“Gelukkig dat het vroeg donker is, kunnen we lekker op tijd beginnen met het ingooien van de ruiten van die leegstaande huizen hier op het plein. Ik hoop dat de anderen er ook zo zijn, alleen durf ik niet zo goed.”
Langzaam loopt de jongen naar het plein, de capuchon van zijn trui over z’n hoofd getrokken. Luidruchtig staat een groep jongens te praten op het halfverlaten plein. Vreemd dat aan één kant nergens licht aan is, het ziet er spookachtig uit.
“Ik ga een goede tegel uitzoeken, niet te groot.”
Stoer loopt de knul met een grote tegel naar de rest van de groep, hij laat hem een paar keer vallen om er handzame stukken van te maken.
Hij neemt een aanloop en wil gooien, kijkt nog even om zich heen en ziet twee vrouwen naar buiten kijken, nonchalant loopt hij naar zijn kameraden, de steen in zijn hand.

“Shit, stomme wijven. Gaan ze net nú naar buiten zitten kijken.”
Enkele minuten later kan hij zich niet langer beheersen, hij rent en gooit vliegensvlug een ruit aan diggelen van een leegstaande woning.
“Kicken man, dat heb ik toch maar mooi gedaan, dat durft echt niet iedereen.”
Trots loopt hij naar de andere jongens, maar lang duurt zijn geluk niet want er komen zes politieagenten het plein op, gewapend met enorme zaklampen.

“Wat denken die agenten nou, snappen die dan echt niet dat het tof is om die ramen in te gooien, zijn ze nooit jong geweest. Er woont niemand meer, we doen er niemand kwaad mee.
Even gehoorzaam luisteren en heel berouwvol zijn, als ze weggaan kunnen we weer verder.”

De politieagenten verlaten met een goed gevoel het plein, ze hebben een goed gesprek gehad met die knullen; die zullen het wel uit hun hoofd laten om nog stenen te gooien. Ach ja, die jongens snappen nu tenminste dat het voor bewoners eng en bedreigend is als er gegooid wordt en dat huizen met kapotte ramen zo spookachtig uitzien én dat kleine kinderen zich kunnen bezeren aan die glasscherven.

“Ja, ze zijn weg, die wijven zijn ook weg. Mooi zo, dan kan ik nog een paar raampjes scoren voordat de anderen naar binnen gaan, alleen vind ik er niks aan. Heerlijk om zo mijn agressie kwijt te raken, de speeltoestellen hier op het plein zijn niet kapot te krijgen, ik ben niet zo heel sterk dus die ruitjes zijn een kolfje naar mijn hand.”

De volgende ochtend als het licht wordt ziet, het eerst zo gezellige pleintje, eruit alsof er een bom ontploft is; overal glas en de kapotte ramen staren hologig en jaloers naar de huizen aan de overkant die nog wel gezellig bewoond zijn. En het duurt nog vier maanden voordat de echte sloop begint.

Categorieën: Diversen

21 reacties

lagarto · 19 november 2007 op 08:52

Heeeel erg leuk Slimba. Geinig, hetzelfde verhaal samen vanaf de andere kant beschreven.
Groeten lagarto

Bitchy · 19 november 2007 op 09:04

Vind het iets te *gemaakt*. Je had er meer uit kunnen halen. Nu komt het op mij over als een toneelstukje. jammer!

Ineke · 19 november 2007 op 09:37

Ontzettend leuk gedaan dit! Vandalig bekeken vanaf de kant van ‘kwajongens’.

Groeten,
Ineke

KingArthur · 19 november 2007 op 10:58

Ik kan mij ook ontzettend storen aan dit soort gedrag. Wat mij betreft mag daar harder tegen worden opgetreden.

Misschien een suggestie voor een andere titel: En het was stil aan de overkant. Wat is trouwens hologig?

FatTree · 19 november 2007 op 11:28

Zelf had ik niet het gevoel dat hetgene wat de kwajongens in de columns zeiden, dat ze dat ook echt gezegd zouden kunnen hebben, tenzij ze een enorm veel naar Dr. Phil programma’s kijken.

Ik snap dat je de bedoelingen van de jongens duidelijk probeerde te maken, maar bij mij kwam dit niet goed over, iets te gemaakt.

Verder wel een goed onderwerp, wie stoort zich hier nou niet aan?

pally · 19 november 2007 op 11:46

Leuk, dat verschuivende perspectief, Sim! Maar je waagt je wel op glad ijs. Wat is er moeilijker dan vanuit het jargon en de denkwijze van deze jongens te schrijven? Hier en daar lukt dat goed. Op andere plekken meer vanuit jouw denkwereld : b.v.
[quote]Heerlijk om zo mijn agressie kwijt te raken[/quote]
Dat denken deze jongens echt niet….
Het eind vind ik heel mooi.
Klasse, dat je dit hebt aangedurfd. :wave:

groet van Pally

schoevers · 19 november 2007 op 12:37

Goede column, Simba.
Ik moest wel denken aan die keer dat ik door een agent werd meegenomen voor belletje trekken. Geen goed gesprek, maar regels schrijven op het bureau.
De krassen zitten nog op mijn ziel (haha).

