een geheel andere orde. Ik kom geen centimeter verder met mijn uitstelgedrag. Dat hoeft niemand mij te zeggen. Zou ik ooit weer volledig herstellen? Ik hoop het.

Mijn lieve man wil mij weer terug als het mooiste standbeeld. Zijn mooiste standbeeld. Ik sta eventjes stil bij mijn gedachten. Wil ik wel aan zijn verwachting voldoen? Is het een avontuur dat ik dolgraag zou beleven? Nee, nee, nee. Vooralsnog komt het mij voor als science fiction. De meest geavanceerde plastische chirurgie zal niet volstaan voor mij als lelijke heks.

In de bezoekkamer hoor ik enkele klapstoelen dichtklappen. Is het bezoekuur al voorbij? Weer niemand op bezoek gehad vandaag. Balen. Ik kruip snel uit bed. Dit is mijn moment. Snel loop ik de gang op. Wat hangt er aan de muur? Beter gezegd, wie? Trudy. Trudy heeft dus vannacht wacht. Dat komt goed uit. Trudy het modepoppetje. Altijd gekleed volgens de nieuwste mode. Dit keer is het voorjaarsmode.

Aan het einde van de gang hoor ik geroezemoes. Gesmoorde geluiden die ik niet goed kan plaatsen. Ik hoor het gebruik van inheemse woorden. Aha, ik begrijp het al. Het is Trudy. Zij volgt een cursus Zoeloe en oefent woordjes. Nu ik het weet klinkt het best grappig. Een bijzondere taal, Zoeloe. Trudy heeft een vreemde hoofddoek om. Dat kan geen voorjaarsmode zijn. Onmogelijk. De hoofddoek zit helemaal scheef. Zoveel manieren om een sjaal te strikken en dan afkomen met zo’n raar gestrikte hoofddoek? Dat is niet op zijn Trudie’s. Wat is hier aan de hand?

Het patroon van de hoofddoek lijkt op wuivende graanvelden. Dat past dan weer wel bij Zoeloe. Maar de vitrage die Trudie’s gezicht camoufleert past er totaal niet bij. Trudy ruikt een beetje naar kamperfoelie. Geen beste keuze. Het is een kruid dat niet echt in Zoeloeland voorkomt. Ik ken Trudy. Ze wil altijd perfect voor de dag komen en volledig in haar rol. Alleen dit keer lijkt dat niet echt te lukken.

Snel loop ik terug naar mijn kamer. Als Trudy binnenkomt wijst ze naar mijn bureau.
‘Wat staat daar nu op jouw bureau?’
‘Borstvoeding van mijn zus’, antwoord ik ad rem.
Trudy schiet in de lach. ‘Borstvoeding?’
‘Ja, borstvoeding, weet je nog, die keer dat jij geen hulp bood, toen de melk op was? Ik dacht dat gaat mij niet meer gebeuren. Die kleine heeft hoe dan ook melk nodig.’
‘Daar heb je een punt. Je hebt mazzel met jouw zus, ik zou daar nooit naartoe gaan, maar vooruit. Het is niet mijn zus. Ik moet er niet aan denken.’

Ik weet wel beter. Ik negeer Trudy en wacht tot ze weg is. Ik kleed me aan en pak mijn helm. De borstvoeding steek ik in mijn jaszak. Opgesloten in de lift doe ik heel even mijn ogen dicht. De snelheid van het dalen geeft altijd een prettig gevoel. Het voelt als een beetje klaarkomen. Een prettig gevoel in de onderbuik. Een natte warme dans. Als een novemberstorm in hartje zomer. Ja, daar lijkt het op. Het zou ook prima passen in een lijst van metaforen voor een ‘zonsondergang’. Een heel bijzondere welteverstaan.

Ik zie nu pas dat ik zwarte sokken draag. So what! Er is maar een ding dat telt. Ik ben wederom ontsnapt. Aan het ziekenhuis en aan Trudy. Ik heb circa een half uur. Maar waar staat nu die verrekte brommer?

Inzending voor de Uitdaging van de Maand november


Mien

Bewonder luidruchtig en verwonder in stilte

5 reacties

Mosje · 21 december 2015 op 13:53

Uh, uitdaging van de maand november? Ben je dan niet te laat?

troubadour · 21 december 2015 op 14:11

Het gevoel, dat je overvalt na een biefstuk, witlof uit de oven met een laagje kaas, een artikel in de Elsevier, is eerlijk. Zo ook het gevoel dat je overvalt na het lezen van ‘Novemberstorm’. Ik heb het gevoel verwoord; ‘Ach, je leest zo’n column wel uit, maar het zindert niet echt na’. Een lift geeft niet echt het gevoel van een beetje klaarkomen, omdat zijn val direct wordt gecontroleerd. Of je zou met héél weinig tevreden moeten zijn. Je kunt beter de rue Départementale nemen van Saint-Quentin naar Courbes en dan moet je voorbij Alaincourt 100 gaan rijden in plaats van 90.
Daar zitten kleine heuveltjes en plotselinge dalingen in, waardoor je een vrije val van soms wel 20 strekkende meters maakt.
Welnu, l’éjaculation d’Alaincourt is zeer vermaard, daar kan een zoen in de bus van Bussum naar Naarden niet tegenop. Laat staan een lift in een ziekenhuis. Sorry.

Mien · 21 december 2015 op 14:50

Te vroeg of te laat komen? Dat is in mijn column niet de issue. Ook niet de manier waarop. Dank voor jullie reacties.

Esther Suzanna · 22 december 2015 op 02:49

Oooooh, nu vat ik um. Het zijn ALLE schrijfveren van november.

Mijn verwerkingssnelheid is wat traag. Het is een totaal absurd verhaal.
Het eerste deel vind ik goed. Alsof het ergens naartoe gaat. Daarna is het chaos.
Toch ook weer leuk om te lezen. Chaos.

Mien · 22 december 2015 op 09:23

In de definitie van chaos ‘je kunt meerdere kanten op’ kan ik je alleen maar gelijk geven. Met een open eind wordt de chaos natuurlijk nog lastiger. De vrijheid van verdere uitwerking is uiteindelijk gegeven aan de lezer. Die heeft overigens altijd gelijk. Chaos is een uitstekende voedingsbodem voor absurdisme. Het in beeld brengen daarvan is dan weer een leuke uitdaging.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder