De Kooi

Hij ziet het stel passeren. De vrouw, oranjeblond, kortgerokt, rond de twintig. De man, een onguur type, shagje in de mondhoek, simpel gekleed, rond de veertig. En een zoontje. Een mollige krullenbol in tuinpak, huppend langs en voor het stel uit. De man negeert het joch. De vrouw kijkt ongelukkig. Lees meer…

Bob

Het regende hard. Bob haastte zich van de bushalte naar de andere helft van de weg. Daar bevond zich zijn kleine woning aan het einde van de straat. De diepe plassen spatten hoog op, wanneer er een auto hard voorbij zoefde. Eindelijk bereikte hij de voordeur van zijn huis. Hij spoedde zich naar binnen en ontdeed Lees meer…