We roerden onze zwarte koffie. Voor ons stond de suiker en melk als een stilleven waarvan de compositie smeekte om een herpositionering. Met mijn lepeltje tikte ik op de rand van de tafel. Tik..tik..tikkerdetik..tik..tik..tikkerdetik. De muziek op de achtergrond bracht weinig inspiratie om enige vorm van variatie in het monotone ritme van mijn drumwerk te brengen. Met haar voet tikte ze mee op het ritme van mijn lepel. Een muzikaal samenspel, dit was pure chemie. Ik nam een slok van mijn koffie, zij nam een slok van de hare. Plotseling kon ik het niet meer aanzien: de suiker en melkpot waren hoognodig toe aan een andere opstelling. Ik zocht mijn toevlucht tot mijn kunstenaarsoog en na enig rang en schikwerk zag het geheel er al een stuk ooglijker uit. Voldaan leunde ik achterover alsof ik zojuist een bom onschadelijk had weten te maken. Ik wenste dat ik een camera bij me had. Deze foto was zeker een lijstje waard geweest.

Gedreven rolde ze haar bestek in een servet. De uiteinden van de uitstekende vork gebruikte ze om haar nagels mee schoon te maken, om de vork vervolgens met een afgescheurd puntje van het servet te reinigen. Ze rolde het bestek weer uit het servet om vervolgens met haar handen de kreukels glad te strijken. Toen begon ze te vouwen en geïntrigeerd keek ik toe hoe ze van een vies, verkreukeld servetje weer een keurig, opstaande tafelaccessoire wist te maken. Vol trots keek ze naar haar creatie en opnieuw wenste ik dat ik een camera bij me had.

De ober kwam langs en ik vroeg om de rekening. Even deed ik een halfslachtige poging om mijn servet op dezelfde manier te vouwen zoals zij dat had gedaan, maar al snel kwam ik tot het besef dat het toepassen van origami nu eenmaal niet mijn sterkste kant was. Opnieuw keek ik naar haar, maar weer zag ze me niet. Ik zou nu moeten handelen, dit was het juiste moment. Maar als versteend keek ik toe hoe ze wat losgeld op de tafel legde om vervolgens zonder mij het café te verlaten.

In een impuls stond ik op en liep naar haar tafel om het servet wat ze daar had achtergelaten in mijn jaszak te steken. Ik moest en zou leren hoe ze het servet zo kon vouwen. Misschien dat ik het haar de volgende dag eindelijk zou vragen.

Categorieën: Fictie

10 reacties

WritersBlocq · 14 januari 2006 op 18:06

Sommige dingen laten zich niet schikken 😉
Ik vind hem weer goed, Troy.

melady · 14 januari 2006 op 22:32

[quote]maar al snel kwam ik tot het besef dat het toepassen van origami nu eenmaal niet mijn sterkste kant was.[/quote]

Orig(am)ineel schrijven gaat je beter af Troy.

[quote]De uiteinden van de uitstekende vork gebruikte ze om haar nagels mee schoon te maken[/quote]
Jakkie 😛

wendy77 · 15 januari 2006 op 09:40

Had hem al op je site gelezen en ik vind hem weer goed. Alhoewel je volgende NOG beter is 😉

Dees · 15 januari 2006 op 11:20

Erg knap. Een origamikunstwerk van een schrijfsel.

Lynne · 15 januari 2006 op 11:24

Mooi en beeldend geschreven, Troy.

Eddy Kielema · 15 januari 2006 op 12:31

Schrijven gaat je beter af dan vouwen! 😉

KingArthur · 15 januari 2006 op 13:29

En weer een mooie foto dit keer van jou hand. Opgeslokt door het moment vergeet je te handelen. Waar ken ik dat toch van?

O ja, origami kan ik je nog wel leren. Was in het verleden een bezigheid van me. Het sloeg een beetje door toen ik aan bonzai-origami ging doen. Ik vouwde kikker, kamelen enz met papiertjes van 4cm by 4cm 🙂

wendy77 · 15 januari 2006 op 13:44

Hebben we toch iets gemeen King. Ik heb ook in een grijs verleden heel wat vierkantje papiertjes tot beestjes verwerkt. 😀

Li · 15 januari 2006 op 14:27

Klinkt ongelofelijk saai.
Tip: Op de kamasutrabeurs kun je een workshop origasmi volgen. 😀

Li

Mosje · 16 januari 2006 op 10:43

Ik heb er grote moeite mee. Servetten vouwen. In restaurants staan die dingen vaak mooi rechtop, met kunstige welvingen. Maar als ik dat probeer na te bootsen, zakt mijn servet altijd als een plumpudding in elkaar.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder