Mijn eerste bezoek aan Parijs… Ik ademde de stad in. Haar mensen. De gebouwen. Ik kon er geen genoeg van krijgen. Urenlang slenterde ik rond. Bij het aanbreken van de avond was ik nog steeds hongerig, naar meer. Mijn energie oneindig. Mijn wandeltocht voerde me langs de oevers van de Seine. Het zacht ruisende water, de fluisterende stelletjes op bankjes. De lichtjes. De betoverende atmosfeer van de stad van de liefde. Het trof me. Op dat moment, op die plek, ondanks of misschien wel dankzij – voelde ik me eenzamer dan ik me ooit gevoeld had. Een buitenstaander in een sprookje. Ik besloot dat ik ooit terug zou keren. Naar Parijs. Naar de oevers van de Seine.

Ik betreur dat ik nooit ben teruggekeerd.

Om die reden, en om een andere reden. Jean-Jacques.

Op hetzelfde moment – toen tranen mijn blik vertroebelden – was er een stem. ‘Pardon, jeune homme? Ça va?’ Twee bezorgde ogen staarden me aan. Ik weet nog dat ik mijn tranen weg probeerde te knipperen. En nog eens in die ogen keek. Die prachtige bruine ogen. En verdronk. Nooit heb ik me zo in iemand verloren. Me zo diep verbonden gevoeld. Bij het eerste morgenlicht ben ik vertrokken. Bang, dat de betovering verbroken zou worden. Het was te overweldigend, te intens. Ik was te jong. Ik geloofde er niet in. Of misschien wilde ik er niet in geloven. Ik heb geen gedag gezegd, geen briefje achtergelaten. Met een noodvaart ben ik terug gereden naar Nederland.
Misschien was het een sprookje. En kwam het door het gevoel van allesverterende eenzaamheid wat eraan voorafging. Maar feit is dat ik die diepe verbondenheid nooit meer gevoeld heb. Met niemand. En dat ik nog elke dag – sinds de dag dat ik met mijn 18 jaar, jong en vooral onbezonnen, met mijn rijbewijs net op zak, besloot om naar Parijs te rijden – denk aan Jean-Jacques. In mijn dromen rijd ik opnieuw naar Parijs. Sta ik opnieuw aan de oevers van de Seine.
Nooit heb ik het aangedurfd. Uit angst om het gevoel van eenzaamheid, bodemloze eenzaamheid, opnieuw te ervaren. En niet meer kwijt te raken.

Na al die jaren, nog steeds laf.

Categorieën: Liefde

4 reacties

Avalanche · 8 oktober 2010 op 15:14

Mooie column die me raakt (en niet alleen vanwege mijn liefde voor Parijs).

Je weet: angst is een slechte raadgever. Gewoon gaan!

LouisP · 8 oktober 2010 op 19:52

Dreamer,
goede sfeer,
het beetje onduidelijke vind ik er wel mooi aan.
Het lijkt een gedicht van een franse kunstenaar,
ja, ‘k vind ’t wel mooi…
where do you go to my lovely, when your alone..
laatste zin…laf…vind ‘k een lelijk woord..

groet,
Louis

Chantalle · 10 oktober 2010 op 01:45

Prachtstuk! Alleen in Parijs kun je je zo voelen, daar weet ik alles van. Ik ga echter wel twee maal per jaar terug, omdat het melancholische me toch blijft trekken en omdat het mijn thuis is.

dreamer · 10 oktober 2010 op 13:10

Dank voor jullie reacties! Ja, het is inderdaad het melancholische van Parijs dat ik probeerde te beschrijven. Houd van die stad…

Geef een reactie

Avatar plaatshouder