“Jaaaaaaan, zet die teringherrie eens wat zachter!” Het was de vaste vrijdagavondyell van mijn vader toen ik nog een Jantje was. Snappen deed ik het niet helemaal, want wat was er nu precies mis met mijn muzikale genoegens? Gek als ik in mijn lagere schooljaren was op Mud en The Rubettes. Mijn middelbare schooljaren sleet ik meer met Clapton, Fleetwood Mac en Creedence Clearwater Revival. Maar ja, voor mijn vader ging er niets boven draaiorgelmuziek op huiskamerfluistervolume, en dan is alles met een gitaar al snel ‘Teringherrie’. Ik had uit een café-avontuur van mijn ouders een 800 Watt buizenversterker overgehouden, met 4 bijpassende speakers. En dat op een slaapkamer van krap 8 vierkante meter. Ik sliep zeg maar in een soort kijkdoos met geluid, veel geluid als het aan mij lag.

Mijn vader riep meestal drie keer. Dat had ik snel door, zodat ik steevast wachtte tot ik hem bij de derde brul de trap op hoorde stormen, om dan met een onschuldige uitdrukking op mijn gezicht de muziek zachter te zetten, juist op het moment dat ik de deurkruk naar beneden zag gaan. Erger werd het, voor mijn vader dan welteverstaan, toen wij gingen verhuizen en ik de hele zolderverdieping als slaapkamer kreeg. Driekwart werd meteen ingericht als binnenhuisdiscotheek. De buizenversterker werd ingeruild voor een  professioneel exemplaar, die dik 1000 Watt muziekplezier kon leveren. Omdat ik plek zat had, kocht ik van mijn eerste ieniemienie-salaris een huisbar, een showroommodelletje van Leen Bakker. Van twee oude mensjes kocht ik voor een paar tientjes een compleet doorgezakt bankstel. Het spreekt voor zich dat mijn zolderkamer voor even het populairste plekje in het dorp was. Ik had bier, er kon gerookt worden en we hadden, door mijn hypermoderne bandrecorder, de keuze uit een oneindig lijkende voorraad hippe muziek, op het geluidsniveau wat wij acceptabel vonden. Tot mijn vader de stoppenkast ontdekte. En dat kan best lullig zijn als je onder het genot van een romantisch nummertje bezig bent met een romantisch nummertje.

Mijn zoon heeft nu ook een fraaie geluidsinstallatie. En hoe hard ik ook roep, er blijft een teringherrie uitkomen. Nou ja, herrie is het eigenlijk niet. Meer een zichzelf tot in het vervelende herhalende dreun. Er zit geen begin of eind aan. Hij vindt mijn muziek ‘maar kutmuziek voor ouwe lullen’. Ik op mijn beurt vind het vooral jammer dat als ik de stop van zijn slaapkamer uitzet, ook de woonkamer meteen zonder stroom zit.

Jan van Oranje
www.janvanoranje.nl


Jan van Oranje

Onder het kopje 'In naam van Oranje...' publiceert columnist Jan van Oranje al enige tijd zijn goed gelezen columns. De columns zijn te lezen in Viva! Magazine maar ook op: www.janvanoranje.nl, facebook.com/jan.v.oranje, janvanoranje.blogspot.com en op twitter.com/janvoranje. Oh ja, Jan heeft extreem dyslectische vingers, dus vergeef hem zijn kleine schrijffoutjes.

8 reacties

Snarf · 28 juni 2016 op 11:27

L’histoire se répète. Leuke column, Jan. Zoals de ouden zongen piepen de jongen.

NicoleS · 28 juni 2016 op 15:23

Ja heerlijk die house muziek die zo lekker je buurt Door dreunt.?dan word je oud. Als harde muziek gaat storen?

Pierken · 28 juni 2016 op 17:17

Buizen staan bekend om hun hoge rendement, maar eentje die 800 watt levert zal ongeveer 12 meter hoog moeten zijn… 🙂 Met de omvang van een hoogoven, aangestuurd door een kernreactor. En dan nog zal ie imploderen.
Maar hij past alsnog ruim binnen de strekking van je verhaal! De herhaling van de herhaling binnen de generatiekloven in een notendop. Ik lees ze graag als die op deze wijze worden samengevat.

Blanchefort · 28 juni 2016 op 21:53

Gaaf stuk. Leuk geschreven!

Bruun · 29 juni 2016 op 08:55

En zo stoort elke generatie zich aan de teringherrie van de volgende. Leuk stuk.

arta · 29 juni 2016 op 12:39

Draadloze koptelefoons zijn een zegen 🙂

Leuk stuk, leuk geschreven!

van Gellekom · 29 juni 2016 op 22:39

Met een brede glimlach gelezen ?

Grumpy-old · 30 juni 2016 op 13:34

Nou dank je wel , ik voel me ineens een stuk ouder !!! LOL

Geef een reactie

Avatar plaatshouder