Grumpy-old · 19 november 2007 op 13:25

Het idee was leuk. Maar had niet echt t gevoel dat het vanuit het perspectief van de jongens kwam.
Een ding sprak mij als grumpy old man uiteraard wel aan [quote]zijn ze nooit jong geweest.[/quote]

😉
Greetz
Grumpy Old Man

Mup · 19 november 2007 op 13:29

Waren jullie bijna spelbedervers geweest, voor die arme jongelui :eh:

Groet Mup.

SIMBA · 19 november 2007 op 14:17

@king: ik ben tevreden met deze titel, lekker kort…kinkels die ramen deden rinkelen; rinkeldekinkel dus.
hol·ogig (bn.)
1 met holle, diepliggende ogen

(uit van Dale)
Uit voorzorg:
kin·kel (de ~ (m.), ~s)
1 lomp manspersoon => lomperd
😀

pepe · 19 november 2007 op 14:35

Leuk twee verhalen over hetzelfde, maar van een andere kant bekeken.

Inderdaad is de spreektaal in dit stukje wat te lief en normaal, die vandaaltjes weten denk ik niet eens wat een kolfje is;-)

arta · 19 november 2007 op 16:03

Grappig om hetzelfde verhaal vanuit jouw kant te lezen!
Even voor de duidelijkheid: Dit was natuurlijk afgesproken werk en we hebben tegelijkertijd ingestuurd!
Jij had de moeilijkste kant van het verhaal!
Goed gedaan!

@ Pepe: Natuurlijk weten ze wel wat een kolfje is: Het handvat van een klein pistooltje! 😆

SIMBA · 19 november 2007 op 16:37

Bedankt allemaal voor de reacties, ik heb misschien een té moeilijke vorm gekozen, maar ach als je niks probeert ontwikkel je ook niet verder he. 😀
De zinnen tussen aanhalingstekens zijn de gedachten van de stenengooier, hij spreekt die niet uit.
Leuk om die bizarre avond op deze manier, samen met arta, met jullie te delen.

weathergir · 19 november 2007 op 17:01

Superleuk gedaan, de andere zijde beschreven. Beetje netjes, zoals al gezegd, en da’s dan meteen een tegenstelling… nette vandalen. De volgende keer meteen maar een bezem klaarzetten! 🙄

lisa-marie · 19 november 2007 op 18:26

Knap gedaan want het is moeilijk om zoiets vanuit een ander perspectief te schrijven.
met veel plezier gelezen 😀

Trukie · 19 november 2007 op 18:38

Hola Sim, het zijn nog wel kleine kleutertje sgeloof ik. Als een stoeptegel tte zwaar is, moeten ze nog effe trainen.

Wel een zeer goed geslaagde poging om aan te geven dat er eigenlijk maar bar weinig goede vrijetijdsbesteding voor deze doelgroep is.
De prijs voor alle bezuinigingen die een jaar of 10 geleden zonodig moesten.

WritersBlocq · 19 november 2007 op 22:59

weer wat geleerd van de Dikke Vandalen.

ook ik vind het een te gemaakt stukje, het had grover gemogen, agressiever, asocialer, beklemmend beangstigend.

Wel leuk om je weer te lezen, niet simmen om mijn puntje van kritiek 😀

KawaSutra · 20 november 2007 op 00:56

Volgende keer insturen als thema-column en laten plaatsen op dezelfde dag. Een gewaagde poging, niet perfect maar zeker origineel. Zulke combi-initiatieven zie ik graag!

DreamOn · 20 november 2007 op 15:57

Leuk Simba, weer eens een column van jouw hand! Ik vind de titel wel heel leuk, verder ben ik het wel met de andere commentaren eens.

Maar: nu niet meer zo lang wachten met je volgende column hoor!

Liefs DO.

Prlwytskovsky · 20 november 2007 op 18:42

Die gasten een keer flink op hun muil slaan durft ook niet iedereen, maar ik moet ze niet tegenkomen.

Helaas is dit een onderwerp dat door de maatschappij wordt getolereerd maar ondertussen spreekt een ieder er schande van.

Goed neergezet Simba.

Dees · 20 november 2007 op 21:48

Grover en beklemmender had idd wel gekund, ik denk ook niet dat zo’n jongen denkt dat ie bezig is met heerlijk zijn agressie kwijt te raken, dat is allemaal wel iets zwarter.

Het dubbele perspectief vind ik trouwens wel erg leuk.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder