In mijn hoedanigheid als mens schuurt het soms een beetje. Zowel thuis als op vakantie. Op mijn werk heb ik er nooit zoveel last van. En tijdens het uitoefenen van mijn vele hobby’s ook niet. Het schuren bedoel ik uiteraard overdrachtelijk. Niet in zijn ware betekenis. Ik ben geen schuurspons noch van papier. Mijn omgeving heeft er thuis en op vakantie ook best last van. Dat vind ik nog het ergste van het schuren. De uitwerking die het heeft. Pillen heb ik aan de dokter nog niet durven vragen. Ik durf geeneens naar de dokter. Waarom heb ik er nu vooral thuis en op vakantie last van? Dat is wat ik me afvraag. Als ik dat nu eens kon achterhalen.

“Waarom ga je niet lekker vissen?”, stelt Hannie, mijn vrouw voor.

Ze is dat duimengedraai meer dan zat, zei ze gisteren. Het ergert haar dat ik zo om haar heen schuif de hele tijd. Ik denk er serieus over na. Wil ik vissen? Nee, dat wil ik niet. Maar wat wil ik dan wel? Dat is de vraag die nog het meest schuurt.

“Je gaat morgen”, deelt Hannie mee nadat ze de was buiten heeft opgehangen.

“Wat?”

“Nou, vissen. Ik heb Wim Napels al gebeld. Die zit zijn vrouw ook zo vreselijk in de weg.”

Mooi is dat, niet alleen word ik mijn eigen huis uitgezet om te gaan vissen, nu moet ik ook nog mee met Wim Napels. Over schuren gesproken.

“Hoi Wim.”

“Morgen Sjors.”

“Bijten ze al.”

“Nee, ze zijn stuurs vanochtend.”

“Pilsje?”

“Ach, waarom niet!”

“Proost!”

“Proost!”

De vissen willen maar niet happen. Nog niet.

“Wat ik jou eens wil vragen Wim, schuurt het ook wel eens bij jou?”

“Regelmatig Sjors, hoezo?”

“Ach, zo maar, en waar schuurt het dan bij jou!”

“Nou, meestal thuis en op vakantie?”

“Je meent het, heb ik ook!”

“Joh!”

“Op mijn werk en tijdens mijn hobby’s heb ik er nooit last van.”

“Ik ook niet!”

“Hoe zou dat nou toch komen? Dat vraag ik me nu af?”

“Verrek, nu je dat zo benoemt, Sjors, ben ik eigenlijk ook wel nieuwsgierig naar hoe dat kan.”

“Had jij zin in vissen vanmorgen, Wim? Eerlijk zijn hè?”

“Nou, eigenlijk niet zo. Maar mijn Marga zei dat jij met je kop al in de strop zat, dus moest ik wel mee.”

“Met mijn kop in de strop? Hoe komt ze daar nou bij?”

“Wat dacht je te maken van jouw Hannie?”

Het blijft even stil. Wim zwijgt en ook ik denk na. Het water in de sloot rimpelt opeens. Het ziet er naar uit dat Wim toch beet heeft. Hij heeft het alleen zelf niet in de gaten. Ik zie de vis met zijn onnozele bolle ogen omhoog komen om, nog voor ik iets kan uitbrengen, vervolgens met hengel en al weg te zwemmen.

“Wim! Wim! Wat doe je nou?”

Wim duikt het water in achter zijn dure Shimano Tribal Ultra A. Hij is pas nieuw. De karper die eraan hangt heeft er lak aan en geeft gas. Een komisch gezicht. Een spartelende Wim (zwemmen heeft ie nooit echt gekund) achter drie meter zestig centimeter hengel, zes meter lijn en een lepe grote vis. Hij is fors de karper. Sjors twijfelt. Wim kan echt niet goed zwemmen. Erachter aan dan maar. Maar niet voordat Sjors zijn kleren netjes op een stapeltje langs de kant heeft gelegd. Zijn rode Björn Borg houdt ie aan.

Het water is koud. Hoe lang is dat meer ook alweer? En komt het niet uit in zee? Wim houdt het langer vol dan Sjors denkt. Maar karpers houden toch niet van zout water? Die zal toch wel stoppen zo meteen? Duizend vragen tollen in Sjors zijn hoofd. Wim heeft geen enkele vraag. Hij krijgt niet eens de kans om stevig te vloeken. Ieder spatje lucht heeft hij nodig om de flinke karper bij te benen. Het gehijg en gespartel achter de vis maakt de karper niet bepaald rustiger. Sterker nog. Hij geeft nog eens extra gas. Ook Wim zet nog een tandje bij.

Wim doet een wilde greep naar zijn dure hengel, en verhip, hij heeft hem! Maar het feit dat de hengel ‘gevangen’ is, wil niet zeggen dat het zelfde geldt voor de wilde karper, die nog altijd zwemt voor zijn leven. Enne, zwemmen kan ie. Met wilde bokkensprongen springt de recalcitrante vis alle kanten op, met de hengel en Wim daaraan vast, erachteraan. Het is een doldriest plaatje. Het lijkt er eigenlijk meer op dat Wim door de vis is gevangen in plaats van andersom. Geen van beiden, Wim noch vis, is van plan om op te geven.

