‘Meneer van Zanten, uw thee wordt koud.’ De vrouwenstem dringt mijn gehoor binnen. Een warme adem strijkt over mijn huid. Door mijn oogharen zie ik waterige grijze ogen vanachter brillenglazen ongemakkelijk dichtbij. Moeizaam hijs ik mijn zware oogleden op. De vrouw draagt een witte jurk die strak rond haar plompe lijf knelt. Het vettige haar is strak naar achteren gebonden.
‘Wie bent u,’ breng ik uit. Het schorre geluid dat mijn stembanden produceert klinkt niet vertrouwd. ‘Waar ben ik?’
‘U bent in de eetzaal, meneer van Zanten.’ De stevige vrouw loopt naar een kar, waar thermosflessen en wit servies opstaat. ‘Wilt u een plakje cake,’ vervolgt ze. Zonder mijn antwoord af te wachten legt ze een plak van de voorgesneden koek op een schoteltje en zet het voor me neer.
De eetzaal van wat? Wat is dit voor rare situatie. Mijn blik gaat door de ruimte waarin ik mij bevind. Er staan een tiental keurig gedekte tafels. Aan elke tafel zit een knikkebollend grijs hoofd, met trillende handen aan een wit kopje te nippen. De stilte wordt enkel verbroken door het schelle geluid van botsend aardewerk, veroorzaakt door de ongecoördineerde terugtocht van kop naar schotel. Een enkeling smakt.

De witte dame rammelt met haar kar, en staat nu bij de tafel naast mij. Uit de thermos schenkt ze thee bij. Een oude vrouw zit in elkaar gedoken in een rolstoel. Aan de kromming van haar rug te zien is ze vergroeid. Een bochel.
Mijn tong ligt als een uitgedroogde slak in mijn mond. Ik reik met mijn hand naar mijn kopje en schrik. Van wie is die hand? De huid is gevlekt, ongezond. De nagels zijn afgebrokkeld. Dat is niet mijn hand! Een angstig gevoel bekruipt me. Ik voel mijn haarvaten samentrekken, tintelingen die vanuit mijn nek naar beneden trekken, een band rond mijn middenrif. De impuls om op te springen wordt geremd door een raar gevoel in mijn benen. Alsof ze niet willen, niet kunnen reageren. Zweet vormt zich op mijn voorhoofd. Wat is hier in godesnaam aan de hand?
‘Zuster!’ roep ik in paniek. Ik neem maar aan dat het een zuster is.
‘Ik kom zo bij u meneer van Zanten,’ antwoordt de witte dame in het voorbijgaan. ‘Even mevrouw Zijlstra naar het toilet brengen,’ zegt ze terwijl ze de oude vrouw met de bochel naar de uitgang duwt.


Esther Suzanna

Ik schrijf omdat ik het niet laten kan op https://www.facebook.com/esthersuzanna/ en http://suzannaesther.nl/

15 reacties

Nummer 22 · 11 juni 2018 op 07:54

Dit is een mooi begin over ‘gevangen’ zijn,
Esther Suzanna! Ik kijk uit naar Lianne’s vervolg.
Ik zie zo voor mij het beeld van ruimtes met een verzameling in hun eigen wereld starende mensen en verzorgers die de tijd ontbreekt een praatje te maken anders dan ’thee, koffie?’en een plakje natte of gortdroge cake.

Mooi geschreven!

Nachtzuster · 11 juni 2018 op 17:54

Wat een mooi begin van een cootje cq vervolgverhaal, Esther! De sfeer goed gepakt van een oudere man in een, neem ik aan, verpleeghuis. Ik kan al een heul klein beetje raden welke kant het op gaat (denk ik).
Zeer benieuwd naar het vervolg van Lisanne! Hoog tijd dat meer dames hier gaan schrijven. 🙂

Mien · 11 juni 2018 op 18:36

Tja, wat is het nu? Een co-column of een vervolgverhaal? We will see, n’est ce pas?!

Nummer 22 · 11 juni 2018 op 19:06

Laten we allen mee gaan schrijven of…

Esther Suzanna · 11 juni 2018 op 19:23

Haha @mien het is een covervolgverhaal. Die categorie is er nog niet. Duss. Ik had een idee, postte het op FB en Lianne ‘voelde’ het idee ook. Wie weet ontstaat er zomaar een nieuw boek. Of een een kort/semi-lang verhaal mag ook…

    Lianne · 11 juni 2018 op 19:34

    Je laat de lengte gelukkig nog in het midden. 🙂 Ik weet wel hoe het verder gaat, maar nog niet hoe en wanneer het moet gaan eindigen. Maar daar komen we vanzelf achter.
    Een mooi eerste deel!

      Mien · 11 juni 2018 op 20:36

      Aha, een middenlang stuk dus. Dat kan dus nooit langdradig worden. Houden zo. 🙂

    Mien · 11 juni 2018 op 20:38

    Heb me inmiddels afgemeld van FB. Ik zag een foto van mij in Italië. Een mooie foto, geen portretfoto maar een van mijn foto’s die ik van de natuur heb gemaakt, die gebruikt is voor een reclamespot. Heb het even nagevraagd. Ze hadden hem van mijn FB gehaald. Wat zeg ik. FB heeft er zelfs geld voor gekregen. Ongelovelijk maar waar. Dat gaat dus niet meer gebeuren, in mijn toekomst. 😉

      Esther Suzanna · 12 juni 2018 op 17:39

      Wat erg! Ergens ook wél een compliment. Toch willen we dat niet. Je kunt je FB pagina toch afschermen?

        Mien · 18 juni 2018 op 14:50

        Niet dus. Ze vinden altijd wel een manier om er doorheen te glippen. Zoals in mijn geval. Alles was goed afgeschermd. Er rest dan maar een ding. Stekker eruit bij dat FB. Ben benieuwd hoelang dat duurt trouwens. De foto’s die er opblijven staan mogen ze wat mij betreft vermarkten. Money makes the FB world go round. 🙁

Arta · 11 juni 2018 op 23:28

Een heel mooi open begin van het verhaal!
Waar gaat dit naartoe?
Ik kijk uit naar deel 2!
Superleuk initiatief, dames!

Mien · 12 juni 2018 op 07:48

Ik mis een aantal vraagtekens en waar opstaat staat moet opstaan staan. 🙂
Kop en schotels die smakken, vreemd, heel vreemd. 🙂
In godesnaam? Godsnaam of goddessnaam? 😉
Die slak in de mond is een voltreffer! ?
Mooi verhaal en column. Spannend ook. Ben benieuwd naar deel twee. O, die staat er al. Snel even lezen. Tot zo bij deel twee.

    Esther Suzanna · 12 juni 2018 op 17:42

    Ik schrijf niet foutloos, lukt me ook niet. Normaal gesproken heb je daarvoor een redacteur. Het is bij mij óf iets schrijven vanuit mijn eh…schrijfklier, of heel strak vasthouden aan regels. Beide tegelijk gaat mij niet goed af. Godesnaam is een bewuste afweging; ik wil niemand voor het hoofd stoten.. 😉

Geef een reactie

Avatar plaatshouder