Soms krijg je treurige verhalen te horen als je vriendin in de verpleging werkt. Soms leuke. Soms beide. Waaronder deze. Voor de duidelijkheid, ze werkt op een afdeling met nierpatiënten die drie keer in de week gedialyseerd moeten worden.
Een van de patiënten, ik zal haar mevrouw Jansen noemen, zo noemt Nienke haar patiënten immers ook tegen mij, is een oud vrouwtje van vijfenzestig dat last heeft van gordelroos. Gordelroos is een nare ziekte die langs de zenuwbanen loopt en daardoor veel pijn veroorzaakt. Om de overlast te verzachten had mevrouw Jansen van haar arts pijnmedicatie gekregen. Geen overbodige luxe. Jammer was alleen wel dat de medicatie voor een vervelende bijwerking zorgde.
Mevrouw Jansen moest na twee weken terug naar de arts.
‘ Waarom dan?’ vroeg Nienke terwijl mevrouw Jansen gedialyseerd werd.
‘ Ik zie overal katten.’ antwoordde ze. ‘ En ik haat katten.’
’s Avonds als ze tv zat te kijken staarden de beesten haar van alle kanten aan. En als ze in de keuken kwam zaten ze overal op de kasten en op de prullenbak.
‘ Ik word toch niet gek?’ had ze hoogst verontrust aan haar dochter gevraagd. Haar dochter werkt in de psychiatrie en kon haar moeder geruststellen dat het waarschijnlijk aan de pijnstillers lag.
De arts had de medicatie wijselijk verlaagd.
Maar helemaal weg waren de hallucinaties nog niet. Zo was mevrouw Jansen ook daarna in haar slaapkamer door een slang beslopen en bleef ze veel last houden van zogenaamde jungledieren.
Wel had ze gelukkig ontdekt dat ze met een theedoek veel van de hallucinaties kon uitwissen. Als ze met de doek naar de hallucinatie sloeg verdwenen die.
Behalve de kat op de prullenbak. Die bleef zitten. Tenminste, een deel ervan. De poot had ze er af kunnen slaan, en ook de romp en de andere ledematen had ze weten weg te poetsen, maar het hoofd bleef zitten, hoe erg ze haar best ook deed. Een zwevend hoofd met een paar priemende ogen bleef haar aanstaren als ze de keuken binnenkwam.
Het verhaal van mevrouw Jansen stokte en haar ogen verstarden en richtten zich op de overkant van de dialysezaal waar enkele andere patiënten gedialyseerd werden.
‘ Wat is er?’ vroeg Nienke.
‘ Zuster, sinds wanneer mogen er honden mee naar binnen?’ Haar ogen bleven ongerust op de overkant gericht.
‘ Er mogen geen honden naar binnen.’ Nienke keek achterom.
‘ Maar ik zíe hem toch. Kijk, daar. Op de schoot van die mevrouw. Ze streelt hem.’
‘ Sorry, ik zie niets.’ zei Nienke die slechts de aangewezen vrouw wat met haar arm zag bewegen.
Even overdacht mevrouw Jansen de situatie.
‘ Echt niet?’ vroeg ze voorzichtig.
‘ Nee, er zit niets.’ bevestigde Nienke.
Mevrouw Jansen liet zich ongelukkig achterover vallen. ‘ O nee.’ kermde ze. ‘ Nu begint het ook al overdag!’
Nienke had met moeite haar lachen kunnen inhouden. Arme mevrouw Jansen.
Eppo Ford
8 reacties
Mosje · 24 augustus 2004 op 15:57
Beste Eppo,
Hoeveel van deze stukjes heb jij nog op de plank liggen? Stuk voor stuk zijn ze goed geschreven en erg leuk om te lezen, maar als ik ze bekijk in het geheel van de serie dan vind ik ze minder spannend. Ik bedoel: stel dat jij deze verhaaltjes zou uitgeven in boekvorm, dan zou ik na vijf verhaaltjes denken: het kabbelt maar voort tussen die Eppo en Nienke, het zal allemaal wel.
Laat eens een keer iets spannends gebeuren. Iets waardoor ik uitgenodigd wordt om het hele boek uit te lezen.
ignatius · 24 augustus 2004 op 19:47
Je bent echt verliefd he? Nienke voor, Nienke achter. Effe doorbijten, gaat wel over mien jong 🙂
Dees · 24 augustus 2004 op 19:56
In tegenstelling to sommige anderen vind ik het wel leuk. Alleen denk ik dat het verhaal krachtiger was geweest als mevrouw Jansen de hoofdpersoon was geweest en gebleven…
Louise · 24 augustus 2004 op 20:56
Ben het wel met Desa eens. Als je de eerste, pak ‘m beet, 15 regels had weggelaten en meteen was begonnen met een actie van mevrouw Jansen, zou het een komisch verhaal zijn geweest. Nu ging ik me als lezer eigenlijk meteen concentreren op Nienke en vond mevrouw Jansen min of meer een lastig zijsprongetje.
Of ben ik te onduidelijk nu?
sally · 24 augustus 2004 op 21:24
ik vond `m wel leuk!
groeten Sally
Kees Schilder · 24 augustus 2004 op 23:58
Prima column, maar je zal maar jansen heten 😀
Snoppe · 25 augustus 2004 op 11:01
Zoals te doen gebruikelijk, maakt niemand enige drukte over de katten in dit verhaal. En dat irriteert. Want laten we wel wezen, al zijn het hersenschimmen, ze slaat er toch maar naar met de theedoek. Weemoedig denk ik terug aan het oude Egypte, alwaar mevrouw Jansen niet gedyaliseerd maar geanalyseerd zou zijn, wanneer ze een uithaal naar een kat had gedaan. Vrij letterlijk dus. Dat dan wel. De tijden zijn veranderd… (zucht)
Eppo · 25 augustus 2004 op 14:59
Mosje schreef: ‘Stuk voor stuk zijn ze goed geschreven en erg leuk om te lezen, maar als ik ze bekijk in het geheel van de serie dan vind ik ze minder spannend.’
Een goede opmerking. Hier kan ik wel wat mee in de algehele verhaallijn. Niet dat je volgende week op het puntje van je stoel ziet, of de week daarop. Maar als ik alles geschreven heb wat ik wil schrijven heb ik hier zeker naar proberen te luisteren.
Hoi,
Eppo