“Je moet die karper een naam geven Wim, dat helpt. Kunnen die beesten moeilijk tegen, dan geeft ie wel op.”

Wim begint te piepen, te weinig lucht, alleen hoge tonen komen er nog uit.

“Hi … hi … hi … hoe dan?”

“Harpo … Ik zou hem Harpo noemen Wim.”

“Hi … hi … hi … Harpi … Harpi … Harpoooo … Laat los!”

Eureka! Karper Harpo laat los.
Wim draait zich op zijn rug. Effe drijven. Hij kan niet meer. Het had niet langer moeten duren.

“Ik haal hem wel binnen Wim, blijf maar effe liggen, vasthouden die hengel!”

Met flinke krachtsinspanning trekt Sjors hengel Shimano, inclusief karper Harpo al watertrappelend naar zich toe en wikkelt deze in de zes meter draad. Die kan geen kant meer uit. Gelukkig was Sjors in zijn jonge jaren Lifeguard, wat nu goed van pas komt. Al rugzwemmend, met links in zijn hand hengel Shimano en pakketje Harpo, en rechts in zijn hand Wim, keert Sjors terug naar lager wal.

En dan begint karper Harpo plots te praten.

“Zeg, jullie hebben toch beiden een probleem met schuren, niet? Jij en Wim?”

“Zeg jij dat nou, Harpo? Of zat er wat in het zeewater?”

“Ik heb het ook gehoord, Sjors. Dat was beslist geen Spaans.”

Harpo lacht. Een vreemd gezicht is het wel, een lachende vis.

“Ik weet alles van schuren,” schept hij op, ”als jullie mij niet opeten beloof ik jullie dat te vertellen.”

“Wat weet jij nou van schuren? Op vakantie en thuis? Je bluft,” zegt Wim geërgerd.

“Oh ja, bluf ik? Hoe weet ik dan dat jouw vrouw Marga heet?”, vraagt Harpo, “en die van Sjors Hannie?”

“Hoe weet die vis dat allemaal?”, vraagt Wim een beetje bang. De vis schudt met zijn staart.

“De naam is Harpo. James Harpo.”

” Misschien moeten we die vis toch vertrouwen, Sjors, wat vind jij?”

“Prima Wim, laten we maar eens horen wat Harpo te zeggen heeft.”

“Oké dan, vermits ik niet beland in de koekenpan! Het antwoord op jullie schuurprobleem is heel simpel. Thuis en op vakantie denk je dat het mag, misschien wel moet. Schuren. Op je werk en tijdens hobby’s kan het eenvoudigweg niet. Het is niet gepast. Het zijn mensen die je dagelijks, wekelijks ontmoet. Dat vraagt om gepaste afstand. Toch? Ga dan ook nooit dichtbij koffieautomaten en kopieerapparaten staan. Heel gevaarlijk. Uitdagende situaties liefst mijden. Kijk met je partner thuis schuren, daar is niets mis mee. Op vakantie met wildvreemden die je daarna nooit meer ziet, hetzelfde verhaal. Maar op je werk en tijdens hobby’s. Niet doen! As simpel as that!”

“Verrek Wim, die karper weet van wanten, dat is het natuurlijk, dat we daar niet zelf opkwamen.”

“Ik zal het jullie ook demonstreren”, gaat Harpo verder. “Maar denk eraan, mij niet opnieuw vangen dan, nooit meer.”

Harpo floept rechtop en stuitert op zijn staartpunt richting Sjors. Hij begint gigantisch tegen diens linkerbeen te schuren. Wim weet niet wat ie ziet en begint keihard te lachen. Sjors schopt van schrik en verbazing Harpo linea recta het water in.

“Harpo! Kom terug!”, roept Wim. Maar die laat zich niet meer zien.

“Goh”, zeg ik, “ik wist niet dat vissen zo enerverend kon zijn. Jij?”

Wim staat aan wal naar het water te kijken. Hij lijkt haast wel een vis op het droge.

“Hoe kon je Harpo nou laten wegglippen?” Zegt hij teleurgesteld.

“Wegglippen? Jij hield hem ook niet tegen!”, roep ik verontwaardigd.

Er klinkt een vreemd langgerekt piepend geluid, steeds harder en harder. Wat is het toch, dat geluid? Dan opeens weet ik het. De wekker. Het is de wekker. Mijn vrouw hangt boven me als ik mijn ogen open. Natuurlijk heb ik gedroomd. Want pratende vissen genaamd Harpo bestaan toch zeker niet?

“Je was zo diep in slaap,” zegt Hannie, ”misschien wel door je visavonturen met Wim. Jullie hadden het over ene Harpo. Gaan jullie vandaag weer?”

Co-column geschreven door NicoleS en Mien

Categorieën: Co-Column

Mien

Bewonder luidruchtig en verwonder in stilte

2 reacties

Bruun · 3 april 2017 op 09:20

Een waar schuurfeest, deze kostelijke co-column. Genoten, M&N!

Esther Suzanna · 3 april 2017 op 10:40

Hahaha, erg leuk! Waar dromen al niet goed voor zijn. 🙂

Geef een reactie

Avatar plaatshouder