Als de zee in ons blikveld verschijnt neemt de opwinding toe. Ze is onrustig en met iedere stap die ze neemt lijkt het erger te worden. Onder mijn billen bevind zich een tikkende tijdbom, klaar voor explosie. Ze briest en snuift de zeelucht op. Ongeduldig tippelt ze met alle vier de benen, en gooit daarna de voorste twee uit protest omhoog. Ik spoor haar aan om door te lopen. Haar stap wordt een drammerig drafje. Gelijkmatig geef ik haar meer teugel. De hint is duidelijk. Ze versneld. Het punt is gekomen waar ik- behalve haar te sturen- niets kan doen om haar in bedwang te houden. Voor ons ligt een gigantische zandvlakte waartegen zij geen nee kan zeggen. Hoe graag ze mij ook wil gehoorzamen.

Ik kan niet anders dan me te laten meevoeren in haar grote passen. Om haar bewegingen niet tegen te werken, licht ik mijn billen uit het zadel. Mijn hoofd is half verscholen achter de hare. Mijn lichaam is ontspannen, al moet ik daar soms veel moeite voor doen. Van tegenwerking komen enkel valpartijen.

De wind laat haar lange, zwarte manen zacht mijn wangen strelen. Haar energie lijkt onuitputtelijk. Zandkorrels plakken aan de zweetplekken op haar hals. Er is geen moment dat ze vaart mindert. Op snelheid beluste honden krijgen niet de kans bij haar in de buurt te komen. Een poging om haar terug te nemen mislukt. Ze heeft het bit tussen haar kiezen genomen. Haar mond schuimt. Ik kan haar enkel vertrouwen. Ze blijft zichtbaar voorzichtig en alert, haar spieren zijn constant gespannen.

De beginnende schemering omarmt ons als we samen langs de vloedlijn uitstappen. Het zeewater spoelt haar hoeven schoon en zorgt enigszins voor verkoeling in haar lichaam. Ze is rustig, net als ik. Alle spanningen zijn verdwenen. De snelheid heeft mijn hoofd leeggemaakt. Ik streel haar zachte neus en aai haar bezwete hals. Ik bekijk haar terwijl ze met haar lippen het hoopje granen uit mijn handpalm eet. We werpen beiden een blik op de oranje zon die langzaam achter de zee verdwijnt. Deze rit doet mij beseffen dat een sterke band en wederzijds vertrouwen tussen ruiter en paard een prachtig gegeven is. Morgen is alles weer gewoon.

Categorieën: Liefde

9 reacties

LouisP · 6 juni 2009 op 09:00

Doemaar88,

Zee, strand en een paard met jou erop!
Zinnen zijn een beetje op zich geschreven. Op een of andere manier vind ik dat wel mooi.
‘Morgen is alles weer gewoon.’ Prachtig afgesloten.

groet,
Louis

SIMBA · 6 juni 2009 op 10:58

Als ik dit zo lees krijg ik spijt dat ik nooit ben gaan paardrijden; wat klinkt dit héérlijk!

WritersBlocq · 6 juni 2009 op 13:25

Hee Doetje,
ik vind er veel teveel foutjes instaan – niet nodig. Verder kun je niet zien dat je paard schuimbekt als je erop zit en is de term ‘uitstappen’ in dit geval een sportterm en geen gewoon Nederlands.

Wel krijg ik direct zin om weer zo’n viervoeter onder m’n billen te voelen – tis alweer 3 jaar geleden. Wist niet dat je rijdt, keertje afspreken voor een buitenrit?

Groetje, Pauline.

lisa-marie · 7 juni 2009 op 10:31

Zo droomde ik er altijd van ,als kind, een onvergetelijke strandrit.
Maar je begon altijd met een bosrit . Ik lag er meer af dan op dus heb het strand nooit gehaald.

Van deze rit heb ik genoten 😀

arta · 7 juni 2009 op 10:39

Ondanks hier en daar wat ‘dingetjes’ zet je hier wel een geweldige sfeer neer, ook voor leken. (ik ben nooit een ‘Penny-meisje’ geweest :-D)

@ Lisa: Hahaha, ik zie jouw al helemaal, half aan een paard hangend, door het bos gesleept worden :lol:!

Kuin · 8 juni 2009 op 11:33

Allereerst nog bedankt voor je felicitaties!

Toch lekker als je uit Egypte komt, waar je onder andere een grote rit te paard hebt gemaakt op een grote zandvlakte, (daar ook wel genoemd woestijn) en dan hier mee gevoerd te worden in een heerlijke galop op het strand, i’m love’n it!

Inderdaad, wat kleine dingetjes. Maar wel mooi onder woorden gebracht.

Mien · 8 juni 2009 op 15:35

Zelfs mijn hobbelpaard heeft een glimlach rond zijn mond na het lezen van dit wildwestcolumnpje.

[quote]Ik kan niet anders dan me te laten meevoeren in haar grote passen[/quote]

Deze zin loopt beter zonder het woordje “te”.

Mien

Neuskleuter · 8 juni 2009 op 22:35

Ik kan me alleen maar aansluiten bij de kritieken hierboven. Het kan iets correcter, maar ik heb zin om nu zelf op een paard te springen om die rit te maken.

Mup · 9 juni 2009 op 12:27

De sfeer is heel goed neergezet! Met idd een mooie uitsmijter,

Groet Mup

Geef een reactie

Avatar plaatshouder