Ik heb potloden, jij hebt potloden, iedereen heeft ze. Maar heb je er wel wat aan? Als je ze nodig hebt zijn ze weg, en als je ze hebt breekt de punt. Potloden veroorzaken alleen maar stress. Elke keer weer hetzelfde liedje. Ik koop die dingen nooit meer, aangezien ze het bloed onder mijn nagels vandaan halen. Maar toch ze zijn leuk als ze gratis zijn. Dus, hoe levenloos het ook klinkt, ga ik iedere dag naar de Ikea. Niet altijd voor potloden hoor, maar meestal wel. Alles wat gratis is wilt de mens hebben. Ook een typisch Hollanderkenmerk. Ikea potloden zijn dus wel degelijk ergens goed voor. Als ik weer naar de Ikea ga, en stiekem een potloodje pak dan koop ik ook altijd een super goedkoop ijsje. Dan heb je dus een potloodje en een ijsje voor maar vijftig eurocent. Ik blijf toch telkens haken bij de gedachte; Waarom zijn de potloden uitgevonden? Als er nou eens iets werd uitgevonden waarvan de punt niet kon breken, die het altijd doet en waarvan je hem op een één of andere manier aan je lichaam kan vastzetten? Maar gister hé, toen gebeurde er opeens iets verschrikkelijks. Het ging als volgt: Ik ging naar de Ikea en ik liep lekker een beetje rond. Ik zocht de potloden, maar ik zag geen potloden. Met mijn slechte humeur liep ik richting de uitgang van de winkel toen mijn ogen opeens bleven haken bij een onbekend schrijfgerei. Ze noemde het een ‘pen’, wat ik nog al een rare naam vond. Maar ik twijfelde geen moment en pakte er vijf. Niks geen brekende punten en ook geen gerotzooi over waar je hem moet laten. Omdat mijn humeur weer een beetje was bijgetrokken besloot ik ook om nog even een ijsje te halen. Toen ik de winkel uitliep hoorde ik opeens de vervloekte piepers. Ik dacht dat het hier wel eens gevaarlijk kon worden, dus zonder er bij na te denken ren ik de winkel uit richting mijn auto. Mijn ijsje was ik, jammer genoeg, kwijt. Mijn leven gaat voor een ijsje. Ik was nog nooit zo snel. Ik keek in mijn spiegels toen ik zag dat de politie nog steeds in de buurt reed. Ik drukte het gaspedaal nog steviger in. Toen ik opeens uit de politie speakers hoorde komen; Kan de rode Fiat Panda de vluchtstrook oprijden?’ Natuurlijk deed ik dat, want wat kon er nou misgaan? Ik had tenslotte niks fouts gedaan. Dus ik stapte de auto uit. De politie vervolgde zijn verhaal: ‘Wilt u de politieauto instappen, alstublieft?’ Ik raakte in shock en vroeg verbaasd: ‘Waren het geen gratis pennen?’ De politieagent zei; ‘Nee, natuurlijk niet! Welke gek geeft nou gratis pennen weg?’En sindsdien ga ik niet meer naar de Ikea.

Categorieën: Gein & Ongein

1 reactie

Dees · 20 maart 2010 op 12:33

Je basisidee is leuk, de uitwerking behoeft heel wat oefening en meer alinea’s. Ik houd wel van de manier waarop je gedachtentaal tot schrijftaal bombardeert, maar houd ook rekening met je lezers, tenminste, als je gelezen wilt worden. Meer structuur in zowel de zinnen als de opbouw en dan nog wat aandacht voor opbouw en afwerking. Veel schrijven zou ik zeggen 😉

Geef een reactie

Avatar plaatshouder