In het park bij de vijver zitten twee stokoude oma’s. Hun rollators staan geparkeerd op het grindpad en de dames hebben zich heerlijk op een bankje genesteld. Ze voeren de eenden. Het lijkt de vrouwen niet op te vallen dat de stukken brood onaangeroerd op het ijs blijven liggen. Eenden vertoeven in deze perioden immers in warmere oorden. Er wordt gekletst. Wartaal. De één vertelt uitgebreid hoe haar vroegere leven als Koningin van Nederland er uit zag. Die Bernhard was zeker een bengel, maar had ook een hart van goud. Hij bracht kleur in haar geïsoleerde bestaan. Nu is ze blij dat ze eindelijk vrij is en ongestoord in het park kan zitten. De ander knikt instemmend. Zij legt uit hoe leuk het was om goud te winnen op de Spelen van 1948. Dat waren nog eens tijden. Hardlopen had ze altijd al gekund, maar vier gouden medailles? Nee, daar had ze niet van durven dromen. Ik zit op een bankje verderop. Met plezier luister ik mee.

Vlak nadat de voormalig Koningin opbiecht dat ze op een adelblauwe maandag ook nog in de eerste versie van de Playboy heeft gestaan, wordt het gezellige gekakel ruw verstoord. Van onder de jurk van de vroegere hardloopster klinkt een luid alarm. “Hè verdorie!” roept ze uit. “Die zeikerds van thuis zijn me weer eens kwijt”. Op het stuur van haar rollator knippert een felrood licht. “Rustig van mijn oude dag genieten, zit er niet meer in sinds ik die chip van belangenorganisatie Alzheimer Nederland aan mijn bh heb bungelen. Altijd kunnen ze zien waar ik uit hang”, klaagt ze. “Alleen als mijn kinderen me kunnen gebruiken slaan ze alarm. Normaal gesproken laten ze me gewoon verrekken. Ik word vast zo weer opgehaald”, zucht de vrouw.

Ik blijf kijken wat er gebeurt. Een grote BMW komt aanstuiven en stopt bij de vijver. Een overspannen gezin stapt uit. Ze vliegen op de oude dame af. Wat zijn ze bezorgd geweest! De verontrusting op hun gezichten, het is nep. Slechte nep. Ik moet denken aan Goede Tijden, Slechte Tijden. In plaats van haar steeds kwijt te raken, kun je ook met oma gaan wandelen denk ik dan. Of Rummikub. Zijn ze gek op, oma’s. Heb je geen chip voor nodig. De oud-hardloopster is afgevoerd en ik ga naast de Koningin zitten. Ze vertelt nu over haar wereldtournee als beroemde zangeres. Ik glimlach en vraag of de eenden al vol zitten van het brood. Ze knikt en ik breng haar naar huis. Er hangt een visitekaartje aan haar tas.


7 reacties

SIMBA · 12 januari 2011 op 08:14

Een trieste actualiteit in een geinig jasje, heel mooi gedaan!

sylvia1 · 12 januari 2011 op 09:50

Een hele andere ‘Kwiezel’ inderdaad. Origineel bedacht en geschreven.
[quote]De verontrusting op hun gezichten, het is nep. Slechte nep.[/quote]
Maar deze column is echt. Echt goed!

LouisP · 12 januari 2011 op 12:17

Kwiezel,
dit is zo’n stukje, vind ik, waarbij héél leuk en héél triestig bij elkaar komt. Ik krijg er een Toon Hermans gevoel bij…ik vind het héél origineel en mooi, gevoelig geschreven..

louis

“Eenden vertoeven in deze perioden immers in warmere oorden.” Eenden zijn géén trekvogels Kwiezel…die blijven in hun gebied..

Avalanche · 12 januari 2011 op 13:28

Wat prachtig, deze. Ik zat bij wijze van spreken naast je op het bankje. Trieste actualiteit verpakt in een komisch en ontroerend stuk.

arta · 12 januari 2011 op 14:40

Ook van mij alleen maar complimenten en bewondering hoe jij steeds weer actualiteiten in een origineel jasje weet te verpakken!

lisa-marie · 12 januari 2011 op 19:03

orgineel en humoristisch deze actualiteit neergezet,mooi!

Mien · 15 januari 2011 op 10:55

Wat een mooie verdwaling.
Bonjour tristesse op een bankje in het park.

Mien

Geef een reactie

Avatar plaatshouder